De student verwoordt t.a.v. het model van Ellis en Young (1993)
Spraak vergelijken met lopende band: gaat er iets mis op de lopende
band, dan klopt het eindproduct niet. Hetzelfde geldt voor spraak.
4 modaliteiten: lezen, spreken, schrijven, begrijpen. Terug te vinden in
E&Y.
- Begrijpen: auditief analyse systeem, auditief input lexicon
AAS > AIL > SS
- Lezen: visueel analyse systeem, visueel input lexicon
VAS > VIL > SS
- Spreken: foneem buffer, spraak/fonologisch output lexicon
SS > FOL > FB
- Schrijven: grafeem buffer, grafemisch output lexicon
SS > GOL > GB
Semantisch systeem SS: liggen woordbetekenissen in opgeslagen
(lemma’s, concepten, betekenis).
Hoe uiten problemen zich? Probleem in alle modaliteiten.
,Goed voorstelbare woorden (met concrete afbeeldingen) zijn makkelijker
dan minder goed voorstelbare woorden.
Fonologisch output lexicon FOL: selecteert fonologische patronen voor
de output. Alle gesproken woordvormen liggen hier opgeslagen.
Frequentie speelt hier (op dezelfde manier als hierboven) ook een grote
rol. Fonologisch verwante woorden liggen hier ook dicht bij elkaar. /zaag/
wordt bv. /maag/; fonematische parafasie (altijd een bestaand woord want
in FOL liggen alleen bestaande woorden). Hier komen
woordvindingsproblemen vandaan. Aantal klanken en syllaben ligt hier
vast. Woorden zijn hier abstracte fonemische representaties waar klanken
en syllaben vastliggen.
Hoe uiten problemen zich? Fonematische parafasie, wordt een BESTAAND
woord; Woordvindingsproblemen.
[Niet bestaande woorden naspreken gaat direct van AAS naar FB omdat
AIL en FOL overbodig zijn/geen nut hebben]
Foneem buffer/fonologische codering FB: klanken liggen hier
opgeslagen. Fonemen worden hier geselecteerd en ingevuld in de juiste
volgorde.
Hoe uiten problemen zich? Klanken worden in de verkeerde volgorde
geproduceerd of nonsenswoord wordt geproduceerd. Verwisselingen,
weglatingen, toevoegingen van klanken. Is puur willekeurig. Ook
fonematische parafasieën, maar goed letten op waar het vandaan komt:
FOL of FB? Lengte speelt een rol.
[Wernicke? AAS + AIL uitgeschakeld. Woordvindingsproblemen? Steeds
AAS > AIL > SS > FOL > FB > opnieuw.]
[AAS, VAS, FB, GB = lengte; AIL, VIL, FOL, GOL = frequentie]
[Buffers lijken op elkaar; lexica ook]
SS & AAT:
- Woordvindingsproblemen? Kijk naar:
Spontane taal
Benoemen
- Semantische parafasieën? Kijk naar:
Spontane taal
Benoemen
- Verstoord taalbegrip? Kijk naar:
TB 1 & 3 verwante items
FOL & AAT:
- Woordvindingsproblemen? Kijk naar:
Spontane taal
Benoemen
, - Fonematische parafasieën (woordvorm wordt verkeerd opgehaald)?
Kijk naar:
Spontane taal
Benoemen
Naspreken 2, 3 & 4
FB & AAT:
- Fonematische parafasieën (woordvorm wordt verkeerd ingevuld)?
Kijk naar:
Spontane taal
Benoemen
Naspreken 2, 3 & 4 (zoek naar een evt. woordlengte-effect)
SS & ScreeLing:
- Kijk naar het onderdeel ‘Semantiek.’ Onder de cut-off van 22?
Mogelijk gestoord.
FOL/FB & ScreeLing:
- Kijk naar het onderdeel ‘Fonologie.’ Onder de cut-off van 22?
Mogelijk gestoord.
, De student beoordeelt een oefening op soort, moeilijkheidsgraad en welke
modules uit het taalverwerkingsmodel van Ellis en Young getraind worden.
BOX SS Minder ernstige afasie
FIKS FOL/FB Minder ernstige afasie
ATP SS Ernstige afasie
NAT visueel- SS via VAS en VIL Ernstige afasie
semantisch
NAT lexicaal- SS + FOL Minder ernstige afasie
semantisch woordvindingsproblem
en (alleen voor FOL!)
Ernstig gestoord SS? ATP én NAT visueel-semantisch als middel noemen!
Alleen SS gestoord zonder woordvindproblemen? NAT lexicaal-semantisch
SS gestoord met FOL gestoord met woordvindingsproblemen? NAT
lexicaal-semantisch met woordvindoefeningen voor FOL, BOX/NAT
lexicaal-semantisch voor SS
Dus: woordvindoefeningen uit NAT lexicaal-semantisch zijn voor het FOL,
niet voor SS
Oefeningen per middel
- Makkelijke oefening voor SS: noem boerderijdieren (BOX niveau 1)
- Moeilijke oefening voor SS: noem dieren (BOX niveau 2/3 (vanaf
niveau 2))
- Makkelijke oefening voor FOL: juiste klank invullen om een goed
woord te maken, bv. ‘kw.rk’ (FIKS)
- Makkelijke oefening voor FOL: een incompleet woord afmaken door
de ontbrekende klank in te vullen, bv. ‘kw.rk’ (FIKS)
- Moeilijke oefening voor FOL: verschillende geschreven woorden,
rijmen deze? Van twee gehusselde lettergrepen een woord maken,
bv. kon-bal, maak hier een woord van (FIKS)
- Makkelijke oefening voor FB: nazeggen van korte woorden (FIKS)
- Moeilijke oefening voor FB: nazeggen van lange woorden (FIKS)
- NAT lexicaal-semantisch (SS) (allemaal makkelijk): categoriseren,
rijtje woorden; wat is een meubelstuk?
- NAT visueel-semantisch: patiënt ziet doelwoord en 5 plaatjes.
Afleiders zijn semantisch en niet-semantisch verwant. Patiënt moet
juiste plaatje bij doelwoord aanwijzen, bv. doelwoord = appel.
Plaatje van peer, wortel, appel, appelboom en radio
- ATP: vier plaatjes, logopedist noemt woord en patiënt wijst plaatje
aan. Woord = sigaar, plaatje van sigaar, balkon, springtouw en
hooiberg.
- Woordvindoefening NAT lexicaal-semantisch SS: wat ligt er in een
bureaulade, wat is een citroen
- Woordvindoefening NAT lexicaal-semantisch FOL: noem zoveel
mogelijk woorden die beginnen met een /f/.
- WOORDVINDINGSOEFENINGEN: Woordfluency:
Semantisch: noem zoveel mogelijk dieren
Fonologisch: noem woorden die beginnen met een /s/