Quiz
Wat is epilepsie
Epilepsie is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen. Aanvallen ontstaan
door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de
hersenen.
Wat gebeurd er tijdens een aanval
Alles wat we doen, denken, voelen en waarnemen gebeurt in onze hersenen. In de
hersenen bevinden zich een paar miljard grijze cellen. Deze cellen hebben zich
georganiseerd in allerlei netwerken. Elk netwerk heeft zijn eigen taak. Zo is er een
netwerk dat zich bezighoudt met het bewegen van de hand, een netwerk voor het zien en
een voor taal, enzovoort. De cellen in de netwerken wisselen voortdurend boodschappen
uit door middel van elektrische pulsjes. Bij epilepsie ontstaat er kortsluiting in een of
meer van de netwerken. De verschijnselen bij een aanval hangen af van welke netwerken
meedoen en kunnen per type aanval verschillen. Iemand kan vallen, schokken, vreemde
bewegingen maken, iets vreemds ruiken, even afwezig zijn of buiten bewustzijn raken.
Oorzaken
Epilepsie ontstaat als een optelsom van factoren. Vaak spelen erfelijke factoren een rol,
in combinatie met omgevingsfactoren. Iemand die door een ongeval serieuze
hersenbeschadiging heeft opgelopen, kan epilepsie krijgen, ook als er geen epilepsie
voorkomt in de familie. Als er wel veel epilepsie voorkomt in de familie, kan iemand
opeens epilepsie krijgen, of kan een lichtere vorm van hersenbeschadiging al leiden tot
epilepsie. In ongeveer 70% van de gevallen vindt men bij nader onderzoek geen oorzaak.
Het kan gebeuren dat er in het EEG (elektro-encefalogram, ook wel hersenfilmpje
genoemd) duidelijke afwijkingen worden gevonden, maar dat er in de (MRI-)scan op die
plaats in de hersenen niets bijzonders te zien is. Misschien is dan de afwijking te klein om
met een scan te onderscheiden. Soms is er sprake van een stoornis in de functie van de
netwerken en is er daardoor niets te zien; vergelijk het met een kapotte chip in een
elektronisch apparaat. Maar ook als een duidelijke hersenafwijking op de scan gevonden
wordt, is niet altijd duidelijk hoe die is ontstaan. Sommige epilepsiesyndromen worden
waarschijnlijk veroorzaakt door een afwijking of beschadiging van de hersenen. Maar
deze afwijking of beschadiging kan (nog) niet worden aangetoond. Dit wordt cryptogene
epilepsie genoemd.
Voorbeelden van mogelijke oorzaken
Epilepsie kan ontstaan door verschillende oorzaken:
- Erfelijkheid of verhoogde aanleg kan een oorzaak zijn van epilepsie.
- Epilepsie kan ontstaan als gevolg van een tekort aan zuurstof in de hersenen,
bijvoorbeeld voor of tijdens de geboorte. Maar ook na hersenletsel als gevolg van
een ongeval.
- Soms vindt men een afwijking in de structuur (de bouw) van het hersenweefsel
zelf, maar ook van het weefsel dat de hersencellen steunt (steunweefsel) of voedt
(bloedvaten).
- Epilepsie kan ontstaan als gevolg van stofwisselingsstoornissen in de
hersencellen, een stofwisselingsziekte of een ontsteking van het hersenweefsel.
- Infecties, zoals hersenvliesontsteking, of een hersenabces, kunnen epilepsie
veroorzaken.
- Vaataandoeningen, zoals een herseninfarct of een hersenbloeding kunnen
epilepsie tot gevolg hebben.
- Chronisch overmatig alcohol- en drugsgebruik kan de hersenen beschadigen en
aanleiding geven tot aanvallen.
- In enkele gevallen is een goed- of kwaadaardige hersentumor de oorzaak.
, - Giftige stoffen kunnen epilepsie tot gevolg hebben. Ook het gebruik van bepaalde
medicijnen, met name die in de psychiatrie worden gebruikt, kunnen aanvallen
uitlokken.
- Littekenweefsel, ontstaan als gevolg van een (vroeger) doorgemaakte
hersenaandoening (zoals een infectie, een hersenabces, zuurstoftekort,
hersenletsel of na een tumoroperatie) kan verantwoordelijk zijn voor de
epileptische aanvallen. In de rand van het litteken zitten vaak abnormaal
werkende hersencellen die verantwoordelijk zijn voor de epilepsie.
Uitlokkende factoren
Aanvallen komen vaak onverwachts. De onvoorspelbaarheid wanneer een aanval komt, is
voor veel mensen met epilepsie erg vervelend. Daarom gaan ze vaak op zoek naar de
aanleiding voor hun aanvallen. Als je weet wat de aanleiding is, kun je immers bepaalde
omstandigheden vermijden. Helaas is er vaak geen aanleiding aan te wijzen. In sommige
gevallen is de aanleiding echter wel helder. Er bestaat dan een duidelijk verband tussen
bepaalde situaties en het krijgen van een aanval. Er zijn dan uitlokkers, ook wel 'triggers'
genoemd, die de kans op een aanval vergroten.
Bekende uitlokkers van aanvallen zijn:
- overmatig alcoholgebruik;
- bepaalde vormen van drugs;
- slaaptekort;
- de periode voor of na spanningen/emoties/stress;
- de periode voor en tijdens de menstruatie (hormonale veranderingen);
- lichtflitsen (bij 3-5% van de mensen met epilepsie);
- temperatuurswisseling zoals bij koorts;
- het niet innemen van de medicatie.
- Sommige mensen krijgen eenmalig een aanval in hun leven door een uitlokker.
Classificatie
Artsen hebben een methode nodig om iemands aanvallen te beschrijven en in te delen.
Het helpt hen bij het voorschrijven van de meest geschikte behandeling. In maart 2017
heeft de International League Against Epilepsy (ILAE), een groep met toonaangevende
epilepsieprofessionals, een nieuwe aanvalsclassificatie opgesteld om aanvallen in te
delen.
Aanvallen worden in groepen ingedeeld afhankelijk van:
- Waar ze in de hersenen beginnen.
- Of iemands gewaarwording is aangetast.
- Of bij de aanvallen ook andere symptomen, zoals beweging, worden
waargenomen.
Afhankelijk van waar de aanvallen beginnen, worden ze beschreven als:
- aanvallen met een focaal begin (focale aanvallen);
- aanvallen met een gegeneraliseerd begin (gegeneraliseerde aanvallen);
- aanvallen met een onbekend begin.
Aanvalsbeschrijving
Sinds 2017 is er een nieuwe indeling van epileptische aanvallen verschenen. Hierdoor hebben
sommige aanvallen een andere naam gekregen.
Focale aanvallen