Samenvatting WPO's - Persoonlijkheidspsychologie (geslaagd eerste zit)
4 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Persoonlijkheidspsychologie
Instelling
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
- Een samenvatting van de WPO's van persoonlijkheidspsychologie
- Alle te kennen leerstof
- Alle slides van de powerpoints + eigen notities van de lessen overgenomen in een duidelijke samenvatting.
- Tekst & kaders
- Vlot geslaagd in eerste zit
- 36 pagina's
[Meer zien]
Laatste update van het document: 7 maanden geleden
PSYCHODYNAMISCH MEETPARADIGMA
Elk van de 3 paradigma’s geeft antwoord op de vraag: “wat is persoonlijkheid en hoe kan deze
gemeten worden?”
1. INLEIDING
Psychodynamisch paradigma
- Het psychodynamisch meetparadigma is het meest conceptueel uitgewerkte paradigma
- Stamt af van de psychoanalytische theorie van Freud (zie hoc)
- Nadruk binnen de psychodynamische theorie op persoonlijkheid evolueert
§ Eerst de klassieke theorie (id-ego-superego): id staat centraal, ego heeft een machteloze rol
§ Ego-psychologisch perspectief: focus op aspecten van het ego = het bewuste, de persoon zelf
(attitudes en emoties)
§ Object relatie theorie: interacties met externe objecten (personen) leiden tot interne
representaties van anderen en zichzelf
Meetmethoden
- Meetmethoden die gehanteerd worden om concepten van persoonlijkheid te meten
- Standaard meetmethode voor persoonlijkheidstudies: indirecte methoden
- Gegevens verzamelen die onbereikbaar zijn via directe methoden zoals zelfrapportering (interviews,
vragenlijsten, …), gedragsobservaties, …
- Men probeert meer het onbewuste te meten
Menninger testbatterij (David Rapaport)
- Testbatterij om concepten van Freud te meten
- Bestaat uit:
§ Rorschach test (ROR) = psychologische test met inktvlekken
§ Thematic Apperception Test (TAT) = afbeeldingen waarbij een verhaal vertelt moet worden
§ Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS) = intelligentie test
- Werden ontwikkeld vanuit verschillende perspectieven
Menninger Assessment Batterij
Drie principes voor de interpretaties van deze testen
1. Projectieve hypothese
“Alle gedragsmanifestaties, al dan niet onbewust, zeggen iets over de persoonlijkheid”
Responsen op deze testen zijn projecties vanuit de private wereld en persoonlijkheidsprocessen:
onbewuste conflicten, behoeften, impliciete motieven, verlangens, angsten, en gewoonlijke manier
waarop men de wereld ervaart en beleeft
Responsen op de ambigue (vage)/betekenisloze stimuli van projectieve testen impliceren
(onbewuste/vrijwillige) keuzes
1
,- Rorschachtest: betekenis geven aan vormen, kleuren, schaduwen
- TAT: hier gaat het al meer over prenten, organisatie -> hoe ga je het verhaal schetsen, wat is de
volgorde van de gebeurtenissen
2. Niveaus van functioneren
Met de testen van de batterij probeert men het continuüm van het niveau van (volwassen
psychologisch) functioneren te benaderen
ROR TAT WAIS
Ongestructureerd & ambigu Gestructureerd & niet ambigu
Van functioneren in situaties die beroep doen op logische denkwijze (WAIS) tot situaties die meer
persoonlijk denken toelaten (TAT) en tot een totaal ongestructureerde situaties (ROR)
WAIS wordt in de batterij geïnterpreteerd als een niet projectieve test -> responsen uit deze test zijn
geen projecties van de interne wereld
3. Psychologische aanpassing
De batterij heeft als bedoeling om de adaptieve capaciteiten + beperkingen in psychologisch
functioneren na te gaan
Bijvoorbeeld: denkstoornissen en psychosegevoeligheid worden pas beter zichtbaar bij meer ambigue
materiaal
2. RORSCHACH TEST
Inleiding
- Ontwikkeld door Hermann Rorschach (1884-1922)
- Ongestructureerde taak: “wat zie je in deze vlek?”
§ Omvat 10 symmetrisch opgebouwde inktvlekken
§ Ambigue stimuli uitnodigend tot projectie
- Oorspronkelijke meetpretentie: schizofrenie
- Psychodynamische meetpretentie: onbewuste persoonlijkheidsfunctioneren (in lijn met Freud)
Voordelen ROR
- Kan vele responsen uitlokken door de vrije ambigue (vage) stimuli
- Geen bewuste zelfrapportage (naar jezelf kijken) -> simulatie en manipulatie is moeilijk
§ Inhoud van duidingen valt te manipuleren, structurele antwoorden niet
- Multi-method diagnostiek: testen zoals zelfrapportage en indirecte methoden (zoals Rorschach)
combineren
- Geschikt voor indicatiestelling bij complexe problematieken
2
,Validiteit
- Grote verdeeldheid voor en na het maken van een scoringssysteem voor de Rorschach, veel kritiek
Psychodynamische interpretatietechnieken
- Dé Rorschachtest bestaat niet -> geen vaste procedure voor afnamen, scoring en interpretatie
- Jaren ’50: 5 codeer- en interpretatiesystemen beschikbaar in de VS -> moeilijke communicatie tussen
clinici + verhindering validiteitsonderzoek
- Antwoorden op de test werden nog gezien als projecties/het onbewuste die dan geïnterpreteerd
werden tot hypotheses over innerlijke conflicten
- Interpretatieproces was dus heel intuïtief en zonder systeem
Kritiek op interpretatieproces:
§ Geen eenduidige theorie over onderliggend interpretatieproces -> test moest inzicht geven in
hoe iemand functioneert, maar hoe dit exact moest gebeuren was niet duidelijk
§ Validiteit ambigue/vage stimuli?
§ Subjectiviteit/projecties van de diagnosticus -> interbeoordelaarsbetrouwbaarheid?
(Interpretatie van 2 onderzoekers kan anders zijn)
§ Beperkte psychometrische kenmerken
Comprehensive system (CS)
- Sinds Hermann Rorscharch hebben een aantal psychodynamischi andere scoringsmethodes
gehanteerd om de psychometrische status van de test te verbeteren
- CS = standaardisatie van ROR door Exner (1974)
- Bedoeld om bestaande systemen te verenigen tot unitair systeem met meest valide administratie,
scoring en interpretatie
- Meest/internationaal gebruikt = empirische onderbouwing + ontwikkeling normen -> het werd
mogelijk om cross culturele verschillen te onderzoeken
- Theoretische redeneringen voor interpretatie worden vermeden -> theorievrij instrument
- Begrijpen in plaats van beschrijven
- CS verbeterde de psychometrische status van de ROR, maar nog steeds veel kritieken
§ CS minimaliseert nadruk op projectieve aspecten van de responsen -> Exner stond sceptisch
tegenover de projectieve hypothese, volgens hem waren de antwoorden op de Rorscharch-test
bepaald door de stimulus eigenschappen van de tekeningen en NIET door de binnenwereld
van de patiënt
§ CS ging ervanuit dat de tekeningen weldegelijk op iets leken en de meerderheid van de mensen
hetzelfde antwoord zal geven -> wat redenering van Rorscharch zelf tegengaat
§ Atheoretisch/theorie-neutraal systeem
§ Volgens CS is Rorschach = probleemoplossingstaak en geen verbeeldingstest
§ Perceptietaak is niet gelijk aan projectieve methode: perceptie gaat associatie vooraf
§ De mate van projectie is afhankelijk van de innerlijke dynamiek en niet van de test zelf
§ Antwoorden zijn resultaat van informatieverwerkingsprocessen beïnvloed door cognitieve
psychiatrische en omgevingskenmerken
3
, Meetpretentie
- Onderliggende persoonlijkheidsstructuur (op basis van perceptuele taak)
§ Toestandsbeeld gevormd door huidige gedachtes en gevoelens
§ Duurzame disposities die de persoonlijkheidstrekken vormen
- Persoonlijkheidsdynamiek (op basis van associatietaak)
§ Onderliggende behoeftes en conflicten
Afname
- Duur: ongeveer een uur
- Twee fasen:
1. Responsfase: “wat zou dit kunnen zijn?”
2. Navraagfase: “waar in de plaat zie je dat?” (locatie); “wat maakt dat je dat ziet?” (determinanten)
-> geen zinspeling <> psychodynamische traditie
- Geldig testprotocol: minstens 14 antwoorden op 10 vlekken (1 antwoord/plaat)
- Letterlijk de antwoorden en non-verbaal gedrag registreren
- Voorkeursopstelling: niet tegenover maar naast elkaar
§ Niet verbale cues van diagnosticus vermijden
§ Geen suggestieve vragen
- Opletten voor contextfactoren (motivatie, vermoeidheid, …)
Persoonlijkheidsmeting in CS
Persoonlijkheidsbeschrijving op basis van drie taken:
- Manier waarop mensen hun antwoorden structureren, geeft aan hoe ze dingen in het dagelijkse leven
structureren
Voorbeeld: mensen die veel aandacht schenken aan details van de prenten, grote kans dat ze in het
dagelijkse leven ook het overzicht verliezen
- Antwoorden gebaseerd op de vorm van de vlek -> ziet de participant de dingen wel accuraat
Voorbeeld: antwoorden van iemand met schizofrenie zullen niet in lijn zijn met de werkelijke vorm vd vlek
2. Associatietaak
3. Gedragsmatige component
- Manier waarop ze omgaan met de kaarten en antwoorden formuleren
Drie soorten informatie:
1. Structurele
2. Inhoudelijke/thematische -> geven een idee over de zorgen, attitudes, …
3. Gedragsmatige -> gedrag dat vertoond wordt tijdens afname, geeft meer info over interpersoonlijk
functioneren
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Studentjeeeeee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,86. Je zit daarna nergens aan vast.