Voorkennis
4 a kalk (s) + azijnzuur (aq) koolstofdioxide (g) +
Opdrachten water (l) + calciumacetaat (aq)
b Let op de fase van de reactieproducten.
1 Let op de fase van de stoffen. Als er geen gasbelletjes meer ontstaan, is de
reactie afgelopen.
c Gebruik de stappen van Zo Doe je Dat ‘Rekenen
met de massaverhouding’ op pagina 47. Laat de
andere reactieproducten in de verhoudingstabel
weg.
1 kalk + azijnzuur koolstof-
dioxide
2 100 g 44 g
3 … mg 875 mg
4 (100 × 875) : 44 = 1989 mg
5 Er heeft dus 1,989 g kalk gereageerd.
5 a koperoxide (s) koper (s) + zuurstof (g)
b Stoffen die niet veranderen door elektrolyse,
thermolyse of fotolyse.
3.1 Het Periodiek Systeem
Opdrachten
2 Geef duidelijk de afstand tussen de moleculen aan. 6 a 1 Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
a In een gas zijn de moleculen ver uit elkaar. 2 Atomen zijn niet te vernietigen.
Daardoor is er veel ruimte tussen de moleculen 3 Alle atomen van één soort zijn aan elkaar
en kunnen moleculen van een ander gas er gelijk.
gemakkelijk tussen. b Atomen zijn niet te vernietigen. Bij een reactie
verdwijnen de moleculen van de beginstoffen en
ontstaan andere moleculen.
7 a Al d Br
b Sn e O
c S f Ne
8 a kwik d calcium
b lood e stikstof
c ijzer f natrium
9 a In het periodiek systeem zijn de perioden de
horizontale rijen. De elementen in de perioden
3 a ijzererts (s) ijzer (s) + zuurstof( g) zijn geordend naar opklimmende massa.
b Gebruik de wet van massabehoud. De groepen zijn de verticale kolommen. De
De reactie moet voldoen aan de wet van elementen in dezelfde groep hebben
massabehoud. De massa van ijzer en zuurstof is overeenkomstige eigenschappen.
gelijk aan de massa van ijzererts. b Elementen met overeenkomstige eigenschappen
Uit 90 g ijzererts ontstaat 70 g ijzer en hebben, staan onder elkaar in dezelfde groep.
90 g – 70 g= 20 g zuurstof. c De niet-metalen staan aan de rechterkant.
Waterstof (H) is ook een niet-metaal, dat staat
links bovenin.
, 10
Practicum 1
Eigenschappen van natrium en calcium
3 Natrium smelt bij aanraking met water. Het water
begint dan te bruisen. Soms ontbrandt natrium ook.
6 De reageerbuis wordt warm.
8 Je hoort een plofje/knalletje.
A Bij het bruisen ontstaat een gas, en het natrium
ontbrandt soms spontaan bij aanraking met water.
B Handen zijn ook een beetje nat. Het natrium en
calcium zal dan meteen in de hand reageren.
C waterstofgas
11 D Kalium staat in dezelfde groep als natrium, het zal
ook zeer snel reageren met water en mogelijk ook
element periode groep metaal/niet- ontbranden.
metaal
Ni 4 10 metaal Demo 2
Mn 4 7 metaal Stroomgeleiding van twee elementen
Cl 3 17 niet-metaal 2
P 3 15 niet-metaal
12 a periode 6, groep 12
b Metalen zijn vast bij kamertemperatuur, kwik is
dan vloeibaar.
c Kwik geleidt stroom.
13 a Verschillen tussen jood, broom en chloor.
1 De kleur van het gas verschilt, chloor is geel,
broom is rood en jood is paars.
2 Bij kamertemperatuur is chloor een gas,
broom is dan vloeibaar en jood is dan vast.
Overeenkomsten van jood, broom en chloor
1 Ze zijn giftig.
2 Ze zijn erg reactief. 3 Voor het smelten van zwavel is een kleurloze vlam
b Fluor is een halogeen en is daarom erg reactief nodig. De gele kleur van zwavel verandert bij het
en giftig. smelten in bruinrood.
Het is een gas, want het kookpunt ligt onder de Voor het smelten van lood is een sterk ruisende vlam
kamertemperatuur. nodig. Gesmolten lood is lichter grijs dan vast lood.
vast vloeibaar
14 a Helium staat bijna helemaal bovenaan in het lood geleidt stroom geleidt
periodiek systeem. Het is dus een element met stroom
een kleine massa. Lucht, met stikstof en zuurstof, zwavel geleidt geen geleidt geen
bevat zwaardere elementen. stroom stroom
b Bij de ontleding van water heb je een eigenschap
van waterstof aangetoond.
A Een metaal geleidt de stroom, een niet-metaal
Helium is een edelgas en reageert niet met
geleidt geen stroom.
andere elementen.
B Dan zou je nog andere metalen en niet-metalen
Waterstof is brandbaar, helium is niet brandbaar.
moeten testen. Grafiet kan ook een uitzondering zijn
op de regel, dat niet-metalen geen stroom geleiden.
15 a Neon en argon waren nog niet ontdekt.
b groep 18
c Deze gassen reageren niet met andere
elementen.
d Ar
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yoursuperhero15. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.