Kennistoets 3.2 Gezondheid & Preventie (G&P) + Maatschappij
& Organisatie (M&O)
Leerjaar 1 2018 – 2019
Aantal vragen: 60
Gezondheid & Preventie
GP 3.1 Preventie en gezondheidsbevordering in de GGZ
o Uitleggen wat de preventieve taak van de verpleegkundige is bij zorgvragers met
psychische stoornissen.
o Uitleggen welke algemene barrières er zijn ten aanzien van gezondheidsbevordering in de
GGZ
o De essentie van signaleringsplannen verwoorden met behulp van een voorbeeld.
Intervention mapping stap 1: analyse van het gezondheidsprobleem
In deze stap verkennen we of gezondheidsbevordering kan bijdragen aan de oplossing van het
gezondheidsprobleem. Eerst willen we meer inzicht krijgen in het gezondheidsprobleem.
Wat is het gezondheidsprobleem? Welke invloed heeft het gezondheidsprobleem op de
kwaliteit van leven?
Voer een analyse uit van het gezondheidsprobleem aan de hand van de
gezondheidsindicatoren.
Wat is de relatie tussen het gezondheidsprobleem en (gezondheids)gedrag?
Voer een gedragsanalyse uit met een inventarisatie van relevantie leefstijlfactoren.
Wat is de relatie tussen het gezondheidsprobleem en de omgeving?
Voer een omgevingsanalyse uit met een inventarisatie van relevantie
omgevingsfactoren.
Welke gedragsdeterminanten bepalen de intentie en het (gezondheids)gedrag?
Intervention Mapping stap 1: analyse van leefstijl & gedrag
Gedragsdeterminanten of sociaal-cognitieve determinanten, bepalende factoren van gedrag,
kunnen achterliggende redenen van mensen zijn om zich op een bepaalde manier te gedragen.
Naast het niet weten of je je risicovol gedraagt en de complexiteit van meerdere leefstijlfactoren
die een rol spelen bij één gezondheidsprobleem, is er een derde factor die maakt dat
gezondheidsgedrag complex is: bepaald gedrag kan uiteenvallen in deelgedragingen. Bijvoorbeeld:
bij bewegingsgedrag kan het gaan om sporten of om bewegen gedurende je werk of thuis. Om de
achterliggende redenen van patiënten om zich op een bepaalde manier te gedragen helder te
krijgen, moet je weten over welk deelgedrag het precies gaat.
Barrières (oorzaken) ten aanzien van gezondheidsbevordering:
Veel voorkomende barrières waar mensen tegenaan lopen, zijn tijd, externe omstandigheden en
voorwaarden die de persoon koppelt aan het uitvoeren van het gedrag. Een barrière zorgt ervoor
dat een positieve intentie in de loop van de tijd verandert in een negatieve intentie.
Voorbeelden:
Pijn kan een barrière zijn voor bewegen.
Slaapproblemen: geen energie voelen om zaken te ondernemen.
patiënten die antidiuretica (plastabletten) moeten slikken, hebben een positieve intentie
om dagelijks hun medicatie in te nemen, maar ervaren het veelvuldig naar het toilet
moeten als een barrière, waardoor zij hun medicatie-inname afstemmen op hun verblijf
buitenshuis.
Signaleringsplan = een methodiek die als doel heeft ervoor te zorgen dat het optreden van een
psychische crisis voorkomen wordt. Zonder garantie op succes, maar degelijk zin vol voor zowel
cliënt als groepsleider.
Een signaleringsplan bestaat uit twee delen:
1) Beschrijving van vroege voortekenen van een crisis in afzonderlijke fasen.
1
, Vroege voortekenen zijn veranderingen in de beleving (denken/voelen) of het gedrag bij
de cliënt die een naderende crisis aankondigen. Een dreigende crisis ontstaat meestal
niet van het ene op het andere moment, kan in een aantal dagen of weken.
2) Een beschrijving wat de cliënt, sociaal netwerk en groepsleiders het beste kunnen doen bij
zo’n dreigende crisis in de afzonderlijke fasen die aan een crisis voorafgaan.
De vijf uitgangspunten van een signaleringsplan:
1) De belevingswereld van de cliënt is het vertrekpunt.
Er wordt aangesloten bij:
- Dagelijkse realiteit
- Doelen die cliënt zelf stelt
- Ontwikkelingsfase: intelligentie niveau, sociaal-emotionele ontwikkeling
2) Het signaleringsplan is een ‘plan op maat’.
Vanwege het unieke karakter van iedere situatie is het noodzakelijk dat dit voor ieder
individueel opgesteld wordt.
3) Het werken met een signaleringsplan is een gezamenlijke activiteit van de cliënt, zijn
sociaal netwerk als groepsleider/behandelaar.
Onderzocht dient te worden welke bijdrage éénieder kan leveren, om inzichtelijk te
maken wat ieders mogelijkheden zijn.
4) Het signaleringsplan behoeft voortdurend bijstelling.
Het kan zijn dat in de loop van de tijd nieuwe gegevens beschikbaar komen over
karakteristieke voortekenen, de patiënt kan nieuwe coping vaardigheden aangeleerd
hebben die in het actieplan opgenomen kunnen worden, er kan uitbreiding of
inkrimping van het netwerk plaatsgevonden hebben etc.
5) Een positief waarderende houding van de hulpverlener.
Leidt tot de beste leerresultaten
Voorbereidende fase op een signaleringsplan:
Een voorbereidende fase is ter voorbereiding voor het opstellen van een signaleringsplan. De
belangrijkste interventie hierbij is het bepalen welke werkwijze je volgt bij de introductie van de
methodiek signaleringsplannen.
Stappen van de voorbereidende fase:
1. Geef uitleg over de doelstelling van dit gesprek
informeren van cliënt en sociaal netwerk in begrijpelijke taal en vaststellen van de
bereidheid tot samenwerking.
2. Probeer in begrijpelijke taal voor de cliënt uit te leggen wat een signaleringsplan inhoud en
wat vroege signalen en interventies zijn. Maak gebruik van voorbeelden.
3. Geef uitleg over de stappen die gevolgd moeten gaan worden om een signaleringsplan op
te stellen en er effectief gebruik van te maken
De stappen zijn de voorbereiding, het inventariseren van vroege voortekenen en vroege
interventies en het opstellen van het signaleringsplan.
4. Bespreek welke mogelijke positieve effecten het werken met signaleringsplannen zouden
kunnen opleveren voor de cliënt en zijn sociaal netwerk.
Mogelijke positieve effecten zijn het voorkomen of uitstellen van terugval, toename
autonomie, minder afhankelijkheid van hulpverlening, verantwoordelijkheden worden
vast gelegd.
5. Geef uitleg over de bijdrage die de cliënt, sociaal netwerk en groepsleider/behandelaar
kunnen leveren aan het werken met een signaleringsplan. Ga ook na op welke wijze zij
betrokken willen worden.
6. Vraag tot slot na of de cliënt en zijn sociaal netwerk de informatie uit dit introductie-
gesprek goed begrepen hebben.
Inventarisatiefase:
Centraal staat een goede beschrijving van de vroege voortekenen van de cliënt. Hiervoor is het
noodzakelijk om een reconstructie te maken van een eerdere decompensatie. Informatiebronnen
hiervoor zijn:
Informatie van behandelaar en collega groepsleiders.
Informatie van cliënt zelf.
Informatie sociaal netwerk
2
, Opstellen en monitoren van een signaleringplan:
In deze fase ga je aan de hand van de gekozen belangrijkste vroege voortekenen acties formuleren
die ondernomen moeten worden wanneer de voortekenen optreden. Hierbij maak je onderscheid
tussen acties door cliënt zelf en door sociaal netwerk en groepsleider of behandelaar. Uit de
omschrijving van de acties moet duidelijk worden wie de actie uitvoert, om welke actie het gaan,
hoe de actie wordt uitgevoerd, wanneer en hoe vaak. Dan wordt het signaleringsplan vastgesteld
en worden afspraken gemaakt, zoals over de evaluatie.
Een signaleringsplan kent drie fasen:
Fase 0: de situatie is normaal/stabiel (evenwicht).
Fase 1: het voorteken is licht tot matig aanwezig (dreigende crisis).
Fase 2: het voorteken is in ernstige mate aanwezig (decompensatie).
GP 3.2 Gedragsverandering en begeleiding bij zorgvrager met angststoornis.
o Een psychisch gezondheidsprobleem (angststoornis) analyseren m.b.v. het model van
Lalonde.
o Aanknopingspunten voor gedragsverandering verwoorden bij zorgvragers met
angststoornissen.
Model van Lalonde = model om invloeden op gezondheid een plaats geven, waarbij gezondheid
en het bevorderen van gezondheid centraal staan.
Endogene gezondheidsdeterminanten: intern milieu = persoonsgebonden factoren die zich
in het menselijk lichaam afspelen en die van invloed zijn op de gezondheid
- Genetische factoren
- Verworden eigenschappen
Gezondheidsdeterminant leefstijl & gedrag = de invloed die het gedrag van mensen op
gezondheid en op het ontstaat of verergeren van gezondheidsproblemen. Het gaat zowel
om iemands beweegredenen om zich op een bepaalde manier te gedragen als om het
werkelijke gedrag.
Exogene gezondheidsdeterminanten: fysieke omgeving =
- Fysieke omgeving = factoren buiten het menselijk lichaam die van invloed zijn op
de gezondheid en het ontstaan of verergeren van gezondheidsproblemen.
- Maatschappelijk omgeving = geeft de plaats van mensen weer binnen de
maatschappij. Deze plaats heeft een belangrijke invloed op de gezondheid en
gevoel van welbevinden.
Gezondheidsdeterminant medische zorg & preventie = gaat om allerlei
gezondheidsvoorzieningen, zowel curatief als preventief, voor gezondheid en eht
voorkomen of verergeren van gezondheidsproblemen.
ASE-model = model waarmee gedrag verklaard en geanalyseerd kan worden.
Attitude = houding ten opzichte van bepaald gedrag.
3