Sociaal veranderen – Beroep sociaal werk – Samenvatting
H2 Social Work in Europe: from Charity to Market
Introductie
- Tijdens de middeleeuwen had de christelijke kerk een invloed op de Europese gemeenschap.
Liefdadigheid was een verantwoordelijkheid en een signaal van iemands medelijden. De liefdadigheid
was een directe opluchting/verlichting (geld geven etc.), in plaats van het veranderen van de oorzaak
van armoede.
- ‘Poor relief’ was ook voor mensen die niet konden werken. Men die wel kon werken (welvarende)
werden aan het werk gezet in een plek waar materialen waren waarmee de mensen wel konden
werken. De luie armen werden naar een huis voor correctie of zelfs een gevangenis gestuurd. De
welvarende die niet wilden werken werden ook in huizen ter correctie geplaatst.
De verlichting
- In de 18e eeuw, na de hervorming, stond sociaal werk in een nieuw kader van zorg, verheffen van de
armen naar goede en respectabele burgers.
- In de 18e eeuw geloofden ze sterk dat respectabele leden van de maatschappij de armen normen en
waarden moesten bijbrengen. Burgerlijke gemeenschappen hadden niet alleen de
verantwoordelijkheid om men materiële zorg te bieden, ze moesten hen transformeren naar hard
werkende mensen.
- Mensen uit de verlichting (zoals Voltaire, Diderot en Kant) waren ervan overtuigd dat goede
morelen universeel waren en alle mensen een redelijk persoon konden worden.
- Volgens Kant was dit alleen mogelijk als zij werden opgeleid door redelijke personen zoals leraren of
priesters.
- Kant was er ook van overtuigd dat morele opvoeding de armen kon beschermen tegen ellende en
hen kon veranderen in onafhankelijke burgers.
- Om vrij te zijn, volgens Kant, moet je je eigen rationele principes volgen i.p.v. iemands verlangens.
De ontwikkeling van welvaartsstaten in Europa
- Tot de 19e eeuw zette de regering geen sociale activiteiten in voor zorg en verheffen van de
kwetsbare burgers. Dit is veranderd met de opkomst van de industrie in het begin van de 19 e eeuw.
- Het werd duidelijk dat de burgerlijke maatschappij de sociale problemen niet alleen kon oplossen.
De staat bracht sociale verzekering schema’s.
- Vanaf dat moment werd Europa een welvaartsstaat.
- Publiekelijke studiesystemen waren voor het eerst in Frankrijk geïntroduceerd aan het begin van de
19e eeuw, gericht op de behoefte aan hulp bij huiselijke en publieke gezondheid metingen.
- In Nederland heeft de minister van burgerlijke bescherming de Noodwet ouderdomsvoorziening
ontworpen en heeft een sociaal beveiligingssysteem voor werklozen en weduwen ontworpen in
1957.
- Het doel van de welvaartsstaat is om economische gelijkheid te creëren of om rechtvaardige
standaarden te garanderen voor iedereen.
- De welvaart geeft zorg, pensioen etc. Sommige worden via de verzekering betaald en anderen via
belasting.
1
,Kapitalisme en sociaal werk
- Na het einde van de koude oorlog, begon het kapitalisme in 1960 als basis principe van de
welvaartsstaat.
- De omarming van het zakenleven binnen het sociaal werk is een neutrale trend, waar alle sociaal
werkers het mee eens zijn, namelijk de modernisering van het sociaal werk en het efficiënter werd
door de toepassing van bijzondere en waardevolle expertise.
- Hoewel mensen van het kapitalistische mechanisme klagen dat maatschappelijk werk wordt geleid
door managers wiens primaire taak vaak budget beheren is i.p.v. te voldoen aan de behoeften van
klanten en vaak wordt bemand door gedemoraliseerde beoefenaars waardoor steeds meer het
gevoel vervreemd van hun organisaties, wat nu sociaal werk heet.
- Aan het eind van de 19e eeuw werd de regering een groot sociaal werk systeem met wetten en
sociale zekerheden. De staat helpt de burgers vaak uit solidariteit en menselijke overweging
gebaseerd op sociale principes.
- Vanaf 1970 werd de markt een grote web van sociale diensten, zoals individuele
verantwoordelijkheid, voort wat hoort wat en kopen van hulpdiensten.
-
Focus Income Service Regulation
Markt Individueel Werken Kopen Wederkerigheid
Burgerlijke Familie Delen Gratis zorg Affectie
gemeenschap Gemeenschap Goed doel Gratis Normen
naastenliefde
Regering Regering Sociale zekerheid Subsidiëren Wetten
Abrahamson’s (1994) welvaartstriangel
- Met de aanvaarding van de markt als een sociaal mechanisme bestaan er tegenwoordig
mechanismen die sociaal werk activiteiten coördineren: burgerlijke gemeenschap, de staat en de
markt.
- Volgens Peter Abrahamson maakt elke samenleving beslissingen over welke sociale problemen
worden opgelost door welk mechanisme.
- In andere staten is burgerlijke gemeenschap voornamelijk verantwoordelijk voor de levering van
sociale diensten. In andere staten zijn sociale zekerheidsregelingen door de regering gesubsidieerd.
In andere landen is de markt voornamelijk verantwoordelijk voor de levering van sociale diensten.
- Abrahamson beschreef deze drie mechanismen in een figuur welzijnsdriehoek.
Marktgeld Staat/macht
Burgerlijke initiatieven/solidariteit
2
,-Om duidelijk te krijgen welk mechanisme (markt, staat, burgerlijke gemeenschap) domineert in
welke verzorgingsstaat, studeerde Esping-Andersen (1990) de manier waarop mensen afhankelijk
waren van de overheid, de markt of particuliere organisaties voor maatschappelijk welzijn. Hij stelde
voor dat wanneer wij ons richten op de principes van de welvaartsstaat, variaties niet lineair
verdeeld waren rond de gemeenschappelijke noemer.
- Zij zijn geclusterd rond drie zeer uiteenlopende regime-types, elk georganiseerd volgens haar eigen
discrete logica van organisatie, stratificatie en maatschappelijke integratie. Daarbij was hij in staat
om drie soorten welvaartsstaten in Europa te onderscheiden: liberale, corporatistische en
sociaaldemocratisch).
Esping-Anderson’s (1990) ‘three forms of welfare capitalism’ in Europa
- Hoe was Esping-Anderson in staat om de wereld samen te stellen aan drie kwalitatief andere
verzorgingsstaat logica? Bij de beantwoording keek hij naar standpunten van de twee aspecten van
welzijn:
1. Mate van ontbinding (= de mate waarin een sociale service is teruggegeven als een kwestie van
recht en de mate waarin een persoon zich van levensonderhoud kan verzorgen zonder te rekenen op
de markt;
2. Hun soort sociale gelaagdheid en solidariteit (= welk systeem van de sociale gelaagdheid wordt
bevorderd door het sociale beleid. Bouwt de verzorgingsstaat smalle of brede solidariteit?
- Gebaseerd op onderzoek van Esping-Anderson zijn er hoge mate van desintegratie en solidariteit
gevonden in de Scandinavische, sociaaldemocratisch beïnvloedde welzijnsstaat. Hij vond lage mate
van desintegratie en solidariteit in liberale Anglo-Saxon landen.
- Ten slotte vond hij een lage mate van desintegratie en sociale strategieën in conservatieve
Europese landen.
Liberale type:
- Het liberale soort van welzijnskapitalisme legt de nadruk op individuele verantwoordelijkheid,
wederkerigheid en het primaat van de markt. De werking van de markt is aangemoedigd door de
staat, ook actief door het subsidiëren (sponsoren) van particuliere welzijnsregelingen, of passief door
het houden van sociale conflicten op een bescheiden niveau te houden.
- Er is een herverdeling van inkomens mogelijk binnen dit type welvaartsstaat, de focus op sociale
rechten en kwetsbare mensen is laag.
- De werking van de liberale principes van gelaagdheid leidt tot verdeling van ‘hebben’ en ‘niet
hebben’: aan de ene kant minderheid met een laag inkomens afhankelijken, aan de andere kan een
meerderheid van mensen die particuliere sociale verzekeringen kunnen veroorloven. Voor deze
reden wordt liberale welzijn gekenmerkt door een laag niveau van desintegratie.
- Het mechanisme van de liberale verzorgingsstaat gaat terug tot het werk van Adam Smith, die de
theorie bedacht dat individuen morele en economische leven structuur kunnen geven zonder richting
van de staat.
- Smith betoogd dat de markt zichzelf niet kan reguleren en meer zal produceren dan de beperkte
markten die de norm destijds waren. Hij gaf de regering de rol om taken die niet toevertrouwd
waren aan ‘profit motive’, zoals voorkomen dat individuen geweld of fraude plegen en de productie
verstoren.
Conservatieve type
- Er is een wereld van conservatieve/corporatistische welvaartsstaten, die worden gekenmerkt door
een matig niveau van desintegratie. Dit type regeling wordt gevormd door aan de ene kant de
historische erfenis van het katholieke sociale beleid, aan de andere kant het gemeenschapsdenken.
- Deze mix heeft drie belangrijke gevolgen: directe invloed van de staat is beperkt tot het versterken
van de voordelen van het inkomen van iemands beroep.
- In conservatieve ondemocratische regering blijft solidariteit klein en gemeenschappen/gezinnen
3
, moeten zorgen voor zichzelf.
- Een belangrijk kenmerk is het principe van steun: de staat zal zich alleen bemoeien als het netwerk
uitgeput is.
- Morcover, arbeidsmarkt deelname door getrouwde vrouwen wordt sterk afgeraden, doordat
corporatistische ondemocratische regeringen (beïnvloed door de kerk) betrokken zijn bij het behoud
van het traditionele gezin.
- De conservatieve mechanismen staat centraal in het werk van Burke, die beweerd dat sommige
mensen minder mogelijkheden hebben dan anderen, sommige mensen kunnen beter regeren dan
anderen.
- Volgens Bruke is het niet de staat, maar deze betere mensen hadden de verantwoordelijkheid om
de achterlopende burgers op te leiden.
- De vooruitgang kan niet afkomstig zijn uit liberale abstracties zoals een reden, maar van
versnipperde vooruitgang d.m.v. ervaringen en voortzetting van het netwerk. Hij betoogde dat
tradities gebaseerd zijn op wijsheid van vele generaties, de reden is een masker voor de voorkeuren
van één iemand, de wijsheid van maar één generatie.
Sociaal democratische type
- Esping-Anderson herkende een sociaaldemocratische wereld van welzijnskapitalisme. Het niveau
van de desintegratie is hoog en de sociaaldemocratische principes van stratificatie is gericht op het
bereiken van een systeem van gelijke distributieve voordelen.
- Vanuit een sociaaldemocratisch oogpunt moet de kloof tussen ‘hebben’ en ‘niet hebben’ gesloten
worden.
- In tegentelling tot het liberale welzijn, sluit dit type de markt uit en houdt de regering
verantwoordelijk voor de kwetsbare burgers.
- Sociaal beleid in dit type verzorgingsstaat is gericht op een maximalisatie van mogelijkheden voor
elk individu. Vrouwen worden aangemoedigd om te participeren in de arbeidsmarkt. Landen die tot
dit type behoren hebben over het algemeen voor alle mensen werkgelegenheid. Alleen door te
zorgen dat iedereen een baan heeft is het mogelijk om zo’n hoog niveau van solidariteit te hebben.
- Het sociaaldemocratische mechanisme is geworteld in het werk van Marx, die kritiek had op de
gevolgen van de industrialisatie. Marx en andere socialisten delen de overtuiging dat het kapitalisme
ten onrechte zich concentreert op macht en rijkdom, dit leidt tot een ongelijke samenleving met
ongelijke kansen. Daarom pleiten sociaaldemocraten voor het oprichten van een gelijke samenleving,
waarin rijkdom en macht gelijk verdeeld is, hoewel er een aanzienlijk meningsverschil is onder
socialisten over de vraag hoe en in welke mate dit bereikt kan worden.
- Esping-Andersen: (mechanismen)
Liberaal: laag niveau van desintegratie, marktonderscheiding van welzijn;
Conservatief: matig niveau van desintegratie, sociale conflicten zijn meestal gebaseerd op
voormalige bijdragen en status;
Sociaaldemocratisch: hoog niveau van desintegratie, universele voordelen en hoge mate van
gelijkheid.
- Als we de driehoek van Abrahamson koppelen met Andersons model, blijkt dat de conservatieve
staten het mechanisme van de maatschappelijke middelvelden kiezen om te zorgen voor kwetsbare
mensen. Het is duidelijk dat liberale welvaartsstaten wensen dat de marktmechanismen sociale
werkprogramma’s ontwikkelen en dat sociaaldemocratische welvaartsstaten een regering wensen
die verantwoordelijk is om dat te doen.
Nederlands: hybrid case
- Als we kijken naar Nederland, zien we dat Esping-Andersen NL de sociaaldemocratische type
toekend.
- Korpi en Palme zagen het zo royaal georiënteerd: beveiligingstype. Dit was ook de keuze van Visser
en Hemerijck, misschien wel de belangrijkste specialisten van NL.
4