Deze samenvatting bevat alle 10 de tijdvakken die je moet kennen op VWO voor het eindexamen. Ieder tijdvak is uitgewerkt door middel van de kenmerkende aspecten. Deze worden ook nog één voor één uitgelegd.
Tijdvak 1: tijd van jagers en boeren
prehistorie, tot 3000 v.Chr.
1. de levenswijze van jager-verzamelaars
We weten niet veel uit deze tijd, want er zijn weinig bronnen overgeleverd. Deze
bronnen hadden een aantal kenmerken:
1. Ze waren ongeschreven→ hierbij was geen schrift gebruikt, omdat het er nog
niet was.
2. Ze waren primair→ de bronnen kwamen uit die tijd zelf (uit de eerste hand)
Er werd geleefd door middel van jagen en verzamelen. Men leefde in kleine
nomadische groepen en hierbij was geen georganiseerd bestuur. Er waren weinig
sociale verschillen en er was een strikte rolverdeling tussen man en vrouw.
2. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Rond 9000 v.Chr. begon de landbouwrevolutie/Neolithische landbouw in de
vruchtbare halve maan (Midden-Oosten).
● De landbouw ontstond hierdoor het goede klimaat→ er was voedsel in
overvloed waardoor de jager-verzamelaars niet meer rond hoefde te trekken.
Hierbij wordt ook een begin gemaakt aan de akkerbouw→ gewassen worden
niet meer verzameld, maar ze worden zelf geprobeerd te maken.
● Later werd ook geprobeerd om de wilde beesten te temmen en zo ook aan
veeteelt te doen.
● De dorpen werden bestuurd door dorpsoudsten en priesters
Deze revolutie begon op een aantal plekken in de wereld tegelijkertijd, maar wel
allemaal onafhankelijk van elkaar.
3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
● Akkerbouw (zelf planten van zaden), veeteelt (houden van vee) en nieuwe
uitvindingen leidde uiteindelijk tot een verhoging van de voedselproductie.
Deze verhoging zorgde er ook voor dat dorpen konden gaan groeien.
● Door de nieuwe uitvindingen ontstonden er ambachtslieden en samen met de
verhoogde voedselproductie leidde dit weer tot handel. Op de kruispunten van
handelswegen ontstonden in de loop der tijd steden.
● De eerste stedelijke gemeenschappen ontstonden in Egypte en Mesopotamië
(in Mesopotamië als eerste). Hier ontstond uiteindelijk ook het schrift, maar in
allebei de landen een ander schrift.
, Tijdvak 2: tijd van grieken en romeinen
oudheid, 3000 v.Chr. - 500 n.Chr.
4. de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Griekenland bestond niet, maar de Griekse wereld wel. Deze wereld bestond uit
verschillende stadstaten (poleis), die stuk bij stuk allemaal zelfvoorzienend en
zelfbestuurd waren. Iedere polis had hierbij ook een eigen staatsvorm:
monarchie: macht ligt bij 1 persoon
aristocratie: regering was van adel
democratie: regering gekozen door bevolking met burgerrecht. In Athene hadden
alleen mannen wiens voorouders in de polis Athene waren geboren het kiesrecht.
● Filosofen zoals Plato en Socrates gingen uitzoeken welke manier van regeren
het beste was. Dit was dan ook het begin van de wetenschap.
● Er ontstond een Griekse beschaving en de Griekse cultuur werd uitgebreid
doordat sommige groepen Grieken besloten kolonies te gaan stichten.
5. de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur
zich in Europa verspreidde
Rome was een stadstaat die was uitgebreid tot een Romeins Imperium, onder
leiding van een keizer of van het volk.
Redenen voor de groei:
● ze hadden het beste leger
● het rijk had goed verdedigbare grenzen
● er was een goede infrastructuur
● er was een goed bestuur
Als veroverde vorsten meewerkte behielden zij hun macht en kregen zij het
Romeinse burgerschap→ romanisering (het romeinse rijk breidde zich uit en ook met
de cultuur)
De Romeinen hadden ook voorbeelden→ de Grieken. Toch keken ze ook neer tegen
te grieken. Rome neemt Griekenland in→ Griekse wereld neemt een beetje bezit
van de Romeinen.
Omdat de Romeinen zo opkeken tegen de Grieken, namen ze de cultuur over→
ontstaan van de Grieks-Romeinse cultuur die door de veroveringen van de
Romeinen over heel Europa verspreid werd.
,6. de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
→ ook wel klassieke cultuur genoemd
→ wordt onderverdeeld in beeldhouwkunst en architectuur
Griekse beeldhouwkunst: Romeinse beeldhouwkunst
● 3D 3D
● alles klopt menselijk (anatomisch correct) anatomisch correct
● naakt gekleed
● geperfectioneerd realistisch
7. de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse
cultuur van Noordwest-Europa
De Romeinen keken neer op de Germanen→ ze vonden het barbaren, maar ze
vonden hun toch ook wel dapper en sterke krijgers.
De Germanen bewonderde de Romeinse cultuur en namen hem daarom soms over
● De Romeinen en Germanen verschilde in leefwijze, maar toch hadden ze wel
contacten links en rechts:
■ handel
■ Germanen in Romeins leger
■ Germanen verhuizen naar het Romeinse Rijk
Er waren groepen Germanen vallen het Romeins Imperium binnen, omdat:
● goede landbouwgrond
● Romeinse welvaart
→ dit zorgde voor chaos → hervormingen van het Romeinse bestuur→ definitieve
splitsing van het West- en het Oost-Romeinse Rijk.
Allerlei Germaanse stammen trokken het Romeinse Rijk in, omdat veel Germanen er
al leefden. Deze Germanen sloegen op de vlucht voor de Hunnen.
→ ook dit zorgde weer voor chaos→ ineenstorting van het West-Romeinse Rijk,
vanwege financiële redenen
8. de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste
monotheïstische godsdiensten
● Deze twee godsdiensten zijn ontstaan in Palestina
● Monotheïstisch→ 1 god
Het christendom ontstaat in de tijd van het Romeinse Rijk→ Jezus is een jood en
een Romeinse burger
, Christendom in het Romeinse Rijk:
Jezus wordt gearresteerd en zijn volgelingen verspreiden zijn boodschap, maar
hiervoor worden ze streng vervolgd, want:
● ze geloven niet in Romeinse goden
● ze zeggen dat ze niet naar de keizer gaan luisteren→ Jezus is de
belangrijkste koning
Toch blijft het christendom groeien→ vooral in steden en in het oosten (waar het
ontstaan is). Vooral de vrouwen, armen en slaven zijn vatbaar voor de boodschap
van jezus.
Langzamerhand wordt het christendom ook populair bij de rijkere burgers→ in de tijd
van de invallen van de Germanen in het Romeinse rijk. De christenen krijgen de
schuld van de chaos in het rijk.
Het christendom blijft toch groeien→ keizer Constantijn zorgt voor het Edict van
Milaan: alle christenen hebben gelijke rechten. Hiermee is Constantijn de eerste
christelijke keizer→ het christendom wordt staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk
gemaakt
Tijdvak 3: tijd van monniken en ridders
vroege middeleeuwen, 500 n.Chr. - 1000 n.Chr.
9. het ontstaan en de verspreiding van de islam
De islam is net zo als het jodendom en christendom monotheïstisch.
De islam is uit beide godsdiensten ontstaan. Ze erkennen jezus (christendom) en
mozes (jodendom) en mohammed.
● In 570 n.Chr. wordt Mohammed geboren en in 610 begon hij de islam te
verspreiden (prediken)
● In 622 n.Chr. moet Mohammed ontvluchten uit Mekka→ ze vinden hem een
onruststoker als profeet, dus hij gaat naar Medina→ hier begint de
islamitische jaartelling (de Hizra) en daarmee ook de islam zelf.
● De islam verspreidde zich vanaf 622 n.Chr:
- de rijken om het rijk van Mohammed waren niet zo sterk
- de drang om het geloof te verspreidde was enorm (jihad)
- islam werd de basis van het bestuur, maar ze waren wel tolerant ten
opzichte van de joden en de christen→ ze mochten hun eigen god
blijven erkennen als ze maar belasting betaalde en je kon niet
opklimmen tot een hogere functie. Toch bekeerde vele mensen zich
naar de islam.
● Toch had Mohammed uiteindelijk genoeg volgers→ hij ging terug naar Mekka.
Op het moment dat hij dood ging, waren er ook conflicten aan de gang, want
wie moest hem nu gaan opvolgen?
1. soennieten (de grootste groep) → leider hoeft geen afstammeling te zijn van
mohammed
2. sjiieten (winnaars) → leider moet wel afstammeling van mohammed zijn
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sfleuren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.