45 oefenvragen van het klinische blok Stress & Anxiety. De vragen gaan over alle zeven de problemen en de drie colleges. Op aparte pagina's staan alle antwoorden op deze vragen met uitleg.
Probleem 1
1. Cognitive appraisal beoordeelt de transaction in stress. Dit bestaat uit
primary and secundary appraisal. Bij de primary appraisal wordt er eerst
beoordeelt of de mogelijke situatie invloed heeft op het welzijn, de situatie
wordt beoordeeld als irrelevant, positief of stressvol. De verdere
beoordeling wanneer een situatie bestempeld is als ‘stressvol’ gaat aan de
hand van drie implicaties. Bij welke implicatie hoort de volgende uitleg het
beste?
‘De verwachting van de toekomstige schade’
a. Harm-loss
b. Threat
c. Challenge
d. Coping
2. Het beoordelen van stress hangt af van enkele factoren, welk van de
onderstaande factoren is geen situationele factor?
a. Motivatie
b. Lastige timing
c. Dubbelzinnigheid
d. Strenge eisen
3. Wanneer het lichaam zich steeds weer moet aanpassen aan nieuwe
stressoren zorgt dit voor een slechte gezondheid. Er zijn vier belangrijke
factoren voor de algemene hoeveelheid lichaamsactivatie of fysiologische
stress. Welke factor sluit aan bij de volgende uitleg ‘sommige mensen
zullen als reactie op een stressor een hoge bloeddruk of stresshormoon
krijgen terwijl anderen maar kleine veranderingen ondergaan’?
a. Amount of exposure
b. Magnitude of reactivity
c. Rate of recovery
d. Resource restoration
4. In welke fase van het general adaption syndrome (Seyle) overheerst de
HPA-axis?
a. Alarm reaction
b. Stage of acitivity
c. Stage of resistance
d. Exhaustion
5. Wat is geen manier voor het meten van stress?
a. Psychosociale arousal meten
b. Gebruik maken life events
c. Gebruik maken van selfreports
d. Gebruik maken van daily hassles
6. Wat is geen conclusie van het artikel van Putman & Roelofs over cortisol?
a. Cortisol gaat negatieve emoties tegen in stressvolle situaties
b. Cortisol inhibeert doelgericht gedrag
c. Door cortisol wordt er minder op angstige gezichten gereageerd
, d. Cortisol bevordert vermijding in angstige mensen
Probleem 2
7. ‘Lieke doet een test om te achterhalen of ze last heeft van de attentional
bias. Hierbij moet ze zo snel mogelijk de kleur van bedreigende of neutrale
woorden opnoemen.’ Van welke methode om de attentional bias te meten
wordt hier gebruik gemaakt?
a. Emotional Stroop Task
b. Dichotic Listening Task
c. Dot Probe Task
d. Spatial Cueing Task
8. Stel dat de attentional bias duidelijk aanwezig is bij Lieke (vraag 7), welke
uitkomst is dan het meest voor de hand liggend?
a. Ze heeft een snellere reactietijd op het benoemen van de kleuren
van de bedreigende woorden
b. Ze heeft een snellere reactietijd op het benoemen van de kleuren
van de neutrale woorden
c. Ze heeft een snellere reactietijd bij de kleur rood omdat dit
geassocieerd zou zijn met bedreiging
d. De reactietijd voor het benoemen van de kleuren is niet afhankelijk
van bedreigende of neutrale woorden
9. Er zijn verschillende modellen die de attentional bias in angst proberen te
verklaren. Welke theorie stelde dat mensen met weinig angst bedreigingen
zullen vermijden?
a. Biased Attentional Direction Account van Williams
b. Cognitive-Motivational Model van Mogg & Bradley
c. Self Regulatory Executive Function Model van Wells & Matthews
d. Attentional Control Theory van Eysenck
10.Van de modellen die in vraag 9 genoemd zijn, is er maar één die vooral
top-down georiënteerd is, de rest bottom-up. Welke is dit?
a. Biased Attentional Direction Account van Williams
b. Cognitive-Motivational Model van Mogg & Bradley
c. Self Regulatory Executive Function Model van Wells & Matthews
d. Attentional Control Theory van Eysenck
11.Wat is de voornaamste reden dat fear extinction onderzoeken vaak
uitgevoerd worden op knaagdieren?
a. Het is goedkoper dan met mensen
b. Knaagdieren zijn makkelijker te conditioneren dan mensen
c. Knaagdieren kunnen niet zomaar uit het experiment stappen als het
ze teveel wordt
d. Knaagdieren hebben dezelfde hersenstructuren die betrokken zijn
bij angst conditionering als mensen
12.Van de 95% die een trauma meemaken, ontwikkelt 10-30% een
angststoornis. Welke van de onderstaande factoren hebben hier geen
invloed op?
a. Biologische aanleg
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper estherseverins. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.