100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
EVDM - Alle hoorcolleges uitgetypt €4,04   In winkelwagen

College aantekeningen

EVDM - Alle hoorcolleges uitgetypt

2 beoordelingen
 80 keer bekeken  4 keer verkocht

Alle hoorcolleges van EvdM uitgetypt. Alleen college 4 en 10 missen; HC 4 (bedrijven & de wereldeconomie) gaat voornamelijk over grafieken en is geen tentamenstof HC 10 is een Guest Lecture wat ook geen tentamenstof is.

Laatste update van het document: 4 jaar geleden

Voorbeeld 10 van de 61  pagina's

  • 17 april 2019
  • 2 april 2020
  • 61
  • 2018/2019
  • College aantekeningen
  • Onbekend
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (5)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: sjoerddebijl2010 • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sytzekoopmans • 5 jaar geleden

avatar-seller
ek99
Economie van de Management Wetenschappen (2018-2019)
Gehele hoorcolleges uitgetypt (behalve 4 en 10)

HC 1
Economie gaat over alle (economische) interactie tussen individuen, bedrijven en overheden
- Wanneer de interactie toeneemt, spreken we van economische groei
- Overheden gebruiken wetten, regels en prikkels om de economie te sturen
- Overheden prikkelen op vele manieren om bepaald gedrag wel te tonen (hard
werken, studeren) en bepaald gedrag niet te vertonen (roken, drinken, ongezond
eten)
- Zo proberen ze ons bij te sturen

Als er geen economische groei is, dan is er crisis
- Economische groei is een relatief jong fenomeen

Wat is er nodig voordat mensen bereid zijn om te investeren?
- Eigendomsrechten
- Als jij je geld ergens in stopt, dat het dan van jou is.
- Eigendomsrechten zijn pas betrouwbaar als ze boven de baas van het land staan
(boven de koning)
- Dat de koning zelfs niet kan zeggen dat die eigendomsrechten niet meer tellen
- Juridisch stelsel moet boven de macht staan
- Zodat de overheid een succesvol bedrijf niet opeens kan afpakken
- Bijv. Poetin heeft shell afgepakt in Rusland
- Gevolg; een multinational denkt even wat beter na als die geld in Rusland wilt
stoppen, je zou zo afgepakt kunnen worden door Poetin. Minder geld wordt er in
Rusland geïnvesteerd
- Een zo’n actie van Poetin heeft een enorm negatief effect op de economie in
Rusland

Waarom is er economische groei?
- Wegens productiviteitsgroei
- Een mens kan meer tegenwoordig meer doen, dan een mans kon 20 jaar geleden
- Elk jaar moeten wij productiever worden

Er is productiviteitsgroei omdat;
- Kapitaalisme;
- Privaateigendomsrechten; wat van jou is, is ook echt van jou
- Markten
- Bedrijven




1

,Het belonen van succes en het afstraffen van falen zorgt ervoor dat wij met elkaar
productiever worden
- Stel dat je nu had kunnen werken (€2500 p/m) of over 4 jaar na je studie (€2500 p/m)
waarom zou je dan nog gaan studeren?
- Je hebt een economische prikkel, namelijk toekomstig inkomen
- Je leert in de studie productiever te worden om later ook productiever te zijn
- We hebben constant prikkels, om beter te worden en ons beter te gaan gedragen
omdat het beloond wordt en omdat falen afgestraft wordt
- Probleem daarvan is; er vindt vaak een afruil plaats tussen welvaart en de verdeling
ervan
- Als jij succes beloont en falen afstraft, gaan we ons succesvoller gedragen. De
verschillen tussen succesvol en niet succesvol (arm en rijk) nemen dan toe
- Efficiency winsten (hoger bbp) gaat altijd hand in hand met een grotere
ongelijkheid (voordat een overheid zich ermee bemoeit; de overheid zou een
herverdeling kunnen doen etc.)

Economische prikkels;
- Productiviteit
- Efficiency

Vaak een conflict tussen de hoeveelheid economische activiteit en de verdeling ervan
- Voorbeeld: je schrijft met een groepje van 4 een paper en hiervoor krijg je punten die je
onderling moet gaan verdelen
- Dit beloont degene die hard werkt en straft de lui persoon
- Dit lijdt tot een hoger cijfer, maar ook een ongelijker cijfer
- Als je als groepje beoordeeld wordt (dus niet het cijfer / 4) dan heeft de lui persoon
meer de neiging om niets te doen en de meest actieve in het groepje minder prikkels
om hard te werken (die 10 uur extra inzet lijdt uiteindelijk tot een minder extra hoog
punt, dan wanneer je het in je eentje had gedaan (want je moet het verdelen met je
groepsgenoten))
- De afruil tussen efficiency en gelijkheid




2

,Economie is de som van al onze keuzes
- Al onze keuzes (van mensen/organisaties/overheden) vinden wij economie
- Of jij orgaandonor bent of niet vinden wij economie
- Hoe maken we die keuzes?
- Binnen de economie gaan we uit van “rationeel” en “optimaliserend” gedrag
- We kiezen datgene wat ons het meeste nut/geluk oplevert, wie kiezen altijd maar die
optimale punten, de beste uitkomst (wij zijn dus rationeel)
- Dit doen we omdat we er dan makkelijke wiskunde grafieken kunnen maken
- Tegenwoordig is er ook veel aandacht voor “bounded rationality” en “cognitive biases”
- Bounded rationality (gebonden rationeel gedrag); we willen wel die optimale keuze
maken, maar we zijn niet slim genoeg, we kunnen niet al die alternatieve overzien
- Als ik €20 te besten heb en een tshirt wil kopen, dan kan ik niet overzien wat alle
tshirt in Nederland zijn om maar die optimale tshirt te kiezen. Ik wil wel die
optimale tshirt, maar het lukt me niet
- Soms denken we dat we iets rationeel doen, maar is dat helemaal niet zo
- Cognitive biases (denkfout); als jij een mening over iemand vormt en die niet juist
klopt te zijn gaan we toch nog opzoek naar kleine dingetjes die toch wel kloppen aan
mijn mening.
- Je kan moeilijk een mening om te buigen

Het economische probleem
- Wat moet er worden geproduceerd?
- Hoe moet dit worden geproduceerd?
- Wie krijgt de geproduceerde goederen en diensten?
De eurowaarde van goederen zorgt ervoor dat dit economische probleem wordt opgelost;
- Dmv te kijken wat wij als consumenten bereid zijn om voor iets te betalen, bepalen
bedrijven wat ze gaan maken

De behoeften zijn “oneindig”, de middelen beperkt.
- We willen veel meer dan we kunnen krijgen (we moeten kiezen)
- Iedereen moet kiezen (zelfs de overheid)
- Bedrijven zouden het liefst elke markt domineren, maar ze moeten kiezen welke
producten ze maken, welke markten ze willen bedienen
- Wij moeten ook kiezen, geld, tijd, relaties
Hierdoor ontstaat er schaarste
- Schaarste komt door dat we niet alles kunnen hebben
- Schaarste à keuze
- Door schaarste moeten we keuzes gaan maken

Schaarste à competitie à efficiency (& ongelijkheid)
- Als wij niets alles kunnen krijgen, gaan wij concurreren met elkaar (om dat gene te
krijgen wat we willen krijgen)
- Die competitie kunnen we alleen winnen als je beter bent dan je concurrent
- Beter zijn dan… : efficiënter zijn/productiever zijn (efficiency)
- Dit geeft ons prikkels om productiever te zijn




3

,Schaarste à keuzes à opportunity costs
- Elke keuze die je maakt gaat gepaard met kosten (opportunity costs; het mislopen van
keuze B)
- Opportunity costs: de “netto waarde” van je tweede keuze
- Netto waarde; de waarde/kosten van de tweede keuze
- Opportunity costs beïnvloeden gedrag en keuzes
- Geldt voor verschillende niveaus; organisaties, overheden, individuen
- Echte prijs ikea kast
- Rij supermarkt

Bij elke keuze die je maakt moet je kijken naar;
- De waarde van die keuze (nut/geluk/opbrengst)
- Expliciete kosten van die keuze (wat zijn de kosten)
- Impliciete kosten van die keuze (wat geef ik ervoor op?)

Opportunity costs kunnen zowel uit expliciete als impliciete kosten bestaan

Economische kosten van een keuze; impliciete kosten + expliciete kosten

Wat is de beste keuze?
- De keuze met een hogere “waarde” dan de economische kosten

Economic rent; verschil tussen de “waarde” en “economische kosten”
- Dan heb je een welvaartswinst/welvaartstoename

Sunk kost; kosten die niet kunnen worden teruggedraaid
Sunk costs fallacy; (ten onrechte) rekening houden met verzonken kosten bij de
besluitvorming
Verzonken kosten beïnvloeden onze emoties, we ervaren ze als verliezen

Marginale analyse; wat is de optimale hoeveelheid?
Marginale opbrengst; wat levert één extra hoeveelheid ons op?
Marginale kosten; wat zijn de kosten van één extra product?
Dit is niet altijd constant! (afhankelijk van de hoeveelheid)
- Diminishing/increasing marginal benefits
Hier kunnen opportunity kosten ook een rol spelen
Het meest efficiënte punt; marginale kosten gelijk aan de marginale opbrengsten
- Marginale kosten = marginale opbrengsten
- Je moet opzoek naar het efficiënte punt




4

, HC 2
Prijzen bepalen/beïnvloeden ons gedrag in de economie
- Prikkels en unintended consequences

Opportunity costs: de kosten voor datgene wat je niet kiest om te doen

Relatieve prijzen; Wat kost het ene product in termen van het andere product

Verzonken kosten; kosten die al gemaakt zijn en niet meer terug te draaien zijn
- Mag onze keuze niet mogen beïnvloeden (doen we vaak wel)

Marginale analyse; je moet je besluit baseren op de vraag “Weegt één extra hoeveelheid op
tegen de kosten van één extra hoeveelheid?”
- Oftwel; wat zijn de marginale opbrengsten en de marginale kosten

Het economische probleem;
- Wat moet er worden geproduceerd?
- Hoe moet dit worden geproduceerd?
- Wie krijgt de geproduceerde goederen en diensten?

Kapitalisme;
- Productiemiddelen zijn privaat eigendom
- Het economische probleem wordt via markten en prijzen “opgelost”
- De samenleving bepaalt via vraag en aanbod wat en hoe er wordt geproduceerd à
individuele beslissingen bedrijven en personen
- Door winst hebben bedrijven/ondernemers prikkels (beloning voor het nemen van
risico is winst) productiever te worden en risico’s te nemen
- Alle actoren zouden opportunity costs mee moeten nemen in afweging en marginale
analyse moeten gebruiken bij hun keuzes
- Prijzen = “invisible hand” à beïnvloeden opportunity costs en optimale keuzes

Prikkels; als we proberen het gedrag van mensen te beïnvloeden
- Het idee achter prikkels; als we mensen zelf keuzes laten maken, kiezen ze blijkbaar
de verkeerde keuzes (roken, dronken, etc) dus moeten ze ze prikkelen om iets anders
te doen
- Prikkels leiden tot goed gedrag (prikkels à (goed) gedrag)
- Accijns, subsidies, prijzen, nudging, bonussen
- Nudging; holle bolle Gijs; kleine trucjes om mensen in de goede richting te
duwen
- Prikkels à Unintended consequences (onbedoelde neveneffect)
- Kinderopvang Israël (boete te laat ophalen kinderen)
- Vaste contracten (na 2 losse contracten krijg je vaak geen vast contract, je ligt er
dan uit. Dat was niet de bedoeling van de overheid, zij wilden juist meer vaste
contracten hebben)




5

,De grootte van de economie wordt gemeten via GDP
- De optelsom van alle inkomens/productie in een bepaalde periode
- Productie (aanbod) à inkomen à vraag

GDP per capita; hoe hoog is de GDP per hoofd van de bevolking?
- Zegt meer dan een GDP in geheel

Economische groei is de groei van GDP per capita
- Dit komt door productiviteit
- De vraag is dus eigenlijk; hoe kunnen we de productiviteit laten groeien?
- Productiviteit groeit steeds langzamer en hierdoor zouden we ook minder
economische groei kunnen verwachten

Privaat eigendom
- Bescherming van de privaat eigendom
- Toegang tot het juridische stelsel moet relatief goedkoop zijn en betrouwbaar zijn
- Materieel privaat eigendom en immaterieel privaat eigendom
- Materieel privaat eigendom; het is van mij, niet van jou
- Immaterieel privaat eigendom; een film downloaden
- Kapitaalgoederen

Markten
- Wederkerig; markten zijn wederkerig; niemand doet iets tegen zijn zin
- Je verkoopt iets niet omdat je het niet wil verkopen, maar omdat je denkt daar
beter van te worden
- Je koopt iets omdat je denkt daar beter van te worden

Productiviteitsgroei hebben we bereikt omdat bijna niemand alles zelf doet.
- We zijn bijna allemaal gespecialiseerd
- Als iedereen zich specialiseert in datgene waar hij relatief goed in is, dat levert
enorme welvaartswinst op.

The division of labor (introduced by Adam Smith); the way a good/service is produced is
divided into a number of tasks that are performed by different workers, instead of all the
tasks being done by the same person

3 reasons why the division of labor increases production;
- Specialization; it allows workers to focus on the parts of the production process
where they have advantages
- Quicker; workers who specialize in certain tasks often learn to produce more quickly
and with higher quality
- Take advantage of economies of scale; as the level of production increases, the
average cost of producing each individual unit declines
- If a factory produces only 100 cars per year, each car will be quite expensive to
make. If a factory produces 15.000 cars per year the average cost of production
per car will be lower




6

, - Economies of scale; when the average cost of producing each individual unit
declines as total output increases

Production possibilities frontier (PPF); de combinaties van twee goederen die geproduceerd
kunnen worden in een bepaalde tijd onder de condities van een optimale staat van
technologie en volledig ingezet met werknemers
- hoeveel van 2 verschillende goederen kan een persoon/land/bedrijf produceren
- we gaan uit van 2 verschillende producten
- constante opportunity costs

A rechte lijn PPF laat zien dat er een constante opportunity costs is




Als je in het inefficiente gebied zit, kost de opportunity costs voor het meer produceren van
computers en televisies niets.

Arme landen zijn vaak arm omdat ze zich niet specialiseren

Je moet je gaan specialiseren in het goed waar je relatief het best in bent
- waar je de laagste opportunity costs in hebt
- hierdoor produceert iedereen meer dan ze zelf nodig hebben (en dat is ook juist de
bedoeling)
- je kunt je pas gaan specialiseren als er markten zijn.

Hoe meer handel op de markt à hoe meer specialisatie à hoe hoger de productiviteit à
hoe hoger de welvaart




7

,Absoluut voordeel; een land/persoon/bedrijf is beter in het produceren van beide goederen

Voorbeeld;
Frankrijk en Duitsland produceren auto’s en fietsen, beide landen hebben 100 uur
beschikbaar
Productie per uur van fietsen en auto's
Duitsland Frankrijk
Fietsen 2 6
Auto's 8 2
- Duitsland heeft een “Absoluut voordeel” in de productie van auto’s
- Frankrijk heeft een “Absoluut voordeel” in de productie van fietsen


PPF van Duitsland PPF van Frankrijk




Beide landen moeten op een prijs uitkomen die handel voordelig maakt voor beiden.
- Dit is een “prijs” (ruilvoet) die tussen de “opportunity costs” van beide landen ligt
- Duitsland: 1 Auto=1/4 Fiets en dus 1 Fiets = 4 Auto
- Frankrijk: 1 Auto=3 Fietsen en dus 1 Fiets = 1/3 Auto
- Mogelijke “prijs”: 1 Auto=3/4 Fiets (de prijs moest ergens tussen ¼ en 3 liggen)
Ze besluiten 300 Fietsen te ruilen voor 400 Auto’s
Productie, handel en consumptie per uur van fietsen en auto's
Productie Handel Consumptie
Duitsland 800 Auto's 400 Auto's --> 300 Fietsen 400 & 300
Frankrijk 600 Fietsen 300 Fietsen --> 400 Auto's 400 & 300




8

, Wat nou als je nergens
een absoluut voordeel in hebt? Of juist overal een absoluut voordeel over hebt? à
comparatieve voordelen

Comparatief voordeel; je kijkt niet naar waar je beter in bent, maar waar je relatief beter in
bent in vergelijking met een ander product.

Voorbeeld;
Absolute voordelen
Uren arbeid voor
Auto's Fietsen
productie van 1:
Duitsland 8 2
Frankrijk 10 5

Zoals je kan zien, heeft Duitsland een absoluut voordeel in zowel Auto’s als Fietsen. Maar nu
gaan we het uitdrukking in opportunity costs;
Comparatieve voordelen
Opportunity costs
Auto's Fietsen
voor productie van 1:
Duitsland 4 Fietsen 1/4 Auto
Frankrijk 2 Fietsen 1/2 Auto
Frankrijk heeft een comparatief voordeel in het maken van Auto’s. Frankrijk is beter in het
maken van Auto’s dan Duitsland in termen van Fietsen
- Frankrijk moet zich gaan specialiseren in het maken van Auto’s
- Duitsland moet zich gaan specialiseren in het maken van Fietsen
Dit lijdt nog steeds op voordelen voor beiden




9

, Situatie zonder handel (autarkie) (1000 uur)




Handel à welvaart
- Duitsland: 1 Auto= 4 Fiets en dus 1 Fiets = 1/4 Auto
- Frankrijk: 1 Auto= 2 Fietsen en dus 1 Fiets = 1/2 Auto
- Mogelijke “prijs”: 1 Auto = 3 Fiets (de prijs moest ergens tussen 2 en 4 liggen)
Ze besluiten 150 Fietsen te ruilen voor 50 Auto’s


VERVOLG
Productie, handel en consumptie per uur van fietsen en auto's VOORBEELD
Productie Handel Consumptie VOLGENDE
Duitsland 500 Fietsen 150 Fietsen --> 50 Auto’s 350 Fietsen & 50 Auto’s BLZ
Frankrijk 100 Auto’s 50 Auto’s --> 150 Fietsen 150 Fietsen & 50 Auto’s




Ze consumeren nu op een punt die nog niet mogelijk was vóór specialisatie
- Ze zijn nu beter af

Hoe meer handel à hoe meer specialisatie à hoe meer welvaart




10

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ek99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,04. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67447 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,04  4x  verkocht
  • (2)
  Kopen