Zintuigen
Zintuigen zijn gespecialiseerde cellen of celuitlopers die omstandigheden binnen/buiten lichaam
registeren. Eenvoudigste zintuigen zijn dendrieten van sensibele neuronen, de vertakkingen hiervan
heten vrije zenuwuiteinden (gevoelig voor veel prikkels). Meest ingewikkelde zintuigen (zoals in oog)
worden beschermd door structuren en bindweefsellagen.
Een receptorveld is een gebied dat informatie levert aan sensorische cel/zintuigcel. Hoe groter dit
veld is hoe slechter de prikkel gelokaliseerd kan worden.
Alle sensorische informatie komt het CZS binnen als actiepotentiaal via afferente (aanvoerende)
vezels. Aankomende informatie = gewaarwording. Het CZS leidt deze actiepotentialen door naar
juiste plaats in hersenen. Wanneer je je bewust bent van een gewaarwording heet dit een
waarneming.
Adaptie = afname gevoeligheid door constante prikkel. Hierdoor wordt minder informatie naar
hersenschors geleidt. Meeste informatie wordt naar hersenstam of ruggenmerg geleidt en kan daar
een onwillekeurige reflex veroorzaken. 1% van informatie komt aan in hersenschors dus het
bewustzijn.
Hogere centra kan gevoeligheid receptoren verhogen of geleiding vergemakkelijken. Het reticulaire
systeem (middenhersenen) speelt rol bij het concentreren van de aandacht.
Algemene zintuigen: temperatuur, pijn, aanraking, druk, trilling en proprioceptie (lichaamshouding).
Overal in het lichaam. Ingedeeld aan de hand van de aard van de prikkel:
- Nociceptoren (pijn)
- Thermoreceptoren (temperatuur)
- Mechanoreceptoren (aanraking, druk, lichaamshouding)
- Chemoreceptoren (chemische prikkels)
Speciale zintuigen: olfactie (reuk), gustatie (smaak), visus (gezichtsvermogen), het evenwicht en het
gehoor.
Pijn
Nociceptoren/pijnzintuigen zijn vrije zenuwuiteinden met een groot receptorveld. Komen vooral voor
boven in de huid, gewrichtskapsels, beenvliezen en rond bloedvatwanden. Nociceptoren kunnen
gevoelig zijn voor:
1. Extreme temperaturen
2. Mechanische beschadiging
3. Opgeloste chemische stoffen
Bij een zeer sterke prikkel wordt een pijnzintuig geactiveerd, de prikkel kan via 2 typen axonen
worden voorgeleidt:
Snelle pijn gaat via gemyeliniseerde vezels snel naar CZS waar ze vaak een reflex veroorzaken. Prikkel
gaat ook naar primaire sensorische schors waardoor we ons van prikkel bewust worden.
Trage pijn gaat via ongemyeliniseerde vezels en hierbij kunnen we slechts het algemeen betrokken
gebied identificeren.
Gerefereerde pijn = pijnwaarneming in lichaamsdelen die niet werkelijk worden geprikkeld (bijv. pijn
in huid linkerarm of bovenste gedeelte borst bij hartinfarct). Werking van dit mechanisme is nog
onbekend.
, Pijnreceptoren kunnen na verloop van tijd worden geremd door centra in thalamus (formatio
reticularis), onderste deel hersenstam en ruggenmerg.
Temperatuur
Thermoreceptoren/warmtereceptoren zijn vrije zenuwuiteinden. Bevinden zich in de huid,
skeletspieren, lever en hypothalamus. Er zijn 3 tot 4 x zo veel koude- als warmtereceptoren. Bouw
van beiden is hetzelfde. Prikkels gaan via dezelfde banen als pijngewaarwordingen -> worden geleidt
naar formatio reticularis, thalamus en primaire sensorische schors.
Aanraking, druk en lichaamshouding
Mechanoreceptoren zijn gevoelig voor prikkels als uitrekking, samendrukking of draaiing, hierdoor
vervormt plasmamembraan van zintuigcel. Hierdoor openen of sluiten ionenkanalen. Er zijn 3
groepen mechanoreceptoren:
1. Tastreceptoren (aanraking)
2. Baroreceptoren (druk)
3. Proprioceptoren (houding)
Tastreceptoren
Leveren gewaarwordingen van
aanraking, druk en trilling. Er zijn
6 typen tastreceptoren te
onderscheiden:
1. Vrije zenuwuiteinden;
waarnemen van
aanraking en druk. Liggen
tussen opperhuidcellen.
2. Vrije zenuwuiteinden
rondom haarwortel;
waarnemen van
vervormingen en
bewegingen over
lichaamsoppervlak.
Wordt geprikkeld door verplaatsen van de haar.
3. Tactiele schijfjes/tastlichaampjes van Merkel; waarnemen van fijne aanraking en druk. Deze
schijfjes zitten vast aan grote opperhuidcellen (cellen van Merkel). Wanneer deze cellen
worden samengedrukt scheiden zij chemische stoffen af waardoor sensibele neuronen
worden geprikkeld. Cellen van Merkel liggen diep in de opperhuid van onbehaarde huid, in
het stratum basale.
4. Tastlichaampjes/lichaampjes van Meissner; waarnemen van fijne aanraking, druk en
trillingen met lage frequentie. Vooral in oogleden, lippen, vingertoppen, tepels en
uitwendige geslachtsorganen.
5. Lichaampjes van Pacini; waarnemen van druk diep in lichaam, pulserende trillingen en
trillingen met hoge frequentie. Vooral in huid van vingers, borsten, uitwendige
geslachtsorganen, gewrichtskapsels, mesenteria, pancreas en wanden urinebuis en blaas.
6. Lichaampjes van Ruffini; waarnemen van druk en vervorming van huid. Liggen in diepste laag
dermis.
Al deze tastprikkels worden door dorsale en spinothalamische banen geleid.
Baroreceptoren
Bestaan uit vrije zenuwuiteinden. Vertakken zich binnen elastische weefsels van rekbare organen
zoals bloedvaten, luchtwegen, spijsverteringskanaal of urinewegen. Meten de druk in deze organen