Jaar 1 periode 3. Anatomie, fysiologie en pathologie van het endocriene stelsel. o.a.: hormonen, de hypofyse, schildklier, bijschildklieren, bijnieren, epifyse, endocriene pancreas, secundaire endocriene functies en de bijbehorende pathologie
Endocriene cellen = geven klierproduct af aan extracellulaire vloeistof. Dit product kan invloed
hebben op enkel buurcellen of cellen in het hele lichaam (hormonen). Hormonen zijn chemische
signaalstoffen die in een weefsel worden aangemaakt en via bloedstroom naar doelcellen in andere
weefsels worden vervoerd. Deze doelcellen bevatten receptoren.
Hormoonstructuur
Hormonen onderverdeeld in 3 groepen:
1. Aminozuurderivaten; kleine moleculen die lijken op aminozuren ((nor-)adrenaline,
melatonine en schildklierhormonen)
2. Peptidehormonen; ketens van aminozuren. Grootste groep, omvat alle hormonen van
hypothalamus, hypofyse, hart, nieren, thymus, het spijsverteringskanaal en de pancreas.
3. Vetderivaten; steroïden en eicosanoïden. Steroïdhormonen worden afgegeven door
voortplantingsorganen en bijnieren. Eicosanoïden (waaronder prostaglandinen) coördineren
plaatselijke celactiviteiten en hebben invloed op enzymatische processen in extracellulaire
vloeistof (zoals bloedstolling).
,Werkingsmechanismen
De bouw en functie van cellen worden bepaald door eiwitten. Structurele eiwitten bepalen vorm en
inwendige structuur en enzymen regelen celstofwisseling. Hormonen wijzigen functioneren van
cellen doordat ze de identiteit, activiteit, plaats of hoeveelheid enzymen en structurele eiwitten in
doelcellen wijzigen.
Receptoren op doelcellen kunnen zich op de plasmamembraan bevinden of binnen in de cel. De
hormonen die niet in vet oplosbaar zijn kunnen niet door de plasmamembraan diffunderen, maar
binden zich aan buitenste oppervlak van plasmamembraan. Hierdoor geen direct effect op activiteit
binnenin cel, maar fungeert het hormoon als signaalstof. Hierdoor wordt een tweede signaalstof
gevormd onder invloed van een G-eiwit (enzymcomplex die aan membraanreceptor is gekoppeld).
De tweede signaalstof remt of activeert een enzym (verandering van stofwisseling in cel). Een
belangrijke tweede signaalstof is cyclisch AMP (cAMP). Deze stof wordt door fosforylering gevormd:
een geactiveerd G-eiwit activeert een enzym genaamd adenylaatcyclase. Adenylaatcyclase zet ATP
om in cAMP. De effecten van cAMP duren zeer kort doordat een ander enzym genaamd PDE
(fosfodiësterase) de stof omzet in AMP (adenosinemonofosfaat).
Fosforylering zorgt ervoor dat ionkanalen worden geopend en in het cytoplasma kunnen veel
enzymen uitsluitend via fosforylering worden geactiveerd.
Andere tweede signaalstoffen zijn calciumionen en cyclisch GMP.
Steroïdhormonen diffunderen in de cel en binden zich aan receptoren in het cytoplasma of de
celkern. Deze hormonen hebben een directe invloed op de genactiviteit en de eiwitsynthese.
Schildklierhormoon verhoogt tevens snelheid van ATP-vorming in de cel.
, Afgifte en transport hormonen
Hormonen worden afgegeven op plekken waar veel capillairen zijn en waar zij snel de bloedbaan
kunnen binnengaan. Ze kunnen vrij circuleren (blijven maximaal 1 uur functioneel) of gebonden
worden aan transporteiwitten. Vrije hormonen worden inactief wanneer zij:
1. Uit bloedbaan diffunderen en zich binden aan receptoren op doelcellen;
2. Door de lever of nieren worden afgebroken;
3. Worden afgebroken door enzymen in bloedplasma of interstitiële vloeistof.
Regulering hormonale activiteit
Voornamelijk door negatieve terugkoppeling. 3 manieren van hormonale regulatie zijn:
- Humorale (‘vloeibare’) prikkels; veranderingen in extracellulaire vloeistof
- Hormonale prikkels;
- Neurale prikkels; neurotransmitter komt aan bij verbinding tussen zenuw en klier
Hypothalamus regelt activiteit zenuwen endocriene stelsel op 3 manieren:
1. Hypothalamus is endocrien orgaan en produceert 2 hormonen: ADH en oxytocine; deze gaan
naar achterkwab (lobus posterior) van hypofyse en komen zo in de bloedbaan.
2. Hypothalamus scheidt 2 soorten regulerende hormonen af: RH (releasing hormones) en IH
(inhibiting hormones). Zorgen voor stimuleren of voorkomen van synthese en secretie van
hormonen in hypofyse.
3. Hypothalamus bevat centra van autonome zenuwstelsel die bijniermerg via sympathische
innervatie reguleren.
De hypofyse
Klier die zich in de sella turcica bevindt (instulping wiggenbeen). Hangt onder hypothalamus en is
hiermee verbonden met een dunne steel: het infundibulum. Is verdeeld is voor- en achterkwab. De
hypofyse produceert 9 hormonen:
- Dit zijn peptiden of kleine eiwitten
- Binden aan membraanreceptoren
- Maken gebruik van cAMP als tweede signaalstof
De hypofysevoorkwab (adenohypofyse) maakt deel uit van het poortadersysteem van de hypofyse.
Dit betekent dat het capillairennetwerk van de hypothalamus overgaat in grotere vaten en
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper natasja1994. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.