Het effect van werkdruk en sociale steun op burn-outklachten
Naam student: Shelley van Bergen
Studentnummer: 851971130
Cursusnaam en -code: PB0802181922 Onderzoekspracticum cross-sectioneel onderzoek
Examinator: Rianne Golsteijn
, Samenvatting
In dit cross-sectioneel onderzoek wordt de invloed van psychische (on)gezondheid op werk
onderzocht. De onderzoeksvraag luidt: ‘wat is de invloed van werkdruk en sociale steun op
burn-outklachten?’. Middels een vragenlijst, ingevuld door 191 werknemers, zijn oorzakelijke
samenhangen tussen specifieke kenmerken van het werk en hun gevolgen voor het welzijn
van werknemers onderzocht. Werknemers moeten, gezien de aard van het onderzoek, de
afgelopen 3 maanden een baan hebben gehad. Het voorafgaande onderzoek heeft een
longitudinaal karakter, wat betekent dat het onderzoek herhaaldelijke metingen omvat. Op
deze wijze kunnen de effecten in tijd gemeten worden en is er meer kennis te verwerven over
oorzakelijke samenhangen tussen specifieke kenmerken van het werk en hun gevolgen voor
het welzijn van werknemers. Uit de resultaten van de multiple-regressieanalyse komt naar
voren dat in 9% van de burn-outklachten te verklaren is vanuit de sociale steun. Werkdruk
blijkt niet significant te zijn aan burn-outklachten. Er wordt aanbevolen om, naast werkdruk
en sociale steun, ook andere werk- en persoons gerelateerde variabelen in onderzoek naar
burn-outklachten te betrekken.
, Inleiding
Het begrip burnout wordt door Schaufeli en van Dierendonck (2000) als volgt omschreven:
“Burnout is een uit het Engels afkomstige metafoor die verwijst naar een psychische
uitputtingstoestand. In het Nederlands spreekt men ook wel van ‘opgebrand zijn’ of
‘opbranden’.”
De term burnout is werk gerelateerd en komt bij veel beroepen voor. In eerste instantie wordt
vooral aan de beroepen in de sociale sector gedacht, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg of
het onderwijs, maar tegenwoordig worden de ervaringen met burnouts veel breder gedragen
(Schaufele, Dierendonck, 2000).
Volgens de volksgezondheid en zorg (2018) geeft 23,9% van de werknemers die verzuimd
hebben aan dat hun meest recente ziekteverzuim door het werk kwam. Hiervan is 14,7% deels
door het werk en bij 9.2% is werk de hoofdzakelijke reden van het verzuim. Bij het verzuim
dat (deels) door werk komt, is er sprake van een gemiddeld langere verzuimduur. Dit geldt
voornamelijk wanneer het ziekteverzuim veroorzaakt wordt door psychische arbeidsbelasting;
werkdruk, werkstress en conflicten op het werk. Gezien het feit dat werkdruk als psychische
arbeidsbelasting gezien wordt, zou werkdruk dus een mogelijke invloed op burn-outklachten
kunnen hebben. Deze mogelijkheid geeft reden tot verder onderzoek.
Bij werkdruk is er sprake van een werknemer die onder hoge tijdsdruk en/of in een hoog
tempo zijn werk moet doen. Te hoge werkdruk speelt wanneer de werknemer niet meer kan
voldoen aan de gestelde kwalitatieve en kwantitatieve taakeisen. Werkdruk heeft zowel
psychische als fysieke gevolgen, zo stelt de Rijksoverheid (2018) verschillende klachten op
ten gevolge van werkdruk. Bij psychische klachten is er bijvoorbeeld sprake van
vermoeidheid, somberheid en burn-outklachten, bij fysieke klachten worden hoofdpijn,
hyperventilatie en een verhoogde bloeddruk als mogelijke voorbeelden benoemd. Ook worden
, er gevolgen op organisatorisch vlak benoemd (meer ziekteverzuim, minder plezier in het werk
en een afname van de kwaliteit van het werk).
Verder blijkt uit onderzoek dat een gebrek aan sociale ondersteuning op het werk een
belangrijke bijdrage levert aan beroepsmatige burn-out (Yang, Liu, Liu, Zhang, & Duan,
2017). Sociale steun bestaat, volgens arbeidsdeskundigen, uit interacties (wisselwerkingen)
tussen mensen die tegemoet komen aan sociale basisbehoeften (zoals affectie, goedkeuring,
erbij horen en veiligheid) van de ontvanger. Verder blijkt dat individuen, door sociale
ondersteuning te zoeken of door het zoeken van sympathie of hulp van anderen, effectieve
copingstrategieën (effectief omgaan met stress en conflicten) kunnen verkrijgen; omgekeerd,
zouden mensen burnoutsyndroom ervaren als ze geen sociale steun krijgen. Ook
vergemakkelijkt de sociale identiteit, het wederzijds vertrouwen en het respect het verkrijgen
van gerichte hulp (Avanzi, Schuh, Fraccaroli, en van Dick, 2015). Hier zijn de meningen
echter over verdeeld. Zo suggereert eerder onderzoek dat sociale steun niet altijd positief
ervaren wordt, maar ook als schadelijk kan worden geïnterpreteerd (Nadler, Fisher, &
Streufert, geciteerd in Avanzi, Schuh, Fraccaroli, en van Dick, 2015). Hierbij is echter sprake
van een interpretatiekader.
Het ontvangen van steun van anderen blijkt een positieve invloed te hebben op het vermogen
en het vertrouwen van mensen om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden (Underwood,
geciteerd in Avanzi, Schuh, Fraccaroli, en van Dick, 2015). Het ervaren van sociale
ondersteuning verhoogt de verwachtingen van mensen om succesvol om te kunnen gaan met
uitdagingen en stressfactoren. De vraag is of de mogelijke schadelijkheid van sociale steun,
zoals eerder benoemd, tegen deze positieve factoren afgewogen mogen en kunnen worden.
Het onderzoek is nog niet breed genoeg om te concluderen dat sociale steun een negatieve
relatie heeft op burn-outklachten.