Abnormal child psychology (7de druk)
Eric J. Mash & David A. Wolfe.
Jaar van uitgave: 2017
Uitgeverij: Cengage Learning
ISBN-13: 9781337624268
1
,Hoofdstuk 1: Introduction to normal and abnormal behaviour
in Children and adolescents
Mentale problemen bij kinderen verschillen met mentale problemen van volwassen. Bij
studies naar abnormaal gedrag worden deze stappen vaak doorlopen:
- Definieer normaal gedrag en wat abnormaal gedrag is bij kinderen van een bepaalde
leeftijd, sekse en ethische en culturele achtergrond.
- Identificeer wat de oorzaken en relaties zijn met bepaald abnormaal kindgedrag
- Doe voorspellingen over de lange termijn uitkomsten
- Ontwikkel en evalueer methode voor behandeling of preventie
De volgende punten zijn vaak niet duidelijk bij kinderen met mentale problemen
- Wanneer ouders zoeken naar hulp is het vaak niet duidelijk van wie het probleem is
(vaak komt de vraag niet bij het kind vandaan maar bij ouders)
- Bij de meeste problemen bij kinderen en adolescenten verloopt de verwachte
ontwikkeling bij het kind niet normaal
- Veel probleemgedrag wat bij kinderen gezien wordt, is niet geheel abnormaal.
- De meeste interventies bij kinderen en adolescenten zijn bedoeld om de verdere
ontwikkeling te bevorderen, dan een eerder probleem in ontwikkeling of
functioneren te herstellen
Historical Views and Breakthroughs
In de 18de eeuw werden er zelden mentale problemen bij kinderen genoemd door
professionals. Dit begon pas aan het einde van de 18de eeuw door invloed van de kerk. Er
werd meer onderzoek gedaan in de loop van de 19de eeuw, maar kinderen waren eerder
slachtoffer van wat er ontdekt was, dan dat ze er baat bij hadden. Ze werden als
minderwaardig gezien.
John Locke (1632-1704) vond dat kinderen opgevoed moesten worden met zorgzaamheid en
aandacht en niet met een harde aanpak. Jean Marc Itard (1774-1838) behandelde een kind
met ontwikkelingsproblemen in plaats van het af te wijzen. Leta Hollingworth (1886-1939)
had als visie dat er meer kennis en behandelingen voor kinderen moesten komen. Benjamin
Rush (1745-1813) stelde vast dat mentale problemen bij kinderen en volwassenen
verschilde, omdat hun brein nog niet zo ontwikkeld was. De term ‘morale insanity’ groeide
daardoor. Door deze visie veranderde de aanpak. Dorethea Dix (1802-1887) heeft
halverwege de 19de eeuw 32 ziekenhuizen geopend voor behandeling van jeugd met
probleemgedrag. Daarnaast leidde de groei in het geloof in de visie van Locke tot meer
morele richtlijnen en ondersteuning voor kinderen.
Early Biological attributions
Halverwege de 19de eeuw groeide het geloof in dat ziektes, waaronder mentale problemen,
een biologische achtergrond hadden. Het probleem zat in het individu en dit leidde ook tot
simplistische en verkeerde ideeën over de oorzaken van het gedrag. Ze sprake in die tijd over
2
,‘masturbatory insanity’. Dit was een vorm van een mentale ziekte en er werd geloofd dat
het een heel zorgelijk probleem was. In 1909 vond Clifford Bears dat dit een ziekte was en
begon bewijs te verzamelen. Dit was de start van het ontwikkelen van methodes om
mentale problemen te detecteren en te behandelen. Het ging hier nog om zichtbare en
prominent aanwezige ziektes. Het bleef wel wisselen hoe er naar mentale ziektes gekeken
werd
Early psychological attributions
De invloed van psychologische factoren kwam in begin 20ste eeuw, hierdoor kon er erkend
worden dat er verschillende psychische ziektes waren en dat er aangeboren processen
waren die met behulp van omgevingsfactoren het gedrag, emoties en kennis vormen. Twee
grote stromingen hadden gier invloed de psychoanalytische theorie en het behaviorisme.
Freud was iemand van de psychoanalytische theorie en was optimistisch over het
behandelen van mentale problemen. Hij geloofde dat aangeboren drive en aanleg de
ontwikkeling sterk beïnvloedde en dat ervaringen een belangrijke rol speelde in de
psychopathologie. Hij koppelde ervaringen als kind aan het ontwikkelen van mentale
stoornissen. Watson was een belangrijk persoon in het behaviorisme en is bekend om zijn
theorie over emoties. Hij liet met een experiment (Little Albert) zien hoe angst bij een kind
geconditioneerd kan zijn.
Envolving forms of treatment
Van 1930 tot 1950 is er veel onderzoek gedaan. Spitz ontdekte dat kinderen in tehuizen die
geen fysiek contact en stimulatie hadden fysieke en mentale problemen ontwikkelden.
Vanaf 1950 tot 1960 werd gedragstherapie een systematische benadering voor het
behandelen van kind of familie problemen/ stoornissen. Het was gebaseerd op operante en
klassieke conditionering en richtte zich vooral op kinderen met intellectuele beperking of
ernstige stoornissen.
Progressive legislation
De aandacht voor het abnormaal gedrag bij kinderen in de afgelopen jaren heeft hun
kwaliteit van leven en mentale gezondheid verbeterd. Het heeft gezorgd voor betere sociale
erkenning en sensitiviteit naar kinderen hun diagnose en behoeftes
What is abnormal behavior in children and adolescents?
Defining psychological disorders
Abnormaal gedrag wordt vaak vergekeken met normaal gedrag, maar wanneer is iets
abnormaal en wanneer normaal? Een psychologische stoornis is gedefinieerd als patronen
van gedrag, cognitie, emotionele en fysieke symptomen die gezien worden bij het individu.
Het wordt geassocieerd met één of meer van de volgende kenmerken:
- De persoon laat een vorm van nood zien, zoals angst of droefheid
3
, - Zijn of haar gedrag is een vorm van een beperking. Het beperkt je in één of meer
belangrijke gebieden van functioneren, waardonder fysieke, emotionele, cognitieve
en gedragsmatige gebieden.
- De nood en beperking vergroot het risico op verder lijden of schade, zoals dood, pijn,
een handicap, of het verliezen van vrijheid
Labels discribe behavior, not people
Er hangt vaak een negatieve sfeer rondom een label/ stigma wat afwijzing, angst, ontwijking
en discriminatie op basis van ras, etniciteit, beperkingen en seksuele oriëntatie,
lichaamsbouw, sekse, taal en religie. Daardoor hebben mensen met mentale problemen
vaak een laag zelfbeeld, zijn geïsoleerd en voelen zich hopeloos en daar komt soms nog
schaamte bij. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het kiezen van woorden om over een
beperking te spreken. Het is de bedoeling om het abnormale gedrag te beschrijven en niet
om als labels te gebruiken.
Competence
Competentie is het succesvol
aanpassen in een omgeving. Ze
bedoelen met ‘Developmental
competence’ de mogelijkheid
van een kind om met behulp van
interne en externen middelen
het aanpassen aan omgeving
succesvol te bereiken. De
obstakels die dit kind hiervoor
moet overwinnen is altijd anders.
Ze spreken in het boek over
Developmental tasks, hier valt
een breed domein aan
competenties onder, zoals
gedrag en academische
prestaties, vertellen hoe een kind
vooruitgaat op elk domein tijdens
het opgroeien.
Developmental Pathways
Een ‘Developmental pathway’
refereert naar de volgorde en
timing van bepaald gedrag en de
relaties tussen gedragingen over
de tijd. Met dit concept kan
ontwikkeling gezien worden als Figuur 1 Examples of developmental Tasks. Mash & Wolfe, 2017, p.13
4