E-module Gebruik van Medicijnen
Nr1
Geregistreerde middelen voor voedselproducerende dieren staan in bijlagen I, II & III van Verorderning
2377/90:
- Bijlage I: MRL vastgesteld
- Bijlage II: MRL niet nodig
- Bijlage III: Voorlopige MRL
- Bijlage IV: geen MRL vastgesteld → niet gebruiken bij voedselproducerende dieren!
Wanneer er in het formularium geen middel is beschreven, kun je de cascaderegeling gebruiken. Bij
cascadegebruik dien je dit minstens 5 jaar in de administratie te bewaren.
Andere hulpmiddelen bij geneesmiddelkeuze:
- CBG-MEB
- Positieve lijst → alle middelen die toegelaten zijn voor voedselproducerende dieren.
o Bij varkens is er vrijwillige deelname aan de integrale ketenbeheersing (IKB). Als een
veehouder hieraan meedoet, dan is er een extra positieve lijst met de middelen die
gegeven mogen worden om het varken nog aan IKB voorwaarden te laten voldoen.
- Praktijkformularium
o Bevat middelen die de praktijk waar je werkt vaak gebruikt per indicatie.
- Bedrijfsformularium
o Houdt rekening meet de effectiviteit en waargenomen resistentie eerder op het bedrijf.
Nr2
Veehouders mogen voor max. 15% van de dieren 1e
keuze antibiotica op voorraad hebben, zolang dit in
het bedrijfsbehandelplan is opgenomen.
Veehouders mogen ook 2e keuze antibiotica op
voorraad hebben, maar voor maximaal 3
aandoeningen op het bedrijf waarbij acuut handelen
noodzakelijk is. Het is verplicht om een bedrijfsbezoek
te doen voor het afleveren van deze middelen. Hierna
moet de dierenarts om de 2 weken een
bedrijfsbezoek (blijven) doen. Ook moet het gebruik
van het middel, evenals de verantwoording voor het gebruik van een 2e keuze middel, opgenomen worden
in het bedrijfsbehandelplan.
Op lange termijn wil de gezondheidsraad specifieke behandeling alle koppelbehandeling met antibiotica
uitfaseren, en overgaan naar enkel behandeling van individuele dieren.
De autoriteit diergeneesmiddelen (SDa) doet kwantitatief onderzoek naar antibioticumgebruik in NL. Ze
stellen ook benchmarkwaarden op voor antibioticumgebruik → bedrijven en dierenartsen kunnen onderling
vergelijken.
De dierdagdosering is het aantal dagen dat een gemiddeld aanwezig dier op een bedrijf blootgesteld is aan
een diergeneesmiddel. Het wordt berekend op basis van de dagelijkse dosering, en is dus
diersoortspecifiek.
Als een bedrijf boven de benchmarkwaarden zit, moet er een aanvullend bedrijfsgezondheidsplan komen
om het antibioticumgebruik te reduceren tot onder de benchmarkwaarden.
,Ook de dierenarts heeft een benchmark (DDDAVET) → het gemiddeld aantal dagen dat een dier op een
bedrijf met antibiotica wordt behandeld door een dierenarts. Alle bedrijven waar de DA een 1:1 relatie mee
heeft worden hierin meegerekend. Structureel hooggebruikende bedrijven worden niet meegerekend.
Als een bedrijf met jouw voorgeschreven antibioticumgebruik boven de benchmarkwaarde uitkomt ben je
verplicht een verbetertraject te doorlopen.
Nr3
Medicatie herkauwer
Pijnstilling - Paracetamol is niet geregistreerd voor herkauwers. Hierom worden veel NSAIDs toegepast.
Geregistreerde NSAIDS:
- Na-Salicylaten (Suispirin, CYlabel, Solacyl, Vetospirin)
- Meloxicam (Metacam, Novem 20)
- Flunixine meglumine (Findadyne (varkens), Flunixine 5%)
- Ketoprofen (Ketofen, Aristal)
- Metamizol (Vetalgin) → niet bij melkproducten voor humane consumptie.
Een belangrijke bijwerking van NSAIDs is het risico op uitstellen van de partus of retentio secundinarum.
Corticosteroïden werken analgetisch, anti-inflammatoir & immunosuppressief. Ze worden gebruikt bij
ontstekingen, allergieën & immuungemedieerde aandoeningen.
Specifieke indicaties corticosteroïden rund: ketose, inductie van partus.
Gegistreerde cortico’s:
- Dexamethason (Dexaject)
- Prednisolon [enkel intramammair geregistreerd bij het rund; niet geregistreerd bij varkens]
Contra-indicaties van corticosteroïden zijn: dracht, immunodeficiëntie, diabetes, nierinsufficiëntie &
osteoporose.
Medicatie varken
Pijnstilling – dit wordt gebruikt bij o.a. koorts, ontstekingen, (post-operatieve) pijn, en ter bevordering van
de eetlust. Napijnbestrijding na castratie is tegenwoordig verplicht.
Geregistreerd:
- paracetamol (PRACETAM, Piresol)
o Kan gecombineerd worden met NSAIDs.
- NSAIDs (zie rund voor geregistreerde middelen)
o Salicylaten
o Ketoprogen
o Meloxicam
o Flunixine meglumine
- Corticosteroïden
Specifieke indicaties corticosteroïden varken: pijn, spasmen van buikorganen, serositis, meningitis, artritis,
hoge koorts, e ontstekingsprocessen (zoals MMA-syndroom).
Casussen
Het uierinfuus wordt bij mastitiskoeien gebruikt om de uier te ‘spoelen’. Met een stompe naald wordt 0,9%
NaCl in de speen ingebracht en dit wordt na 2u uitgemolken. Er is geen wetenschappelijke basis voor deze
therapie → behandeling op empirische basis. Het gebruik van antibiotica is verboden in een uierinfuus,
maar via uierinjectoren kun je wél lokaal de uier behandelen met antibiotica.
,CTC spray (chloortetracyclinewaterstofchloridewondspray) wordt gebruikt bij o.a.:
- Oppervlakkig trauma
- Dermatitis interdigitalis (rotkreupel, stinkpoot)
- Dermatitis digitalis
Tetracycline is een breedspectrum antibioticum waartegen inmiddels resistentie bekend is. Het gebruik van
de CTC spray moet dan ook in het bedrijfsbehandelplan worden opgenomen.
Het mag eigenlijk enkel gebruikt worden na een gevoeligheidstest of op basis van epidemiologische
informatie van het bedrijf over de gevoeligheid. In de praktijk wordt het middel meestal zonder
voorafgaand onderzoek toegepast → risico resistentieontwikkeling.
Er zijn goede alternatieven: geactiveerde koper- & zinkgel, of een geïoniseerd kopersulfaat voetenbad.
Deze zijn beide erg zinvol bij dermatitis interdigitalis. Ze kunnen worden ingezet zonder
gevoeligheidsbepaling. Er zijn echter ook nadelen:
- MRSA kan zinc-resistent worden
- Er wordt veel product gebruikt in het maken van een bad
- Er komen veel stoffen in het milieu terecht
Mastitis bij het varken wordt vaak beschreven als MMA-syndroom (mastitis metritis agalactiesyndroom) →
misleidend want metritis komt zelden voor. Mastitis komt ook voor bij PPDS (postpartum
dysgalactiesyndroom). PPDS wordt gekarakteriseerd door onvoldoende melkgift vlak na het werpen.
De oorzaak van de mastitis is multifactorieel → management, microbieel, dierfactoren, huisvestingsfatoren,
voeding & water, en verzorging.
De behandeling bestaat normaal uit NSAIDs + antibiotica. Een melkmonster nemen is lastig → vaak
contaminatie bij monstername. De melkgift kan verder worden bevorderd met oxytocine. Ook kun je
biggen overleggen naar een adoptiezeug en kun je het drinkwater verrijken met glucose.
Smeerwrang, veroorzaakt door Staphylococcus hyicus, is een veelvoorkomende exsudatieve epidermitis bij
jonge en gespeende biggen. Het resistentiepatroon van S. hyicus lijkt op die van MRSA → multipele
resistentie kan worden verworden voor horizontale gentransfer.
Middels een ABG moet antibioticumgebruik selectief toegepast worden. Verder moeten risicofactoren
worden gereduceerd → bezetting, minder ruw strooisel, lagere luchtvochtigheid, etc.
De aandoening is vaak zelflimiterend, zolang omgevingsfactoren worden aangepakt. Ook kunnen dragende
zeugen gevaccineerd worden, waardoor de biggen beschermd worden.
Pluimvee
Histomonas meleagridis, welke een enterohepatitis veroorzaakt, kan lang overleven door de
tussengastheer Heterakis gallinarum. Er bestaat een directe medicamenteuze behandeling tegen
histomoniasis. De levenscyclus kan echter wel onderbroken worden door H. gallinarum te bestrijden →
stalhygiëne & ontworming.
Ontworminsmiddelen:
- Flubendazolen (tegen Heterakis gallinarum, Ascaridia galli, Capillaria spp.)
o Flubenol → door het voer; wachttijd vlees 7d en eieren 0d.
o Solubenol → door het drinkwater; wachttijd vlees 4d en eieren 0d.
Dermanyssus gallinae, rode bloedmijt, wordt via meerdere wegen behandeld:
- Drinkwater → fluralaner (Exzolt)
- Behandeling omgeving
o In afwezigheid van kippen:
▪ Organofosfaten (dichloorfos)
▪ Cyfluthrine (K-Othrine)
o In aanwezigheid van kipppen:
▪ Organofosfaten (Foxim/Bye-mite; wachttijd ei 12u, vlees 25d)
▪ Biodiesel (nadeel: vetvlekken op eieren & stalvervuiling)
▪ Silicapoeders (werkt tot 4 mnd)
▪ Roofmijten (werkzaamheid afhankelijk van luchtvochtigheid
, Coccidiose door Eimeria spp. leidt tot een verhoogde voederconversie, groeivertraging & toegenomen
uitval. Er is veel resistentieontwikkeling tegen de huidige anti-coccidiose middelen.
Behandeling:
- Curatief
o Chemisch → amprolium (Coccibal), diclazuril (Baycox)
o Ionoforen →maduramicin, monsensin, narasin, semduramicin
- Preventief: (levend) vaccin voor kuikens → levenslange bescherming.
o Paracox-5, paracox-8, evant, evalon