Psychopathologie
Toetsing
In week 21: 21 mei 2024, 09:00
- 100 minuten, 60 gesloten vragen
- Leidend voor de toets is de literatuur en de lessen zelf
- Boek & artikelen op Brightspace is zeker toetsstof (naast de leidraad van de lessen)
- Digitale toets
HC 1: De vroegste ontwikkeling van het kind
Ontwikkelingspsychologie
De wetenschappelijke studie van groei, verandering en stabiliteit van conceptie tot
adolescentie.
● (Lichte) verstandelijke beperking
● ADHD en autisme spectrum stoornis
● Eetstoornissen
● Symptomen - wat is er aan de hand?
● Etiologie - Waardoor komt dat?
● Prognose - Wat is het verloop
● Verpleegkundige interventies - Wat kunnen we er aan doen
Vygotsky Nadruk op sociale en culturele omgeving.
Begrip: zone van naaste familie
Piaget 4 Stadia’s voor ontwikkeling.
Geloofd dat kinderen leren door middel van
assimilatie en adaptatie.
Eriksons psycho-sociale ontwikkeling: de verandering die optreden in hoe we naar
onszelf kijken en hoe we aankijken tegen onze interacties met anderen.
Fysieke / motorische ontwikkeling
= Kan beoordeeld worden op basis van het bereiken van motorische mijlpalen en op basis
van kwaliteit van bewegen.
- Voorbeelden: groei, rollen, kruipen, zitten, staan en lopen
- Denk aan de invloed van: hersenen, zstelsel, spieren, zintuigen, behoefte aan eten,
drinken en slapen.
- Onderzoek richt zich op: effecten van ondervoeding, ggorietempo, motoriek,
seksuele rijpingsproces tijdens adolescentie.
, Cognitieve ontwikkeling
= Ontwikkeling van hersenen door middel van het leren en onthouden van nieuwe dingen,
het is een proces van opslaan, verwerken, terughalen en toepassen van kennis en
informatie.
- Voorbeelden: denken, leren, onthouden, oplossen, problemen, intelligentie
- Onderzoek richt zich op: verandering intellectuele vermogens, culturele verschillen,
hoe leerlingen successen en mislukkingen verklaren, impact traumatische
gebeurtenis.
- Piaget
Sociaal- en persoonlijkheidsontwikkeling
= Manier waarop interacties van mensen en sociale relaties in de loop van hun leven
groeien, veranderen en stabiel blijven en hoe emoties ervaart worden. Het kind ontwikkelt
zelfvertrouwen en leert zich veilig te voelen in zijn omgeving.
- Hierdoor wordt hij een eigen persoon, leert hij zelf beslissingen nemen en zelf
keuzes maken
- Hiervoor is een veilige hechting van levensbelang
- Voorbeelden: emoties uiten, herkennen gevoel
- Vygotsky
Continue of discontinue verandering?
Continue verandering:
● Verandering loopt geleidelijk
● Prestaties op het ene niveau bouwen voort op een voorgaand niveau
● Onderliggende ontwikkelingsprocessen blijven het hele leven gelijk.
Discontinue verandering
● Verandering loopt stapsgewijs om duidelijk te onderscheiden fasen
● Gedrag en processen zijn in verschillende fasen kwalitatief verschillend.
- Beheersing van de blaas = discontinue (ineens lukt het)
- Cognitieve verandering (dus leren/lezen) = continue
Nature - nurture debat
Wat verklaart nou dat iemand zich op een bepaalde manier ontwikkelt.
Nature: gedrag bepaald door biologische of erfelijke factoren
Nurture: gedrag bepaald door sociaal milieu
Kritieke - gevoelige perioden
Kritieke periode = specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de
grootste (en zelfs onomkeerbare) gevolgen heeft.
Gevoelige periode = een bepaalde periode in de ontwikkeling waarin mensen extra
gevoelig zijn voor bepaalde gebeurtenissen.
,Plasticiteit = de mate waarin bepaalde structuren of gedragspatronen veranderen door
bepaalde ervaringen.
Bij de volgende ‘gebeurtenissen’ is er sprake van kritieke perioden:
- Rode hond, waterpokken.
- Vroeger dachten ze dat er meer ‘gebeurtenissen’ waren die in kritieke perioden tot
onomkeerbare effecten zouden leiden.
Bij de volgende ‘gebeurtenissen’ is er sprake van gevoelige perioden:
- Hechting
- Taal (hoewel hier nog wel discussie over bestaat.
Leerdoel 1; voor de prenatale fase de belangrijkste
bedreigingen voor de ontwikkeling van het kind uitleggen.
● Wat voor invloed heeft stress van de moeder op de baby in de baarmoeder?
- Verhoogde hartslag baby
- Stressgevoeliger / opzoeken stress
- Hartproblemen, diabetes, mentale problemen.
● Kan een baby al leren voor het geboren is?
- Geheugen ontstaat bij 32 weken (rijmpjes onthouden)
- ‘Leren’ in de zin van: stimuli lokken relatie uit (zoals muziek)
Teratogene effecten
Tera = monster
Gennan = voortbrengen
● Voedingspatroon van de moeder
● Leeftijd van de moeder
● Gezondheid van de moeder (b.v. kinderziekte, psychiatrische ziekten)
● Drugs/medicijngebruik
● Alcohol, cafeïne, tabak
● Maar denk ook aan de invloed van vaders
Voordelen innemen antidepressiva tijdens zwangerschap
- Stoppen met het medicijn kan leiden tot angsten/depressies die terugkomen of erger
worden.
Nadelen innemen antidepressiva tijdens zwangerschap:
- Motorische stoornissen
- Ontwenningsverschijnselen
- Ademhalingsproblemen
- Aangeboren afwijking
Leerdoel 2
De belangrijkste complicaties uitleggen die kunnen optreden tijdens de geboorte en
uitleggen welke gevolgen dit kan hebben voor de ontwikkeling van het kind.
, Bevalling - geboorte
1. Te vroeg (prematuur = minder dan 38 weken),
2. Te licht (wegen minder dan 2500 gram)
3. Te laat (postmatuur = 2 weken na uitgerekende datum nog in buik)
4. Zeer laag (Minder dan 1250 gram en/of minder dan 30 weken in de baarmoeder)
Bij premature geboorte gaat meer energie naar lichamelijke overleving, minder energie
naar prikkelverwerking/cognitieve ontwikkeling
Welke cognitieve/psychische problemen kunnen ontstaan bij een baby
die te vroeg of te licht is geboren?
Meer energie gaat naar lichamelijke overleving → en minder naar de
prikkelverwerking/cognitieve ontwikkeling
Mogelijke gevolgen:
● Leerproblemen
● Aandachtsproblemen
● Lager IQ
● Gedragsproblemen
● Fysieke coördinatie
Wonderen van een pasgeboren baby
● Reflexen: zuigreflex, slikreflex, knipperen, zoekreflex
● Zintuigen: reuk, tast, zicht, gehoor, smaak
● Leren
● Sociale vaardigheden
Leerdoel 3
Voor de levensfase 'babytijd', omschrijft de motorische, cognitieve, sociale en
persoonlijkheidsontwikkeling van het gezonde kind omschrijven.
Motorische ontwikkeling
1. 0-3 mnd: hoofd oprichten, observeren
2. 2-6 mnd: grijpen, doelgericht pakken
3. 5-8 mnd: zitten
4. 8-10 mnd: kruipen
5. 9-15 mnd: lopen (vasthouden)
6. 12-24 mnd: (los lopen)