Ondernemingsrecht samenvatting
Hoofdstuk 1 Ondernemingsvormen
Het ondernemingsrecht regelt vooral drie onderwerpen: de inrichting van de organisatie,
vertegenwoordiging en aansprakelijkheid. Deze onderwerpen zijn verschillende geregeld afhankelijk van
de rechtsvorm die op een bepaalde onderneming van toepassing is.
1.1 Besloten vennootschap (BV)
Art. 2:175 BW geeft een omschrijving van de bv. kenmerkend voor een bv is onder andere dat deze in
een of meer overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal heeft. Om deze reden wordt de bv gerekend tot
de zogenaamde kapitaalassociaties (kapitaalvennootschappen). Er dient bij oprichting in ieder geval
één aandeel te worden uitgegeven. * In de eerste plaats zijn aandelen voor de bv een middel om
vermogen aan te trekken. De aandeelhouder brengt vermogen in de bv in. Hij verkrijgt als tegenprestatie
van de bv één of meer aandelen.
* In de tweede plaats is het aandeel doorgaans stemrecht in de aandeelhoudersvergadering verbonden
(2:228). Met het aandeel kan zeggenschap in de bv worden uitgeoefend (zeggenschapsfunctie). De bv
heeft een plutocratisch karakter = hoe meer aandelen iemand houdt, des te machtiger is hij in de
aandeelhoudersvergadering en daarmee in de vennootschap.
* Ten slotte vervult het aandeel vaak een winstverdelingsfunctie: in beginsel heeft iedere aandeel
recht op een gedeelte van de winst (dividend) (2:216)
De bv is besloten. Dit houdt in dat de door haar uitgegeven aandelen op naam staan en overdracht
ervan in beginsel niet vrijelijk kan plaatsvinden. Een aandeelhouder in een bv die zijn aandelen wil
overdragen, dient in beginsel zijn aandeel over te dragen aan de medeaandeelhouders (2:195 lid 1). In
de wet zijn betrekkelijk uitvoerige voorschriften te vinden die aanduiden binnen welke grenzen de vrije
overdraagbaarheid in de statuten beperkt kan worden. Dit type voorschriften wordt
blokkeringsregelingen (beperkt mogelijkheden aandeelhouders, MOET WEL IN STATUTEN ZIJN
OPGENOMEN) genoemd. Blokkeringsregelingen hebben tot gevolg dat aandelen in een bv niet zonder
meer vrij verhandelbaar zijn. (Overdacht van aandelen in een bv kan slechts plaatsvinden bij notariële
akte) (2:194).
Blokkeringsregeling —> Het verbod voor aandeelhouders om hun aandelen vrij aan anderen over te
dragen, moet in de statuten worden opgenomen. We noemen dit een blokkeringsregeling
Aandeelhouders en bestuurders van een bv zijn in beginsel niet aansprakelijk voor hetgeen in naam
van de bv is verricht. De bv heeft dus voor de aandeelhouders een gunstig aansprakelijkheidsregime.
De toepasselijke wetsbepalingen van een bv zijn niet op één plaats te vinden. De bv wordt geregeerd
door haar statuten. Dit zijn door de oprichters/aandeelhouders van de bv zelf opgestelde regels voor
haar organisatie. Bij de oprichting dienen voor de eerste keer statuten worden vastgesteld. Zij liggen
voor iedere geïnteresseerde op het kantoor van het handelsregister ter inzage (2:180 lid 1): openbaar
1.2 Naamloze vennootschap (NV)
De rechtsvorm nv is vooral geschikt voor grote ondernemingen. Het minimaalkapitaal van een nv
bedraagt 45 000,-. Dit maakt de nv-vorm voor kleinere ondernemingen minder aantrekkelijk dan de bv-
vorm.
Een nv kent een in aandeel verdeeld maatschappelijk kapitaal (bedrag dat een vennootschap maximaal
aan een aandeel kan uitgeven). Dit is niet zo bij een bv, voor de bv is het maatschappelijk kapitaal
facultatief (niet verplicht). Dit houdt in dat: voor de nv is vermelding van het maatschappelijk kapitaal in
de statuten verplicht en bij de bv niet. Komt vermelding van het maatschappelijk kapitaal niet voor in
de statuten dan is er geen bovengrens aan het bedrag waarvoor de bv aandelen mag uitgeven.
Net als de bv is de nv een kapitaalassociatie.
Functies aandeel:
- aantrekken vermogen (2:80)
- winstverdeling; dividend (2:105)
- stemrecht (2:118)
Bij een nv behoeven aandelen niet op naam te luiden. Een nv mag ook aandelen aan toonder uitgeven
die door hun aard vrij overdraagbaar zijn. De namen van houders en toonderaandelen worden niet in
een aandeelhoudersregister opgenomen. Op naam is wel mogelijk (2:82)
,1.3 De maatschap en de vennootschap onder firma (VOF)
De maatschap is een obligatoire, wederkerige overeenkomst tot samenwerking van twee of meer
personen. Het sluiten van een maatschapsovereenkomst is in beginsel vormvrij. De maatschap is gericht
op het door middel van samenwerking behalen van vermogensrechtelijk voordeel dat aan de
vennoten ten goede komt. De maatschap heeft dus, evenals de nv en de bv een winstverdelingsdoel.
Bij een maatschap wil men samenwerken voor gemeenschappelijke rekening tot een gemeenschappelijk
doel. Ieder van de vennoten moet iets in brengen, dat wil zeggen een waarde aan de maatschap ter
beschikking stellen. Een maatschap is erop gericht om door middel van hun inbreng voor
gemeenschappelijke rekening voordeel te behalend dat aan het allen ten goede komt.
Als een maatschap onder gemeenschappelijke naam (onder een firmanaam, als eenheid) een
onderneming of een bedrijf uitoefent, dan wordt de maatschap een vennootschap onder firma
genoemd. Het belang hiervan is vooral de vof hoofdelijke verbondenheid van de vennoten kent voor
verbintenissen van de vof, terwijl voor de gewone maatschap (niet onder gemeenschappelijke naam)
een minder streng aansprakelijkheidsregime geldt: de maten (vennoten) zijn voor gelijke delen
aansprakelijk voor de verbintenissen van de maatschap (7A:1680). De wetgever vindt dus dat een
bedrijfsuitoefening onder gemeenschappelijke naam strengere aansprakelijkheidsregels gelden dan
voor een beroepsuitoefening.
Omdat bij een maatschap of vof de vennoten doorgaans op lange termijn moeten samenwerken, is de
persoon van de vennoot voor de andere vennoten van groot belang. De maatschap wordt intuitu
personae (hoogstpersoonlijk) aangegaan. Een vennootschapsovereenkomst sluit met niet met een
willekeurig iemand af. Men noemt om deze reden de maatschap en de vof wel personenassociaties of
personenvennootschappen.
Een maatschap kan stil plaatsvinden. In geval van een stille maatschap blijkt naar buiten toe
doorgaans niets van gezamenlijke beroeps- of bedrijfsuitoefening. Een gezamenlijke uitoefening van een
beroep zoals een advocaat of chirurg kan ook op een voor derden wel duidelijk kenbare wijze naar
buiten, onder een gemeenschappelijke naam. Dan spreken we van een openbare maatschap.
Beroepsuitoefening en bedrijfsoefening
beroepsuitoefening wijst op persoonlijke dienstverrichting. Bij beroepsuitoefening staan de
persoonlijke kwaliteiten van de dienstverrichter voorop. De diensten die de beroepsbeoefenaars
verrichten, veronderstellen een zekere mate van vertrouwelijkheid tussen cliënt en dienstverlener
(beroepsgeheim). Bij bedrijfsuitoefening staan persoonlijke dienstverrichting en vertrouwelijkheid
minder voorop (slager, bakker)
De verschillen tussen de maatschap en de vof:
1. Bij de vof ontleent iedere vennoot aan de wet vertegenwoordigingsbevoegdheid. Dit betekent dat
ieder van de vennoten in beginsel bevoegd is namens de vof te handelen (17 K). Bij een maatschap
daarentegen mag een vennoot in beginsel slechts namens de andere vennoten optreden indien deze hem
daartoe volmacht hebben gegeven (7A:1679). De reden voor dit verschil is dat de wetgever de
maatschap als een meer intern gerichte samenwerkingsvorm beschouwt die minder gericht is op het
afsluiten van profijtelijke transacties met derden.
2. Voor schulden van de vof zijn alle vennoten hoofdelijk verbonden (18 K). Bij de maatschap zijn de
vennoten in beginsel voor gelijke delen verbonden voor vennootschapsschulden (7A:1679/1680).
1.4 Verschillen tussen nv/bv enerzijds en de maatschap en de vof anderzijds
Bij een nv en een bv zijn de aandeelhouders in beginsel niet aansprakelijk voor hetgeen in naam van de
nv of de bv is verricht (2:64/175). Voor de vennoten van een maatschap of een vof zijn er strengere
aansprakelijkheid regels.
De nv en bv moeten een jaarrekening opmaken, vaststellen en openbaar maken. Publiceren of
openbaar maken in juridische zin houdt in dat het in het handelsregister wordt afgeleverd. De
jaarrekening bevat een overzicht van het vermogen en het resultaat van de nv en de bv. de financiële
tand van een nv of een bv is door de openbaarmaking voor iedereen te zien. De verplichting om een
jaarrekening op te stellen en openbaar te maken geldt niet voor de maatschap of vof. (2:394)
Een aandeelhouder kan de kapitaalvennootschap niet opzeggen; een vennoot van een
personenvennootschap heeft wel een mogelijkheid de vennootschap te verlaten.
,De wetgever schrijft voor dat een nv en een bv steeds twee organen te dienen te hebben, namelijk de
aandeelhoudersvergadering met bepaalde in de wet en de statuten genoemde bevoegdheden en het
bestuur met andere bevoegdheden. Daar kunnen op grond van de statuten andere organen aan worden
toegevoegd, zoals een raad van commissarissen. Bij een maatschap of een vof is het wettelijke
uitgangspunt tegenovergesteld. Daar gaat de wetgever ervan uit dat de vennoten ook besturen. Hier
geldt dus niet het uitgangspunt van een duale (tweedelig) organisatie structuur.
1.5 Tussenvormen: commanditaire vennootschap en coöperatie
De cv is een samenwerkingsovereenkomst tussen een of meer gewone vennoten (hoofdelijk
aansprakelijke vennoten) en een of meer commanditaire vennoten. De commanditaire vennoot heeft
in de cv een bijzonder positie.
Een commanditaire vennoot is niet meer gehouden dan het bedrag van zijn inbrengen. (20 lid 3 K). De
cv kent een combinatie van hoofdelijke aansprakelijkheid en soepele aansprakelijkheid voor de
commanditaire vennoten. Een commanditaire vennoot is evenals een gewone vennoot, deelnemer, partij
in de cv. Dit betekent dat hij recht heeft op een deel van de winst van de cv.
Een commanditaire vennoot is net als de andere vennoten, verplicht en gerechtigd tot samenwerking.
Een commanditaire vennoot mag zich wel bemoeien met het intern uitstippelen van het beleid van de cv.
Hij mag echter weer niet door zijn (interne) handelen beslissende invloed uitoefenen op het optreden van
de gewone vennoten naar buiten toe (20 lid 2 K).
Als de commanditaire vennoot zich niet aan dit alles houdt dan wordt de commanditaire vennoot in de
verhouding tot derden beschouwd als gewone vennoot en is hij dus jegens hen hoofdelijk aansprakelijk
voor de verbintenissen van de cv.
Namen van de commanditaire vennoten behoeven niet in het handelsregister bekend te worden
gemaakt. dit is ook niet nodig, omdat zij, anders dan de gewone vennoten, in beginsel niet door de
schuldeisers van de cv kunnen worden aangesproken.
De coöperatie is opgezet als vereniging. Eén van de belangrijkste bepalingen uit het verenigingsrecht
geldt niet voor de coöperatie. Een vereniging mag geen winst aan haar leden uitkeren (2:26 lid 3). De
coöperatie daarentegen mag wel winst uitkeren (2:53a). Daardoor is deze geschikt als
ondernemingsvorm. Een coöperatie dient zich ten doel te stellen te voorzien in bepaalde stoffelijke
behoeften van haar leden. Het aansprakelijkheidsregime van de coöperatie. De leden van de coöperatie
zijn in geval van ontbinding (kan door vordering belanghebbende of OM, 2:21 lid 3) aansprakelijk
tegenover het tekort van de coöperatie (2:55). Maar deze aansprakelijkheid kan in de statuten geheel of
gedeeltelijk worden weggeschreven. (2:56 lid 1)
1.6 Combinatievormen: concern
Soms worden verschillende rechtsvormen gecombineerd om één onderneming te drijven. Het komt voor
dat een nv de meerderheid van de aandelen in een aantal bv’s houdt. De nv noemt men in zo’n geval
moedermaatschappij of moedervennootschap. De bv’s worden wel dochtermaatschappijen of
dochtervennootschappen genoemd (zie art. 2:24a BW). Het geheel van deze rechtsvormen (de
combinatie dus) heet concern of groep (zie art. 2:24b BW). De meeste grote ondernemingen in
Nederland zijn opgezet als concern of groep.
Het Nederlandse vennootschapsrecht staat toe dat bv’s (of nv’s) als aansprakelijke vennoten in een
maatschap of vof participeren. Ook in dat geval ontstaat een combinatievorm. Sommige
advocatenkantoren zijn op deze wijze opgezet. De advocaten nemen via een of meer bv’s deel in de
maatschap waaruit de advocatenpraktijk wordt uitgeoefend. Deze constructie is ook mogelijk bij de cv.
Een bv fungeert dan als gewone vennoot van de cv.
1.7 Rechtspersoon (nv, bv, coöperatie)
Boek 2 BW is aan privaatrechtelijke rechtspersonen gewijd. Rechtspersoonlijkheid heeft als
belangrijkste gevolg dat de rechtspersoon zelf drager van rechten en plichten kan zijn. Een rechtspersoon
is een rechtssubject. Een rechtspersoon kan ook vermogensrechtelijke handelingen verrichten. Zo kan
hij via een vertegenwoordiger een overeenkomst sluiten. In dit opzicht staat de rechtspersoon met een
natuurlijk persoon gelijk. De leden/aandeelhouders hebben niet de rechten die de rechtspersoon
toebehoren en dragen in beginsel niet de plichten die op de rechtspersoon rusten. Bij de
personenvennootschappen daarentegen zijn de vennoten gezamenlijk de dragers van de rechten en
plichten die verband houden met de maatschap of de vof. De rechtspersoon kan slechts in het
maatschappelijke leven optreden, wanneer andere personen als vertegenwoordiger voor hem optreden.
De wetgever stelt in art. 2:1-3 BW vast welke lichamen rechtspersonen zijn: het staat partijen niet vrij
om andere typen rechtspersonen op te richten dan die in boek 2 BW zijn genoemd. Wij kennen dus een
gesloten systeem van rechtspersonen.
, 1.8 Eenmanszaak
Een natuurlijk persoon met eigen onderneming en is aansprakelijk voor de schulden die namens of
door hem zijn aangegaan. Er is in dat geval geen onderscheid tussen privéschulden en zakelijke
schulden. Een dergelijke eenmanszaak dient bij het handelsregister te worden ingeschreven. Bij een
eenmanszaak kunnen werknemers werkzaam zijn.
1.9 Vereniging en stichting
De vereniging en de stichting zijn minder geschikt als ondernemingsvorm, omdat ze geen
winstuitkering mogen doen aan de leden respectievelijk aan hun oprichters en personen die van hun
organen deel uitmaken (2:26 lid 3). Voor een stichting geldt nog een aanvullend bijzonder
voorschrift: deze mag slechts uitkeringen doen aan anderen dan haar oprichters en degenen die deel
uitmaken van haar organen, voor zover deze uitkeringen een ideële strekking hebben.
Het sluit niet uit dat een onderneming in een vereniging of stichting wordt ondergebracht. De
opbrengsten die met behulp van een onderneming worden behaald, dienen in zo’n geval te worden
aangewend ten behoeve van het in de statuten omschreven doel dat de vereniging of stichting nastreeft.
Denk aan de opbrengsten van een sportkantine die benut wordt om het sportcomplex van de vereniging
te verbeteren.
De stichting is een rechtsvorm die voor uiteenlopende maatschappelijke activiteiten wordt ingezet. Het
voordeel van een stichting boven een vereniging is dat de stichting geen leden en dus ook geen
ledenvergaderingen kent. Voor de stichting geldt een ledenverbod. Het probleem van een
ledenvergadering bij een verenging is vaak dat deze als gevolg van absenteïsme en geringe
belangstelling van de leden slecht functioneert.
1.10 Handelsregister
Het handelsregister is een soort burgerlijke stand voor ondernemingen. Het handelsregister wordt
bijgehouden door de Kamer van Koophandel. Gegevens over ondernemingen dienen in het
handelsregister te worden opgenomen. Er is sprake van een onderneming als het gaat om een bedrijf
waarmee winst wordt beoogd. (art.8 onder b Hrgw) +2 +6 +7
Het handelsregister is niet alleen burgerlijke stand voor ondernemingen, maar ook voor
rechtspersonen. Deze verplichting geldt ook als de desbetreffende rechtspersoon geen onderneming
drijft. Tot opgave van inschrijving in het handelsregister is verplicht degene aan wie de onderneming
toebehoort. Betreft de inschrijving van een rechtspersoon, dan is ieder der bestuurders gehouden tot het
doen van opgeven.
Twee belangrijke regels van het handelsregister: (art. 25 Hrgw)
1. Degene aan wie een onderneming of een rechtspersoon toebehoort, kan zich niet beroepen op de
onjuistheid of onvolledigheid van een in het handelsregister ingeschreven feit jegens iemand die van deze
onvolledigheid of onjuistheid onkundig is. Deze mag afgaan op hetgeen in het handelsregister te vinden
is.
2. Als een bepaald feit wel in het handelsregister ingeschreven had moeten worden, maar dit niet is
gebeurd, kan degene aan wie een onderneming toebehoort of de rechtspersoon zich op dit ten onrechte
niet-ingeschreven feit niet beroepen jegens iemand die dit feit niet kende.
1.11 Wet op de ondernemingsraden
Iedere onderneming die 50 of meer werknemers in dienst heeft, moet een ondernemingsraad instellen
(art. 2 lid 1 wet op de ondernemingsraden). In de systematiek van de Wet op de ondernemingsraden is
ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming in stand houdt. Een onderneming is
volgens de Wet op de ondernemingsraden een in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend
organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling arbeid
wordt verricht.
Opmerking verdient dat een ondernemer (van een nv of een bv) verschillende ondernemingen in stand
kan houden. Denk hierbij aan een nv die een spoorwegnet in stand kan houden. Denk hierbij aan een nv
die spoorwegnet exploiteert, maar dit op verschillende locaties in Nederland doet. Ieder van deze locaties
kan een onderneming in de zin van de Wet op de ondernemingsgraden zijn. De leden van de
ondernemingsraden worden door de werknemers uit hun midden gekozen.