Burgerlijke cultuur van Nederland - 17e eeuw (1600 - 1700)
- Barok belangrijkste kunststroming.
- Zuid-Eu: uitbundige katholieke stijl, contrareformatie
- Fr: absolutisme
- Nederlanden: protestantse burgerlijke invulling, particuliere opdrachten. Bloeiperiode economie,
politieke macht en kunst. Gouden Eeuw.
Burgerij
- Zeven Verenigde Nederlanden: bijzondere plaats, rijke burgers besturen (ipv absolute vorst), burgers zijn
zelfbewust, kunst onderstreept welvaart -> bloeiperiode.
- Kunstenaars richten zich op nieuwe markt rijke burgers ipv kerk, koning en adel.
- Amsterdam handelscentrum -> internationale oriëntatie, interesse in exotica.
- Rembrandt van Rijn: groep in actie ipv stijf en geposeerd. Invloed Italiaanse barok (licht- en donkercontrast,
actie, publiek bij betrokken, interactie op doek door blikrichting en wijzen).
- Huwelijksportret: 2 losse portretten naast elkaar opgehangen, man en vrouw naar elkaar toegekeerd.
- Veel opdrachten vanuit rijke burgerij en gilden, bepalen kunst (welvaart laten zien -> dure kleding, veel
sieraden op de portretten). Voorliefde voor natuurgetrouwe uitbeelding van burgerlijke leven.
- Burgers sterk betrokken bij bestuur, bestuursfuncties geven aanzien -> vereeuwigen in groepsportretten
(belangrijke inkomstenbron schilders).
- Schuttersstuk: burgers met verantwoordelijkheid voor verdediging stad verenigd in schuttersgilde.
Groepsportret.
- Populair: veel details.
- Handboogschutters: schietvereniging (dienstplicht).
- Steden veel voorzieningen voor armen en bejaarden. Oudemannnen/oudevrouwenhuis bestuurd door rijke
burgers. Protestantse geloof belangrijke drijfveer (medemenselijkheid).
- Regentenstuk: groepsportret van bestuurders van een liefdadigheidsinstelling of gilde. Hangt in
regentenkamer.
- Godsdienst vs ontspanning en genieten van rijkdom en welvaart -> Luxe vs soberheid in kunst.
- Geloof en rechtschapenheid leiden tot rijkdom.
- Economie groeit door VOC -> groeiende welvaart -> verzamelen exotische goederen, te zien aan interieur.
- Vanitasstilleven: realistische voorstelling van voorwerpen met een dieperliggende boodschap. Het leven is
eindig, alles wat leeft, sterft ooit. Aardse welvaart weegt niet op tegen eeuwige geluk in hemel. Dovende
kaarsen, schedels, muziekinstrumenten, oude boeken.
- Vraag naar Chinese porselein groot -> imitatieporselein op markt. In Delft dikke Hollandse aardewerk
verfijnd naar Chinees uiterlijk: Delfts blauw.
Lering en vermaak
- Republiek veel welvaart -> luxe vs protestantisme.
- Protestantse Kerk: geen puur plezier, lering en vermaak combineren. Kerk leeg en sober, constant tegenover
schepper verantwoorden. Kennis van de Bijbel belangrijk -> vertalen naar Nederlands (standaardisering taal).
- Katholieke Kerk: beeltenissen, rituelen, fouten makkelijk kwijtgescholden.
- Genrestuk: schilderij met zeer alledaagse voorstelling, symboliek.
- Emblemataboeken: leggen betekenis van symboliek van voorwerpen uit, bekend bij breed publiek.
- Rederijkerscultuur bloeit op. Burgers met klassieke opleiding oefenen welsprekendheid (retorica).
Ontmoeting in rederijkerslokalen, retorica oefenen en toneel spelen. Kritiek uiten over actualiteit en
samenleving. Ontvangt belangrijke gasten met intocht.
-> schouwburg voor professioneel theater.
- Tableau vivant: zwijgende en statische uitbeelding door mensen van een Bijbelse passage, belangrijke
historische gebeurtenis of moralistisch begrip.
- Duytsche Academie: Nieuwe rederijkerskamer gericht op poëzie, toneel en Nederlandstalige
wetenschappelijke colleges -> Nederlands bevorderen.
- Strijd tussen orthodoxe protestanten en liberale stromingen stoppen culturele leven.
- Eerste schouwburg in Amsterdam: geïnspireerd door klassiek amfitheater -> opbloei eigen toneel- en
1