H9 Massacultuur | 2e helft 20e
eeuw (vanaf 1945)
9.1 American Dream
- Amerikaanse cultuur populair van WOII (bevrijding). American way of life: dynamisch, modern,
brutaal. American Dream: individuele vrijheid en gelijke kansen -> kunstvormen cartoons, soaps,
musicals, rock-‘n-roll, Hollywoodfilms -> innovatie en commercie.
- New York culturele centrum. The city that never sleeps.
- Musicals: verhaal dient als verbinding tussen zang- en dansnummers. Swingende dans- en
tapnummers, romantische ballades, humor. Begin 20 e eeuw, beïnvloed door Londense music hall en
romantische Weense operette, muziek op blanke jazz. Technisch hoogstaand amusement, weinig
diepgang.
- Bepop: gebaseerd op populaire swingliedjes, nieuwe melodieën, hoger tempo, complexe
akkoordenwisselingen. Begin met melodisch thema, daarna solo’s.
- Cool-jazz: tempo lager, akkoorden eenvoudig, helder en relaxed.
- Free jazz: chaotisch en extatisch, geen vaste harmonieën en akkoordenopvolgingen. Collectieve
impro.
- Abstract expressionisme: vooroorlogse Europese expressionisme maar groots en meeslepend.
Drippings (druppels verf over het doek). Over-all compositie (hele doek gebruikt).
- Opkomst televisie -> einde aan golden age Hollywood -> tv verleiding om verder te kijken, pakkend,
snelle afwisseling, korte blokken, cliffhangers (eigen taal).
- Production code: tijdens golden age censuur van studio’s in regels -> ontstaan filmgenres. Studio’s
geven nieuwe talenten kans om te experimenteren.
- Western: stoere held vs het kwaad.
- Melodrama: liefdesgeschiedenis, vrouw centraal.
- Screwball-comedy: komisch liefdesverhaal
- Film noir: duister misdaadverhaal.
- Filmtechnieken voor extra betekenis: lage camerastandpunten, scherpe zwart-witcontrasten, deep
focus (voor- én achtergrond scherp), suspense (bv kijker meer info dan karakters)
- Soaps: commercials, geen echte hoofdpersoon, volgt groep mensen. Ieder karakter wordt bekende.
Goedkoop gemaakt (geen actiescènes en buitenopnames), dialogen acteurs vertellen verhaal,
cliffhanger.
- Jongerencultuur jaren 50 VS: meer vrijheid, rebelleren tegen gezag -> reclamewereld en muziek- en
filmindustrie spelen hierop in.
- Method acting: gebaseerd op Stanislavski, acteur gebruikt eigen emoties en ervaring om rol
levensecht te maken. Breuk met sterk aangezette, overdreven en heersende stijl -> kleiner en
levensecht.
- Rock-‘n-roll: combinatie boogiewoogie, jazz, r&b, folk, gospel, country en blues. Afterbeat,
elektrische gitaren, saxofoon, drum, zang.
- Amerikaanse populaire cultuur (herkenbare) tegenover avant-garde (experimenteren met
abstractie).
1