Terreur of revolutie?
De gijzeling van de Franse ambassade in 1974
Steffie Horsten
BEATRIX COLLEGE 6a2 | Mevrouw Seegers | Geschiedenis
Steffie Horsten & Femke van 6a2
Huigevoort
,Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 1: Revolutionairen of toch niet: in hoeverre het Japanse Rode Leger terroristisch was.......5
Hoofdstuk 2: Wraak, criminaliteit of politiek: de motivatie achter de gijzeling....................................11
Hoofdstuk 3: Achter de schermen: de invloed van de Nederlandse politiek op de gijzeling................16
Hoofdstuk 4: Angstaanjagend of toevallig: de invloed van de gijzeling op de Nederlandse samenleving
..............................................................................................................................................................20
Conclusie: Een revolutie of een terreuraanslag?..................................................................................24
Bijlagen.................................................................................................................................................26
Logboek................................................................................................................................................29
Verwijzingen.........................................................................................................................................34
1
Steffie Horsten en Femke van Huigevoort | 6a2
,Inleiding
In de geschiedenis van terrorisme is de in 1974 gebeurde gijzeling van de Franse ambassade
in Den Haag een opvallende en interessante gebeurtenis. Dagenland domineerde dit
nieuwsbericht de media. Drie Japanse terroristen van het fanatieke extremistische Japanse
Rode Leger hadden de ambassadeur en tien anderen gegijzeld om landgenoot Furuya, die in
Parijs gevangen zat, te bevrijden (Profilti, 1974). Het was een gijzeling die veel aandacht trok.
Het Japanse Rode Leger, een marxistische groep die destijds actief was, nam de moedige stap
om diplomaten te gijzelen om de vrijlating van hun kameraden in Japan veilig te stellen
(Doğrul, 2022). De gebeurtenissen rond de gijzeling vragen om een verkenning van de
grenzen tussen terrorisme en revolutionaire acties. Het doel is te begrijpen hoe deze
gebeurtenis past binnen de politieke beweging van die tijd en welke impact het had op de
internationale diplomatie. De gijzeling van de Franse ambassade in 1974 in Den Haag
markeert een cruciaal moment in de geschiedenis dat de grenzen tussen terrorisme en
revolutionair activisme doet vervagen.
In dit profielwerkstuk wordt er onderzoek gedaan naar de gijzeling in Den Haag. Dit verslag
duikt diep in de complexiteit van het incident, waarbij het Japanse Rode Leger politieke
motieven en gewelddadige tactieken combineerde om hun doelen te bereiken. Het onderzoek
legt de nadruk op de cruciale vraag of de handelingen van deze groepering moeten worden
gekwalificeerd als terrorisme, waarbij angst en dwang centrale elementen zijn, of eerder als
een poging tot het ontketenen van een revolutie.
Verantwoording van de hoofdstukkenindeling
Het werkstuk is zo ingedeeld dat elke deelvraag een apart hoofdstuk heeft. Hiermee is
hoofdstuk één dus deelvraag één enzovoort. Op het moment dat alle deelvragen zijn
behandeld volgt daaruit onze conclusie. In de conclusie wordt er dus antwoord gegeven op de
hoofdvraag/onderzoeksvraag: “Was de gijzeling van de Franse ambassade in 1974 in Den
Haag een terroristische aanslag of het begin van een revolutie?”
Hoofdstuk 1: Revolutionairen of toch niet: In hoeverre was het Japanse Rode Leger een
terroristische groepering?
In dit hoofdstuk wordt antwoord gezocht op de deelvraag: In welke mate kan het Japanse
Rode Leger als een terroristische groepering worden beschouwd? Het zelfbeeld van het
Japanse Rode Leger als revolutionaire groep roept de vraag op in hoeverre zij daadwerkelijk
als terroristen kunnen worden aangemerkt. Wat zijn de criteria voor een terreurgroep, en hoe
definieerden zij zichzelf? Het antwoord op deze vraag is cruciaal voor het beantwoorden van
de hoofdvraag en andere deelvragen. Daarom wordt in dit hoofdstuk eerst gedefinieerd wie
het Japanse Rode Leger waren en wat ze nastreefden. Daarnaast wordt terrorisme als begrip
toegelicht, met als doel antwoord te geven op de deelvraag.
Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht beschouwt terrorisme als een misdrijf met een
terroristisch oogmerk. Het definiëren van terrorisme blijkt complex. Volgens Van Dale is
terrorisme het plegen van gewelddaden, zoals individuele of collectieve aanslagen,
gijzelingen en verwoestingen, ter demoralisering van de bevolking om een politiek doel te
bereiken (Dale, 2022). De oorsprong van het moderne terrorisme wordt toegeschreven aan
Robespierre tijdens de Franse Revolutie (Klinkvis, 2009).
2
Steffie Horsten en Femke van Huigevoort | 6a2
, Om de deelvraag te beantwoorden, wordt gebruikgemaakt van het onderzoek van Dr. Mürsel
Doğrul, een assistent-professor aan de Turkse Academie van Wetenschappen. Zijn werk,
waaronder "Counter-Terrorism in a Pacifist Country: Japan’s Case," wordt in dit hoofdstuk
aangehaald.
Hoofdstuk 2: Wraak, criminaliteit of politiek: De motivatie achter de gijzeling
Dit hoofdstuk beantwoordt de deelvraag: Wat was de motivatie achter de gijzeling van de
Franse ambassade in 1974 in Den Haag door het Japanse Rode Leger? Hier wordt onderzocht
wat de beweegredenen van het Japanse Rode Leger waren voor de gijzeling. In de jaren
zeventig waren gijzelingen voornamelijk politiek of ideologisch gemotiveerd (Knotter, 2014).
Om te bepalen of de gijzeling als een terroristische aanslag moet worden beschouwd, wordt
gekeken naar de aard van de situatie. Daarom wordt onderzocht wat een gijzeling is en wat de
motivatie erachter was.
Volgens het Nederlandse woordenboek Van Dale is gijzelen het gevangenhouden van iemand
om bij anderen iets af te dwingen (Dale, 2022). In dit hoofdstuk wordt onderzocht wat de
drijfveer was achter de gijzeling van het personeel van de Franse ambassade in 1974 in Den
Haag door het Japanse Rode Leger. Dit biedt meer inzicht in de situatie, waardoor kan worden
beoordeeld of het een terroristische aanslag was of het begin van een revolutie.
Hoofdstuk 3: Achter de schermen: De invloed van de Nederlandse politiek op de gijzeling
Dit hoofdstuk geeft antwoord op de deelvraag: Wat was de invloed van de Nederlandse
politiek op de gijzeling van de Franse ambassade in 1974 in Den Haag? Belangrijke
gebeurtenissen worden besproken om een beeld te schetsen van de jaren zeventig. In 1948
begon Europa aan een sterke economische groei, bekend als de gouden jaren. In 1973 stopte
deze groei door de oliecrisis, wat massale werkloosheid veroorzaakte door automatisering in
fabrieken (Van der Geugten, T, 2018).
Nederland werd tussen 1969 en 1978 geconfronteerd met gijzelingen, bomaanslagen,
schietpartijen en andere terroristische incidenten als gevolg van links radicalisme (Graaf,
Spapens, Groenhuijsen, & Kooijmans, 2011). De jaren zeventig werden gezien als een
periode van links of rood tijdens de opkomst van het linkse radicalisme en terrorisme
(Hellema, 2012). De vele groeperingen in deze tijd zijn het gevolg van de anti-autoritaire
geest en studentenprotesten uit de jaren '60 (Soenen, 2011-2012).
Economische groei na de Tweede Wereldoorlog, ook wel de Golden Sixties genoemd, leidde
tot frustratie onder jongeren, wat resulteerde in demonstraties en radicale politieke ideeën op
universiteiten. Na de jaren zestig ontstonden kleine bewegingen van mensen die de strijd niet
hadden opgegeven, wat leidde tot extreemlinks terrorisme (Soenen, 2011-2012). Het
Nederlandse kabinet in de jaren zeventig was links-progressief, geleid door Joop den Uyl van
de PvdA (Graaf, Spapens, Groenhuijsen, & Kooijmans, 2011). Dit hoofdstuk behandelt de
Dutch approach en de samenwerking tussen Frankrijk en Nederland tijdens de gijzeling.
Hoofdstuk 4: Angstaanjagend of toevallig: De invloed van de gijzeling op de Nederlandse
samenleving
Dit hoofdstuk beantwoordt de deelvraag: Wat was de invloed van de gijzeling van de Franse
ambassade in 1974 in Den Haag op Nederland in de jaren '70? Bij het onderzoeken van het
terreurbeleid in de jaren zeventig blijkt dat de Nederlandse politiek haar bevolking probeerde
3
Steffie Horsten en Femke van Huigevoort | 6a2