McKay – A History of Western Society
Hoofdstuk 8: Europe in the Early Middle Ages
Ongeveer een eeuw lang nadat de Franken de moslims hadden verslagen in de Slag bij Poitiers in 733,
beleefde Europa een periode van politiek en economisch herstel en eenheid. Een belangrijke reden
voor deze regeneratie was de Frankische Karolingische familie. Het was de Karolingische Karel
Martel die bij Poitiers won, en het waren zijn zoon Pepijn III en kleinzoon Karel de Grote die West-
Europa omvormden tot een verenigd christelijk rijk: het Karolingische rijk.
Het Karolingische tijdperk was een hoogtepunt van stabiliteit en creativiteit in de vroege
middeleeuwen, wat over het algemeen een precaire tijd was. De Karolingers bouwden een wederzijds
voordelige relatie op met de kerk. Ze steunden kerkelijke missionarissen en dwongen christelijke
morele codes af. In ruil daarvoor erkende en versterkte de paus de Karolingische politieke autoriteit
door de nadruk te leggen op zalving in plaats van op bloedlijn. Karel de Grote breidde de grenzen van
zijn rijk uit en bracht vrede in een groot deel van Europa.
Binnen dit klimaat van vrede vond er een betekenisvolle renaissance plaats in het onderwijs en de
kunsten. Het centrum van zowel de intellectuele renaissance als het Karolingische rijk was Noord-
Europa. Intellectuele groei vond ook plaats in Northumbria. Door de voortdurende invloed van het
Keltische monnikendom werden prachtige evangeliën en meeslepende geschiedenissen zoals Bede's
Ecclesiastical History of the English People geproduceerd. Geleerden, zoals Alcuin van York, uit
Northumbria en elders reisden ook als onderwijzers naar het hof van Karel de Grote. Juist het feit dat
dit Karolingische rijk en deze cultuur zich in het noorden ontwikkelden, of zelfs helemaal niet, was te
wijten aan de gedwongen isolatie van Europa van de islamitisch-mediterrane wereld, zoals de grote
historicus Henri Pirenne voor het eerst betoogde.
Terwijl deze veranderingen die verband hielden met het Karolingische tijdperk plaatsvonden, bleef
Europa de economisch-politieke transformatie ondergaan die historici doorgaans feodalisme noemen.
Begonnen als een natuurlijke reactie van onzekere mensen op het verdwijnen van de bescherming die
de sterke Romeinse regering had geboden, werd het feodalisme een middel voor gemeenschappen om
zichzelf te verdedigen. In de loop van de tijd, zoals besproken in hoofdstuk 6, gaven vrije mannen hun
persoonlijke rechten en hun eigendommen op aan plaatselijke heren en werden ze lijfeigenen. Deze
heren boden in ruil daarvoor bescherming en bouwden hun eigen kleine imperiums. Essentieel voor
het feodale systeem was het leengoed, het land dat een heer van de vorst ontving. Karel de Grote kon
de feodale heren besturen, maar zijn kleinzonen konden het feodale systeem niet onder controle
houden. Toen ze het rijk van Karel de Grote in 843 in drie delen verdeelden, was het al doordrenkt van
bloed vanwege de ambities van kleine heren. De divisie was een uitnodiging voor een invasie van
buitenaf. De Vikingen, Magyaren en moslims gooiden Europa vervolgens terug in een periode van
geweld en angst. De invloed van de Vikingen zorgde echter niet altijd voor geweld en desintegratie.
De Vikinghandel verbond Scandinavië met het Byzantijnse rijk en leidde halverwege de negende eeuw
tot de oprichting van de staat Kiev.
,LEARNING OBJECTIVES
Na het lezen en bestuderen van dit hoofdstuk zou u in staat moeten zijn om:
- Leg uit hoe Merovingische en Karolingische heersers hun koninkrijken en imperium
regeerden.
- Beschrijf de relaties tussen de Karolingische heersers en de kerk.
- Beschrijf de Karolingische cultuur en het intellectuele leven
- Bespreek het uiteenvallen van het Karolingische rijk en zijn rol in de ontwikkeling van het
middeleeuwse feodalisme. Waarom beschouwen moderne historici feodalisme als een
problematische term?
- Leg uit hoe de expansie van de Vikingen leidde tot de oprichting van het Kievse vorstendom
en vergelijk de regering van Kiev met die van het Karolingische rijk.
The Spread of the Islam
What were the origins of the Islam, and what impact did it have on Europe as it spread?
Wat was de oorsprong van de islam, en welke impact had deze op Europa toen deze zich verspreidde?
Oorsprong: Clan die gebaseerd zijn op loyaliteit. Eerst was er sprake van polytheïsme, daarna
monotheïsme.
De oorsprong van de Islam begon op een Arabische schiereiland. In 610 kreeg de profeet Mohammad
een religieus visioen. In dit visioen sprak de aartsengel Gabriel tot hem om te prediken. Hij moest
geloven in de ene en echte God (monotheïsme). Om dit te verspreiden, moest hij volgers vinden. Dit
deed hij in zijn thuisstad Mekka. In zijn preek gaf hij aan dat de mensen geloven in hun goden,
waarvan de relieken in de Ka’ba zitten, moesten opgeven. Dit zorgde voor veel spanningen met de
lokale autoriteiten.
Wanneer Mohammad naar Medina verhuisde met zijn volgers, liep het verspreiden van de prediken
een stuk rapper. Dit vanwege het simpele geloof volgens de 5 pilaren van de Islam en de religieuze
tolerantie.
In Europa werd de politieke en culturele invloed het meest gevoeld op de Iberische schiereilanden. In
720 bezaten de moslims merendeels van het moderne Spanje. De volkeren daar, de Visigoten en
Moren waren erg zwak en zo onderworpen. Het bezette deel van de Iberische schiereilanden noemden
ze Al-Andalus.
De nieuwe moslimse wereld heeft vele vernieuwingen gebracht aan de wereld. Denk bijvoorbeeld aan
wiskundige en medicinale vernieuwingen.
, The Arabs
Sociale basis Arabische nomaden → Clans, een groep bloedverwanten die via de mannelijke lijn met
elkaar verbonden waren.
- Veel respect voor elkaars religie
- Onderlinge afspraken (bijv. niet vechten op religieuze feesten)
- Erg loyaal richting hun leden
De stad Mekka was het belangrijkste religieuze en economische centrum van West-Arabië.
Eeuwenlang vóór de opkomst van de islam baden veel Arabieren in de Ka’ba, een tempel in Mekka
met een zwarte steen waarvan men dacht dat deze de woonplaats van een god was, evenals
voorwerpen die verbonden waren met andere goden.
Bedoeïenen: Nomadische stam waar kracht uit hun vechtvaardigheden, taaiheid, vermogen om te
handelen en het bezit van paarden voortkomt.
The Prophet Mohammad
Mohammad is de voornaamste profeet beschreven in de Koran (ca. 610-632)
In 610 krijg Mohammad een visioen van de aartsengel Gabriel. Hij spreekt tot hem dat er maar 1 god
is en hij hier mensen moet oproepen om tot deze ene god te geloven (monotheïsme)
Dit was een bedreiging voor de leiders van Mekka, want de Ka’Ba was een plek voor meerdere goden,
waardoor er veel karavanen naar Mekka kwamen, dit zorgde voor hoge inkomens. Dit zorgde voor het
vluchten van Mohammad naar Medina in 622. (hijra)
In Medina slaat het idee van Mohammad veel beter aan. Hier was een hoge religieuze tolerantie.
Iedereen mag zijn eigen geloof behouden en geloven wat hij wilt geloven.
In 630 keerde Muhammad terug naar Mekka, deze keer als hoofd van een groot leger. Hij verenigd de
nomaden en de kooplieden van de steden tot een groot Umma wat de naam Islam heeft gekregen
(onderwerping aan god)
De Ka’ba vertegenwoordigd de aardse tegenhanger van Gods hemelse troon, waar pelgrims op allerlei
manieren naar toe komen.
Toen Mohammad in 632 stierf, had de islam de overhand op het hele schiereiland. De expansie van
het islamitische rijk ging als een speer.