Keuzevak Samenvatting H1, H2, H3, H4, H5, H11
Hoofdstuk 1
De mens past zich zijn hele leven lang aan aan nieuwe situaties en maken aldoor nieuwe
keuzes. Het lichaam verandert, kennis en ervaring nemen toe, relaties ontwikkelen zich en
persoonlijke omstandigheden wijzigen. Er is in geen enkele levensfase stilstand.
Er moet bij seksualiteit aan meer dan alleen seksueel gedrag gedacht worden en seksueel
gedrag met een partner. Het gaat hierbij ook over het lichaamsbeeld, genderidentiteit,
genderrol, verliefdheid en relatievorming, seksuele oriëntatie, interesse en verlangen,
opvattingen en gevoelens, reproductieve gezondheid en seksueel functioneren.
Seksuele ontwikkeling vindt plaats in een biopsychosociale context en deze wordt
gevormd door 3 deelgebieden;
Biologische factoren; zoals hormonale veranderingen of hersenontwikkeling
Individueel psychologisch; zoals emoties, motieven en gedachten
Sociaal-culturele; zoals de omgeving waarin iemand opgroeit.
Deze factoren beïnvloeden niet alleen de persoon maar de beïnvloeden elkaar ook.
Gebeurtenissen die van invloed kunnen zijn worden onderverdeeld in gebeurtenissen die
niet iedereen overkomen, die iedereen in een bepaalde levensfase meemaakt en
gebeurtenissen die een hele generatie tegelijkertijd meemaakt.
Het complexe samenspel tussen individu en omgeving maakt dat het lastig te voorspellen is
hoe iemands levensloop verloopt. Er zijn oneindig veel variaties, maar toch zijn er
verschillende processen en transities die de meerderheid van de mensen doorloopt. Voor de
definitie van een ‘typische’ levensloop hanteren we een statisch criterium, alleen zeer
uitzonderlijke gevallen worden gekenmerkt als ‘atypisch’. Dit is niet per se een
problematische levensloop, dat is het pas als iemand iets zelf als een probleem ervaart of als
het schadelijk is voor de persoon zelf of voor anderen.
0-5 jaar
Voor baby’s is lichamelijk contact zoals knuffelen erg belangrijk. De peuter- en kleuterfasen
zijn echte ontdekkingsfasen, ze ontdekken bijvoorbeeld of ze een jongen of een meisje zijn,
deze biologische basis ligt voor de geboorte al vast. Rond de 18-24 maanden kunnen ze
aangeven tot welk geslacht iemand hoort. Vanaf 27-30 maanden weten ze welk geslacht zij
hebben. Ze gaan hun lichaam ontdekken, weten hoe verschillende lichaamsdelen heten en
wat fijn en niet fijn voelt. Ze weten nog niet dat geslachtsdelen een seksuele functie hebben
en seksueel getint gedrag dat in deze fase voorkomt, zoals het laten zien van de
geslachtsdelen of eraan zitten in het openbaar, komt voor uit nieuwsgierigheid en ze hebben
nog niet geleerd wat wel en wat niet hoort. Kinderen ontdekken hun eigen en het lichaam
van andere kinderen in spelvorm.
6-11 jaar
In deze fase kunnen ze zich verplaatsen in het gezichtspunt van andere en kennen ze de
sociaal-culturele regels rondom seksualiteit en naaktheid beter. Hierdoor kunnen ze soms al
wat onzeker worden over hun lichaam, dit wordt versterkt door de opgang van de puberteit
rond het 10e jaar. Tegen het 12e jaar ontstaan de lichamelijke veranderingen die de nodige
onzekerheid met zich meebrengen. Ook vinden de eerste verliefdheden plaats en de
,interesse in volwassen seksualiteit neemt toe, seks wordt een belangrijk
gespreksonderwerp.
12-14 jaar
Hierin start de echte puberteit. Lichamelijke ontwikkelingen in combinatie met het
schoonheidsideaal zorgt voor onzekerheid over het lichaam. Dit is vaak sterker voor meisjes
dan voor jongens. Meisjes groeien van het schoonheidsideaal af door de rondingen, terwijl
jongens er naartoe groeien door de toename van spierweefsel. Ze komen losser van hun
ouders en de mening van leeftijdsgenoten wordt belangrijker. Vrijwel allemaal hebben ze
verliefdheid meegemaakt en sommigen hebben al verkering gehad. Een deel van hen gaat
ook niet-heteroseksuele gevoelens ontwikkelen, deze groep kan te maken krijgen met
negatieve opvatting van leeftijdsgenoten, hierdoor zal het moeilijk zijn om zichzelf te
accepteren.
De interesse in seks neemt toe, ze gaan masturberen en zien ook vaker seksueel
getint beeldmateriaal. Seksueel gedrag met de partner beperkt zich echter nog tot zoenen,
voelen en strelen. Door een aantal veranderingen in de hersenen reageren veel jongeren
nogal impulsief en zien ze de risico’s van de keuzes die zij maken niet goed in. Hierdoor is er
een vergoot risico op grensoverschrijdend gedrag en ongeplande zwangerschap. De grote
sociale druk van leeftijdgenoten speelt hier ook een rol in.
19-24 jaar
Hierin worden verschillende partners en leefstijlen ontdekt. Ze worden steeds zelfstandiger,
maar hebben nog weinig verantwoordelijkheden omdat ze vaak nog thuis wonen. Het gevoel
van eigen verantwoordelijkheid voor het doen laten is er, maar de risico’s worden nog niet
overzien.
Relatie gaan langer duren, maar worden in deze fase ook sneller beëindigd waarna er
weer een nieuwe relatie aangegaan wordt. Door de hoge mate van seksuele activiteit,
gekoppeld aan de leefstijl en het in beperkte mate kunnen overzien van risico’s maakt dat er
veel verschillende risico’s voorkomen. Door de lage kinderwens en de hoge seksuele
activiteit is het abortuscijfer hoog. Dit betekent niet dat het ondergaan van een abortus of
het oplopen van een soa ‘typisch’ is voor deze fase.
25-39 jaar
De meeste mensen hebben in deze fase een vaste relatie, maar er is grote variatie in
leefstijlen en het aantal alleenwonenden is in de afgelopen decennia licht toegenomen. Ook
zijn er mensen met meerdere vaste partners. In langdurige relaties kan de seks beter worden
door een toename van intimiteit, kennis over elkaar en de groei van vertrouwen. Maar dit
kan ook afnemen doordat de spanning weg is, de romantiek van het begin van de relatie
gaat over naar een meer vriendschappelijkere vorm. Seksueel verlangen neemt sterker af bij
vrouwen als bij mannen, hierdoor kan er een verschil in verlangen tussen de partners
ontstaan. Veel mensen krijgen te maken met zwangerschap en de zorg voor kinderen, deze
gaan gepaard met belangrijke biologische, psychologische en sociale veranderingen. De
behoefte aan seks verschilt bijvoorbeeld enorm per zwangere vrouw. Vooral vlak na de
bevalling vindt er een zware periode plaats, hierin moeten ouderen wennen aan de enorme
verandering in hun leven en zijn ze moe door het tekort aan slaap. Er moet een nieuwe
balans geworden in de relatie.
, 40-54 jaar
In deze fase vinden de meeste echtscheidingen plaats. Ook lichamelijke
ouderdomsverschijnselen worden steeds zichtbaarder. Dit kan zwaar zijn, maar veel van de
mensen in deze fase krijgen minder het gevoel dat ze aan het schoonheidsideaal moeten
voldoen. Bij zowel mannen als vrouwen neemt de productie van geslachtshormonen af.
Vrouwen komen in deze fase vaak in de overgang, hierdoor kan het seksueel verlangen
afnemen.
55-74 jaar
In deze fase neemt de seksuele activiteit geleidelijk af, maar stopt niet. Ouder worden heeft
een aantal voordelen voor het seksueel welbevinden. Ze hebben meer tijd voor elkaar en
anticonceptie is niet meer nodig. Ook hun levenservaring zorgt ervoor dat ze goed weten
wat ze willen en ze hebben veel intimiteit opgebouwd met hun partner. Sommigen zeggen
dat het seksleven alleen maar beter is, hierdoor is er een cohortverschil zichtbaar; de
zeventigjarigen van nu zijn seksueel actiever en meer tevreden over hun seksleven dan de
generatie voor hen. Ook verkeren ze in een beter lichamelijke en sociale conditie door de
toegenomen welvaart.
Chronische ziekten kunnen echter een negatief effect hebben op seksueel
functioneren en seksueel welzijn, deze kunnen zich uiten als een direct gevolg of een indirect
gevolg door bijvoorbeeld verminderd lichamelijk functioneren.
75 jaar en ouder
Ook in deze fase zijn veel mensen nog seksueel actief en tevreden over het seksleven.
Geslachtsgemeenschap wordt soms vervangen door wederzijds masturberen en strelen.
Deze fase gaat ook gepaard met verliezen; van bijvoorbeeld de partner, andere dierbaren
etc.
De prevalentie van seksproblemen neemt toe, dit kan voortkomen uit chronische
ziekten, maar ook vanuit ouderdom kwalen.
Professionals die met kinderen werken krijgen vaak de vraag of seksueel gedrag dat een kind
laat zien wel normaal is. Veel van het gedrag dat ze vertonen is typisch voor de leeftijd,
uitzonderlijk gedrag kan echter een signaal zijn van seksueel misbruik. De nieuwsgierigheid
van deze kinderen gekoppeld aan het feit dat de kinderen zich vooral tot ouders en
volwassenen richten maakt hen bijzonder geschikt om kinderen informatie, waarden en
normen rondom seksualiteit mee te geven.
Er is veel variatie in de mate waarin jongeren seksuele ervaring hebben. Je moet voordat je
het gesprek aangaat eerst helder krijgen hoe ver een jongere is. Vooral de groep voor 14 jaar
die al geslachtsgemeenschap hebben is extra kwetsbaar voor grensoverschrijding en
ongeplande zwangerschap. Deze groep kan de professional van juiste informatie voorziek en
alvast na te laten denken ober wensen en grenzen van anticonceptie en condooms. Dit kan
bepaalde onzekerheden wegnemen. Tijdens zo’n gesprek is het belangrijk er niet vanuit te
gaan dat iemand heteroseksueel is.
Professionals die werken et volwassenen kunnen de kennis die zij hebben inzetten om te
kijken of er problemen zijn op seksueel gebied. Zij kunnen stellen helpen bij wie het seksueel