Omgevingsrecht les 3
College 3
Terugblik bijeenkomst 2
- Wro: bestemmingsplan verplicht voor het hele grondgebied
- Wettelijk eisen staan in WRO/BRO of Wro/Bro/SVBP
- Eisen zijn beperkt
- Elementen van de verbeelding: ondergrond, plangrens, schaal, aansluitingen, noordpijl, enz.
- Werken aan opdracht 1: Analyseren van de verbeelding
Wat gaan we vandaag doen?
- Formatieve toets
- Wettelijke eisen aan regels: Hoofdstuk 3 van SVBP
- Hoe zien regels er meestal uit?
- Werken aan opdracht 2: Analyseren van de regels aan de hand van Bestemmingsplan Zuidwest
Boxmeer
Formatieve toets
1. De Wro/Bro stelt procedurele eisen aan de verbeelding. Waarom stelt de Wro/Bro geen inhoudelijke
eisen aan de verbeelding?
a. (Minimaal een ondergrond, noordpijl, etc.) Waarom zeggen ze niet: er moeten zoveel
woningen komen: De gemeenteraad mag dit zelf bepalen (5 bestuurslagen). De wetgeving is
terughoudend en regelt het minimale wat er nodig is.
Om ervoor te zorgen dat iedere gemeenteraad zelf zoveel mogelijk politieke keuzes kan
maken, wetgeving is hierbij terughoudend.
2. Op een verbeelding heb je in het Noorden van het plangebied ruimte voor vrijstaande woningen en in
het Zuiden voor aaneengebouwde woningen. Geef twee manieren waarop je dit kan aangeven op een
verbeelding (wonen = geel, met code W)
a. Manier 1: Bouwaanduiding: stippellijn: met een code (vrij of aeg)
b. Manier 2: W1 en W2: Wijzingsgebied
i. W1: wonen 1 (vrijstaand: moet in de regels, niet op de kaart)
ii. W2: wonen 2 (aaneengebouwd: moet in de regels, niet op de kaart)
3. De gemeente Heerenveen overweegt een nieuw ijsstadion te bouwen en wilt dit vastleggen op de
verbeelding. Welke mogelijkheden adviseer jij de gemeente?
a. Mogelijkheid 1: Sport: Stadion: sd
b. Mogelijkheid 2: Sport: IJsbaan: IJS
Het stadion mag er komen als er geen functie is aangegeven: baat bij groter gebied aangeven.
Wetgeving regelt dingen terughouden; alleen dat wat nodig is. Alleen ruimtelijke dingen regelen: waar gebruik
je de grond voor, etc. Of het een professioneel stadion is of voor kinderen is niet relevant, daarom mag dit ook
niet geregeld worden: wél regelen wat er minimaal geregeld moet worden.
Veel vastleggen geeft weinig beleidsruimte, aan de andere kant geef je de onderneming wel veel zekerheid.
4. De gemeente Ronde Venen wil een nieuw bedrijventerrein. Dit ligt aan een hoofdweg. Maak een
bestemmingsplankaart en teken daarop conform vereisten Wro/Bro en SVBP een bedrijventerrein en
een hoofdweg.
a. Plangrens
b. Bedrijventerrein (bt: GEEN B): paars
c. Hoofdweg: grijs, niet stedenbouwkundig: alleen een grijs streepje met de straatnaam.
Aangeven als verkeer in de legenda.
, 5. De gemeente wil een bedrijfswoning toestaan, maar alleen wanneer deze aan de hoofdweg komt te
liggen. Teken de bedrijfswoning op de verbeelding
a. Moet je de functie van bedrijfswoning er in zetten: Nee, dat hoeft juridisch niet. Waarom; Je
kunt onder bedrijventerrein in de regels de specifieke functies schrijven: er mag bijvoorbeeld
ondergeschikt gebouwd worden: ik sta wonen toe. Als dit in de regels staat, dan is dit
geregeld.
Als je de woningen niet kriskras door het gebied wilt, maar bijvoorbeeld op een specifieke
plek, dan zou je hier de code wél moeten aangeven: bw.
b. Het vakje bedrijfswoning moet de kleur paars krijgen en niet geel, ondanks ‘wonen’. De
hoofdfunctie van het gebied is namelijk paars. Water vanwege de sloten en grijze lijnen
vanwege de wegen teken je ook niet altijd: staat er wel een weg in, dan moét die weg er
komen. Je hoeft dus niet alle subbestemmingen aan te geven (water bijvoorbeeld), maar wel
de hoofdbestemmingen.
6. De wethouder ruimtelijke ordening van de gemeente Assenrade wil een nieuw winkelcentrum met
daarin ruimte voor een Albert Heijn, Hema en een Etos. Hoe teken je dit op de verbeelding?
a. Plangrens
b. Detailhandel: dh: in het gebied (roze).
c. Legenda: Je maakt een blokje met dh, daar zet je detailhandel in: roze
Stel je geeft de supermarkt niet aan, dan kan de supermarkt overal in het winkelcentrum komen.
7. De gemeente Zwolle wil dat kantoren niet hoger worden dan 50 meter. Hoe geef je dit aan op de
verbeelding?
a. Plangrens
b. Vak voor kantoren: hoofdletter K, vak inkleuren
c. Legenda: K: kantoren
d. Bouwhoogte (in meter) aangeven
i. Max 50 op de kaart, CONTROLEREN
ii. In de legenda: bouwhoogte tot maximaal 50 meter
In een rondje, delen door de helft en in de bovenste helft schrijf je het getal 50. In de legenda
aangeven dat deze maat een maximum hoogte is.
8. Maak een postzegelplan (klein bestemmingsplan) conform de vereisten Wro/Bro en het SVBP van een
nieuw te bouwen inbreidingslocatie. De vlietlanden in de gemeente Reuver in Limburg. Teken in het
bestemmingsplan de Dorpstraat. Aan de linkerzijde van de Dorpstraat komen vrijstaande huizen. Aan
de rechterkant kom een lagere school. Vergeet niet de legenda, de codes, de kleuren, de verklaring,
de stempel, etc.
a. Plangrens
b. Wonen: geel gebied met hoofletter W,
c. In het vak wonen: verschillende blokjes met de functieaanduiding vrijstaand: vrij
d. Vak voor onderwijs: hoofdletter M van maatschappelijk, blokje voor onderwijs: code on
e. Stempel: noordpijl, etc.
De hoofdgroep is verplicht (wonen bijvoorbeeld), functieaanduiding in een apart blokje.
Bestemmingsplan: regels
Wat is de samenhang tussen verbeelding en regels?
Op de verbeelding: staan bestemmingen en aanduidingen; nu weet je ligging en omvang
Voor meer detail met name voor grondgebruik en gebruik van opstallen kijk je in de regels.
Wat staat er in de Regels:
- Wat mag en niet mag binnen een bestemming
- Hoe de gebouwen die hier staan wel en niet mogen worden gebruikt
- Hoe je van bestemming kunt afwijken: wijzigen/ontheffen