Capita Selecta Notarieel Vermogensrecht
Vrije Universiteit van Amsterdam (BA2)
Week 1: titel 3.3 (volmacht)
Literatuursamenvatting
Monografieën Burgerlijk Wetboek, 2023, 3e druk.
Inhoudsopgave
I. Algemeen
II. Karakteristieken
III. Totstandkoming en doel
IV. De onbekwame
V. Substitutie
VI. Meer gevolmachtigden
VII. De nader te noemen meester
VIII.Selbsteintritt
IX. Bevoegd handelen
X. Onbevoegde vertegenwoordiger
XI. Het einde van de volmacht
XII. De onherroepelijke volmacht
XIII.Schakelbepalingen
Hoofdstuk I - Algemeen
§1 Vertegenwoordiging in Europa
Nederlandse model is gebaseerd op die van Duitsland. Het gaat om een zelfstandig rechtsfiguur. Het figuur
heeft betrekking op iemand handelen dat ertoe strekt een rechtsverhouding tussen twee anderen (externe
rechtsverhouding) tot stand te brengen, te wijzigen of teniet te doen. in dit model worden de rechten en
plichten tussen vertegenwoordiger en vertegenwoordigde onderling beheerst door een andere
rechtsverhouding (interne rechtsverhouding) waarop de vertegenwoordigingsregels geen betrekking hebben.
§2 Bronnen van vertegenwoordigingsbevoegdheid
Bronnen van vertegenwoordigingsbevoegdheid:
I. Wet
II. Rechterlijke uitspraak
III. Rechtshandeling (berust op de wíl van de vertegenwoordigde = volmacht = titel 3.3)
Algemene regels voor vertegenwoordiging staan niet in het BW.
§3 Titel 3.3 BW bevat bepalingen van dwingend recht
De bepalingen van titel 3.3 BW zijn dwingendrechtelijk. Alleen afwijken als de wet dat zegt “tenzij anders
bepaald”. De bepalingen van titel 7.7 BW zijn alleen dwingend recht als dit specifiek uit de wet blijkt.
Hoofdstuk II - Karakteristieken
§5 Het handelen namens de achterman
Hoofdregel BW: men handelt ten ten behoeve en voor rekening van zichzelf.
Uitzondering: rechtshandelingen kunnen aan een ander worden toegerekend dan degene die de
rechtshandeling feitelijk verricht. Art. 3:60 lid 1 BW: alleen als men namens die ander handelt.
Als vriendendienst een rechtshandeling verrichten in belang van een ander: geen vertegenwoordiging.
In eigen naam in het belang en voor rekening van de ander rechtshandeling: middellijke vertegenwoordiger.
Middellijke vertegenwoordiging: degene die de feitelijke rechtshandeling verricht, doet dit voor een ander
maar handelt in eigen naam en is zelf partij bij de rechtshandeling.
,HR: Vertegenwoordiging is middellijk wanneer de vertegenwoordiger die handeling in eigen naam verricht,
maar voor rekening van de vertegenwoordigde persoon. In geval van middellijke vertegenwoordiging brengt
de door de vertegenwoordiger verrichte rechtshandeling rechtsgevolgen teweeg tussen de laatstgenoemde en
de derde.
De rechtsverhouding met de achterman brengt dan mee dat de feitelijke gevolgen van de rechtshandeling van
de tussenpersoon door een nadere rechtshandeling (= Abwicklungsgeschäft) ten laste of ten gunste van het
vermogen van de achterman worden gebracht.
HR: iemand die een goed verkrijgt ex art. 3:110 BW is een middellijke vertegenwoordiger.
§6 De betekenis van het innaamvereiste
In titel 3.3 BW geldt het innaamvereiste als een feitelijke voorwaarde voor vertegenwoordigend handelen. (=
Offenkundigkeitserfordenis). Zie art. 3:60 lid 1 BW.
Tussenpersoon hoeft niet expliciet aan de wederpartij uit te spreken dat hij in naam van een ander handelt. Of
iemand in naam van een ander handelt wordt bepaald door hetgeen partijen jegens elkaar hebben verklaard
en over en weer uit elkanders verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden.
Ruime uitleg van het innaamvereiste. Denkbaar gevolg: de rechter oordeelt dat de derde uit de verklaringen
en gedragingen van de tussenpersoon heeft mogen afleiden dat deze handelde namens de achterman, terwijl
dit niet de intentie was en de achterman deze bevoegdheid niet heeft verstrekt. Er zou dan sprake zijn van
onbevoegde vertegenwoordiging, waardoor de derde zich met een schadevergoedingsactie tegen de
tussenpersoon moet behelpen. Art. 3:70 BW.
§7 Men handelt in beginsel in eigen naam
In beginsel handelt men in eigen naam. Als je wil stellen dat je namens een ander hebt gehandeld, en de
wederpartij betwist dat, zal je de bewijslast dragen ex art. 150 Rv.
§8 De volmacht leidt tot verschillende rechtsverhoudingen
De volmacht is een zelfstandige rechtsfiguur, maar zal alsnog gepaard gaan met een complex can
rechtsverhoudingen.
Interne rechtsverhouding: vooral beheerst door de rechtsverhouding die aanleiding is voor het verlenen van
de volmacht. Denk aan lastgeving of arbeidsovereenkomst.
Als de gevolmachtigde van zijn volmacht gebruikmaakt, ontstaat er ook een rechtsverhouding tussen hem en
de derde. De gevolmachtigde brengt de rechtsverhouding tussen de volmachtgever en de derde door middel
van een eenzijdige rechtshandeling tot stand. Uit de eenzijdige rechtshandeling - die in het systeem van het
BW op zichzelf geen bron van verbintenissen is - zou een garantieverbintenis ten laste van de
gevolmachtigde ontspruiten. Zie art. 3:70 BW.
Voorbeeld:
Julius volmachtigt Luna om een schilderij te kopen. Luna koopt schilderij bij Tyra.
Interne rechtsverhouding: Julius-Luna.
Externe rechtsverhouding: Julius-Tyra.
Garantieverbintenis: Luna-Tyra.
§9 Rechtshandelingen en feitelijke handelingen
Ex titel 3.3 kan ken alleen worden vertegenwoordigd bij het verrichten van vermogensrechtelijke
rechtshandelingen. Wel beperkingen, bijvoorbeeld het maken van een testament. Buiten het vermogensrecht
mogelijk dat titel 3.3 BW van overeenkomstige toepassing is, zodat soms bijvoorbeeld procesrechtelijke of
familierechtelijke rechtshandelingen via vertegenwoordiging kunnen.
Op feitelijke handelingen die namens een ander worden verricht is titel 3.3 BW niet van toepassing.
Gevolgen: advocaat-stagiair stelt dat hij namens zijn patroon aan een cliënt advies verstrekt (=feitelijke
, handeling). Bij een onjuist advies kan een cliënt alleen een beroep op art. 6:74 BW jegens de patroon, als
wordt aangenomen dat de stagiair is opgetreden als hulppersoon ex art. 6:76 BW bij de uitvoering van een
verbintenis uit een overeenkomst tussen de patroon en cliënt. Ook de tandarts die een waarnemer inschakelt,
kan alleen voor dienst kunstfouten aansprakelijk zijn als de patiënt in een contractuele relatie met de tandarts
staat. Alles behoudens art. 6:170 BW, art. 6:171 BW en art. 6:172 BW. Maar met die kwalitatieve
aansprakelijkheden is het lastigen dat je moet aantonen dat de persoon voor wie de kwalitatieve
aansprakelijkheid bestaat, zelf een 6:162 BW heeft gepleegd.
§10 Het persoonsgebonden karakter van de volmacht
Het is voor de volmachtgever van groot belang wie de gevolmachtigde is. Hoewel titel 3.3 BW in beginsel
geen betrekking heeft op de interne relatie tussen volmachtgever en gevolmachtigde, werkt het
persoonsgebonden karakter van de volmacht wel door in de bevoegdheden van de gevolmachtigde.
§11 Het belang van de volmachtgever
Art. 3:66 lid 1 BW: de rechtsgevolgen van een door de gevolmachtigde (a) binnen de grenzen van zijn
volmacht en (b) in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandelingen, worden toegerekend aan de
volmachtgever.
In beginsel voor de geldigheid van de rechtshandeling niet vereist dat de gevolmachtigde in belang van de
volmachtgever handelt.
Hoewel de Nederlandse wet opzettelijk niet eist dat de volmachtgever handelt in het belang van de
gevolmachtigde, ligt de eis toch, althans voor de algemene volmacht, besloten in HR Citco Bank Antilles/
Da Costa Gomez (voorgeschreven arrest).
De vordering van de volmachtgever tot nietigverklaring van de hypotheek die de gevolmachtigde in het
uitsluitende belang van de wederpartij had gevestigd, werd in alle instanties toegewezen:
“Vooropgesteld dat hier sprake is van een algemeen luidende volmacht en dat een dergelijke volmacht, als zij
zou worden gebruikt ten voordele van een derde, de belangen van de volmachtgever in ernstige mate kan
aantasten, heeft het Hof met juistheid geoordeeld dat de volmacht slechts geacht kan worden mede ten
behoeve van een derde te zijn verleend, indien dit ondubbelzinnig uit de volmacht blijkt.”
§12 Uitleg van de volmacht
De volmacht vormt een invulling van de rechtsverhouding tussen de volmachtgever en de gevolmachtigde.
Als de wederpartij niet bij de volmachtverlening aanwezig is geweest, kunnen de omstandigheden
waaronder de volmacht is verleend, normaliter geen licht werpen op de vraag welke bevoegdheden de
volmachtgever beoogde te verlenen.
Als de volmacht schriftelijk is vastgelegd, kan de wederpartij om inzage vragen ex art. 3:71 BW. Het is
redelijk dat zij op de tekst van het geschrift afgaat. Bij de uitleg van de inhoud en reikwijdte van de volmacht
is de tekst van het geschrift dus in beginsel bepalend.
HR Citco Bank Antilles/Da Costa Gomez: “Vooropgesteld dat hier sprake is van een algemeen luidende
volmacht en dat een dergelijke volmacht, als zij zou worden gebruikt ten voordele van een derde, de
belangen van de volmachtgever in ernstige mate kan aantasten, heeft het Hof met juistheid geoordeeld dat de
volmacht slechts geacht kan worden mede ten behoeve van een derde te zijn verleend, indien dit
ondubbelzinnig uit de volmacht blijkt. Daarbij is het Hof kennelijk, en terecht, ervan uitgegaan dat voor een
ondubbelzinnige strekking in evenbedoelde zin niet nodig is dat die strekking met zoveel woorden uit de
volmacht blijkt, maar voldoende is dat de volmacht op dit punt duidelijk en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar
is.”
Zou de rechter achteraf oordelen dat de tekst van de schriftelijke volmacht voor tweeërlei uitleg vatbaar is,
dan lijkt hert redelijk om bij de uitleg in acht te nemen dat de volmacht een sterk persoonsgebonden karakter
heeft, terwijl uiteraard ook de interne rechtsverhouding die de basis van de volmachtverlening vormt, van
belang kan zijn voor zover zij aan de derde kenbaar is.
De uitleg van de volmacht wordt beperkt door art. 3:62 BW. Als de interne rechtsverhouding meebrengt dat
de tussenpersoon beschikkingshandeling niet rechtsgeldig namens de achterman worden verricht als de