100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Oefententamen Inleiding in de wetenschappelijke methode €5,49
In winkelwagen

Tentamen (uitwerkingen)

Oefententamen Inleiding in de wetenschappelijke methode

 29 keer bekeken  1 keer verkocht

Oefententamen 1 van het vak inleiding de wetenschappelijke methode.

Voorbeeld 2 van de 8  pagina's

  • 22 mei 2024
  • 8
  • 2023/2024
  • Tentamen (uitwerkingen)
  • Vragen en antwoorden
Alle documenten voor dit vak (32)
avatar-seller
holy_diver60
Oefententamen 1. PB2802


1. Welke van de onderstaande zinnen omschrijft het concept 'kennis' het beste?
a) Kennis is een ware opvatting die met veel overtuiging wordt gehouden.
b) Kennis is een onzekere opvatting die met veel overtuiging wordt gehouden.
c) Kennis is een ware opvatting waarvoor ook een rechtvaardiging beschikbaar is.
d) Kennis is een onware opvatting waarvoor ook een rechtvaardiging beschikbaar is.

2. Welke van de onderstaande omschrijvingen past niet bij een omschrijving van wetenschap als
zijnde 'empirisch'?
a) zintuigen
b) waarneming
c) tast
d) logica

3. In de ontwikkeling van de wetenschap zijn door de eeuwen heen tijdvakken te onderscheiden die
zich elk op hun eigen manier kenschetsen.
Welk tijdvak wordt gekenmerkt door een leer waarin dogmatisch werd voorgeschreven hoe de
wereld begrepen moest worden?
a) middeleeuwen
b) oude Grieken
c) Romeinse Rijk
d) moderne tijd
4. In de discussie over hoe de mens kennis kan vergaren over de wereld spelen allerlei posities een
rol. Hoe noemen we de positie die stelt dat er buiten ons bewustzijn een werkelijkheid is, of dat we
in ieder geval moeten aannemen dat deze externe werkelijkheid er is?
a) realisme
b) dogmatisme
c) idealisme
d) scepticisme

5. David Hume werkte een filosofie uit over ons vermogen om de wereld te ontdekken.
Welke van de onderstaande uitspraken over de aard van wetenschappelijk onderzoek past het
beste bij deze filosofie van Hume?
a) Wetenschap is een kwestie van goed geïnformeerd gokken.
b) Wetenschap is principieel onmogelijk.
c) Wetenschap is een proces van zuiver logisch denkwerk.
d) Wetenschap is nutteloos tijdverdrijf voor intellectuelen.

6. Charles Peirce vindt, net als René Descartes, het gebruik van onze twijfel van groot belang voor de
wetenschap. Hij is echter wel kritisch over de manier waarop Descartes die twijfel gebruikt. Daarbij
maakt hij onderscheid tussen de papieren twijfel van Descartes en de levende twijfel.
Wat bedoelt Peirce met dit onderscheid?
a) We moeten niet zomaar alles in twijfel trekken. Twijfel heeft alleen nut als we deze oprecht
voelen.
b) We moeten niet alleen twijfelen aan ons verstand, maar ook aan onze zintuigen.
c) We moeten niet twijfelen aan autoriteiten. Twijfel heeft alleen nut als we deze op onszelf
betrekken.
d) We moeten onze twijfel niet alleen opschrijven, maar daarover ook in gesprek gaan met
elkaar.


7. Wat zou volgens de logisch positivisten het probleem zijn van de volgende uitspraak?
De menselijke, immateriële ziel is waar onze emotie zich bevindt.
a) Deze uitspraak is per definitie waar.
b) Deze uitspraak is niet falsifieerbaar.
c) Deze uitspraak is niet verifieerbaar.
d) Deze uitspraak is niet metafysisch.

, 8. Piet stelt het volgende: 'De gemiddelde omvang van de wereldbevolking heeft gedurende de
geschiedenis altijd een stijgende trend laten zien. Er valt niet te betwijfelen dat de wereldbevolking
in de toekomst enkel zal blijven toenemen van omvang.'

Deze redenering van Piet is het beste te vatten als
a) deductie
b) inductie
c) noch inductie, noch deductie
d) noodzakelijke waarheid
9. Wat is volgens Karl Popper geen goede wetenschappelijke theorie?
a) een theorie die zoveel mogelijk observaties uitsluit
b) een theorie die in hoge mate falsifieerbaar is
c) een theorie die alle mogelijke empirische observaties weet te verklaren
d) een theorie die in sterke mate gecorroboreerd is

10.Welke van de onderstaande antwoordopties omschrijft het beste het concept ‘verisimilitude’?
a) het gegeven dat observaties onzeker kunnen zijn
b) de mate van confirmatie die een theorie heeft
c) de nabijheid van een theorie ten opzichte van de waarheid
d) de mate waarin onze waarneming te vertrouwen is


11. De wetenschapsfilosofie van Thomas Kuhn gaat in tegen een aantal traditionele opvattingen van
de logisch positivisten.
Welk antwoord past het beste bij Kuhns filosofie?
a) Wetenschappelijke vooruitgang berust niet op zuiver rationele gronden.
b) Wetenschappelijke observaties zijn theorie-neutraal.
c) Wetenschappelijke kennis komt voort uit de kritische houding van wetenschappers.
d) Wetenschappelijke kennis groeit cumulatief.

12.Wat is volgens Thomas Kuhn de functie van wetenschappers binnen een paradigma?
a. Wetenschappers moeten de puzzels oplossen die het paradigma genereert.
b. Wetenschappers moeten puzzels genereren en deze vervolgens oplossen.
c. Wetenschappers moeten de onderzoeksagenda van het paradigma opstellen.
d. Wetenschappers moeten ervoor zorgen dat hun paradigma de competitie met andere
paradigma’s kan aangaan.

13.Op welke wijze kan volgens Thomas Kuhn een crisis in een wetenschap worden opgelost?
a. door het creëren van een nieuw paradigma
b. door het (voorlopig) negeren van anomalieën
c. door het oplossen van anomalieën binnen het huidige paradigma
d. Alle bovenstaande antwoorden zijn correct.

14.Waarom kunnen we tijdens een paradigma-overgang volgens Thomas Kuhn niet spreken van
cumulatieve groei van wetenschappelijke kennis?
a. omdat paradigma’s incommensurabel zijn
b. omdat wetenschappelijke kennis tijdens een paradigma-overgang juist afneemt
c. omdat wetenschappelijke kennis tijdens een paradigma-overgang exponentieel toeneemt
d. omdat de kennisproductie binnen de wetenschap tijdens een paradigma-overgang stilstaat

15.In welke fase wordt er volgens Thomas Kuhn geen wetenschappelijke vooruitgang geboekt?
a. tijdens perioden van normale wetenschap (normal science)
b. tijdens paradigmaverschuivingen (paradigm shifts)
c. tijdens degeneratieve perioden
d. Alle bovenstaande antwoorden zijn onjuist.

16.Imre Lakatos stelde positieve en negatieve heuristieken op die beschrijven hoe wetenschappers
met een onderzoeksprogramma moeten omgaan. Wat schrijft zijn positieve heuristiek voor?

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper holy_diver60. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 55628 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd