Week 1 Inleiding civiele geschillenbeslechting
Hoorcollege
BPR 2024: Praktische informatie
•Hoorcollege, werkgroep en responsiecollege: alles op locatie;
•Opname HC alleen 1e gedurende ca 24 uur na het college en in de week voor het
tentamen beschikbaar
•Zes weken hc en wg onderwijs (weken van 29 april en 6 mei niet). 8 mei wel
responsiecollege
•Veel roosterwijzigingen: zie rooster.uva.nl
•Tentamen: open vragen
•Verplichte literatuur: Compendium Burgerlijk procesrecht 23e druk 2024 en de literatuur uit
de bundel
•Vragen: ESC / werkgroepdocent / responsiecollege / vakcoördinator: burgerlijkprocesrecht-
fdr@uva.nl
Handelingsopties (WODC Geschilbeslechtings delta burgers 2019)
•Jammer dan 11 %
•Onderhandelen / er samen uitkomen 49%
•(rechts)hulpverlening 38% waarvan juridisch advies 28%
•Publieke druk : KASSA!
•Klacht indienen : bijv bij ACM
•Bemiddeling door derde 5%
•Procedure beginnen: buitengerechtelijk 5% (was in 2014 11 %) / rechtspraak 3% (was 4%)
WODC onderzoek kleine bedrijven 2019
35% mkb heeft 1 of meer conflicten gehad in meetperiode.
•Passief 14 %
•Doe het zelf 37 %
•Informele hulp 9 %
•Formele (rechts)hulp 39 %
•16% komt uiteindelijk bij de rechter (12%) of in een bindende ADR-procedure terecht
Functies van de civiele procedure
•Conflictoplossing
•Juridische geschilbeslechting: vaststellen van feiten en rechtsposities. Juridische
problemen en juridisch standpunt en positie inneemt, waarbij de rechter bevoegd is vast te
stellen wat de feiten en rechtsposities van partijen zijn en op grond daarvan een
gezaghebbende uitspraak doen.
•Rechtshandhaving en wetsuitlegging – Uitstralingseffect: ‘de schaduw van het recht’. Je
kunt op de rechter aan. Ook als je gaat onderhandelen, mediation, of andere vormen van
geschilbeslechting, doe je dit met in je achterhoofd dat als het bij de rechter komt de kans
groot is dat hij iets beslist, je weet dat je rechten te handhaven zijn, op een bepaalde manier
worden uitgelegd. Er is voldoende rechtspraak om een schaduw te werpen op mensen.
Vraagt om gezag en openbaarheid.
•Titelverkrijging: gedwongen executie en het geweldsmonopolie. Toegang tot de rechter is
belangrijk omdat de staat het geweldsmonopolie heeft. Willen niet dat mensen geweld gaan
1
,gebruiken om hun rechten uit te oefenen. Belangrijkste titel is veroordelend vonnis van de
rechter. Evt met dit vonnis beslag kunnen laten leggen, verkoopt goederen tegen zijn wil.
•Administratieve en toezichtsfunctie: wetstoepassing en bescherming. Procedures waarbij je
de rechter nodig hebt om wen bepaalde toestand te bewerkstelligen, scheiden bv moet via
de rechter. Rechter heeft dan meer een toezichtsfunctie.
Effect van procesrecht
•Vertaalt een situatie in de werkelijkheid naar een juridische aanspraak. Advocaat moet het
conflict omzetten in een juridisch probleem en aanspraak.
•Structureert het debat met als doel het bereiken van een einduitspraak (of andere oplossing
van het geschil) binnen een redelijke termijn. Als een rechter bevoegd is over een zaak te
oordelen mag hij niet rechtsweigeren! Ook als niet duidelijk wordt wat feitelijk aan de hand
was, dient hij toch te kunnen beslissen. Daarom regels van bewijs.
•NIET altijd weergave van de beleefde waarheid van partijen (Bruinsma et al: De Hoge Raad
van onderen) WEL “recht doen” aan partijen
•NIET creatieve oplossing voor het onderliggende conflict (niet middelen of andere oplossing
bedenken) WEL op het recht gebaseerde beslissing in het juridische geschil.
Spanningen in het procesrecht
•Waarheidsvinding en rechtshandhaving (ipv passieve knopendoorhakker) vs autonomie van
partijen en grenzen aan de actieve rol van de rechter. Je mag partijen niet overvallen en ook
niet feiten gaan googlen. In NL veelal actieve rechter.
•Grondigheid/uitputten van procedurele mogelijkheden vs snelheid/tijdigheid. Hoeveel
kansen heb je om je argumenten aan te vullen? Zoveel mogelijk partijen dwingen om open
kaart te spelen aan begin vd procedure.
•Rechtszekerheid en voorspelbaarheid vs flexibiliteit en geschiktheid voor het concrete
geval. Wat is nu nodig voor deze samenleving?
•Prijs/kwaliteitverhouding
Bijzondere formats en experimenten
•Engelstalig procederen voor commerciële pp
- Commercial Court Amsterdam
- Maritime Chamber Rb Rotterdam
•Laagdrempelige voorzieningen / gecombineerde aanpakken
- Wijkrechtspraak o.a.Tilburg, Den Haag
- Schuldenrechter Den Haag, Rotterdam
Beginselen van procesrecht
Artikel 6 EVRM
•Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen … heeft een ieder recht op
een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een
onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. ….
—> alleen van toepassing bij vaststellen burgerlijke rechten en verplichtingen. Als dat zo is,
dan volgen daar een aantal rechten uit, die ruimer zijn dan uit de tekst blijkt. Zoals recht op
toegang tot de rechter is ook als je een veroordelend vonnis hebt gekregen, dat dat ook ten
uitvoer gelegd moet worden of bv recht op een tolk.
2
,Eisen uit artikel 6 EVRM
•Stelt eisen aan de structuur van de rechterlijke macht en de persoon van de rechter.
Ingesteld bij wet/onafhankelijk/onpartijdig
•Eisen aan de toegang tot de procedure. Bv recht op rechtshulp of een tolk.
Juridische en praktische belemmeringen
•Eisen aan de procedure zelf
Hoor (rechter of partij hoort) en wederhoor (reactie geven op wat gezegd is) / equality of
arms (partijen worden in de procedure niet heel anders behandeld in mogelijkheden om
standpunten naar voren te brengen / openbaarheid / redelijke termijn
•Eisen aan de daadwerkelijke tenuitvoerlegging
Wraking: deze rechter wil ik niet want vertrouw niet dat deze onpartijdig is.
CASE OF MICALLEF v. MALTA appl no 17056/06 (Grand Chamber)
Over de onpartijdigheid van de rechter en equality of arms.
•Verbod op het uit het raam hangen van was als voorlopige maatregel toegekend in 1985
•Zitting op bezwaar verplaatst zonder dat gedaagde dat wist, na overleg tussen rechter en
advocaat wederpartij die familie waren van elkaar.
•Schending van hoor en wederhoor / de eis van onpartijdigheid / equality of arms?
•Bodemprocedure in 1e instantie afgerond in 1992
•Procedure in Straatsburg gestart in 2006
CASE OF MICALLEF v. MALTA appl no 17056/06 - civil rights and obligations
74 The Court reiterates that for Article 6 § 1 in its “civil” limb to be applicable, there must be
a dispute(contestation in the French text) over a “civil right” which can be said, at least on
arguable grounds, to be recognised under domestic law […]. The dispute must be genuine
and serious; it may relate not only to the actual existence of a right but also to its scope and
the manner of its exercise; and, finally, the result of the proceedings must be directly
decisive for the right in question […].
Wanneer is er sprake van een burgerlijk recht? Op zn minst aannemelijk maken dat het gaat
om een recht dat erkend is onder het nationale recht dat een zekere mate van serieusheid
heeft. Was een burgerlijk recht, maar ging om een voorlopige voorziening, dat het recht zelf
niet aan tast. Er wordt alleen een voorlopige maatregel getroffen. Procedure moet ditect van
belang zijn voor het recht zeld, wat strikt genomen hier niet het geval was.
CASE OF MICALLEF v. MALTA appl no 17056/06 - interim measures
79. The exclusion of interim measures from the ambit of Article 6 has sofar been justified by
the fact that they do not in principle determine civilrights and obligations. However, …, a
judge’s decision on an injunction will often be tantamount to a decision on the merits of the
claim for a substantial period of time, even permanently in exceptional cases. …
80. Against this background the Court no longer finds it justified to automatically characterise
injunction proceedings as not determinative of civil rights or obligations.
Hof; we hebben tot nu toe altijd voorlopige maatregelen uitgesloten van art. 6. Omdat ze in
beginsel niet de inhoud van rechten bepalen, ze zeggen niks over het recht zelf. Maar in de
praktijk blijken dat soort maatregelen van belang om je rechten uit te oefenen. Door partijen
werd steeds meer gebruikt van gemaakt van voorlopige voorzieningen, eat niet gezegd kan
worden dat deze niet voldoen moet aan art. 6. Door het bijzondere karakter kan je niet even
streng toepassen bij kort geding in vergelijking met bodemprocedure.
3
, CASE OF MICALLEF v. MALTA appl no 17056/06 - interim measures
Artikel 6 is van toepassing
•Zowel in de bodemprocedure als in de voorlopigvoorziening een burgerlijk recht in het
geding is.
•En de voorlopige voorziening in feite het recht of de verplichting van een partij bepaald.
Maar in een dergelijke procedure kan mogelijk niet(direct) aan alle vereisten van artikel 6
wordenvoldaan.
Ook bij kort gedingprocedures kun je naar het EHRM.
Beginselen zijn geen regels, worden tegen elkaar afgewogen.
Equality of arms - Dombo beheer Application no. 14448/88
Zaak onder het oude procesrecht, partijen kunnen niet getuigen in hun eigen zaak (anders
zet je de waarheid naar je hand). Was een absoluut verbod. Cruciaal werd wat was gezegd
in het gesprek onder 4 ogen voor de uitkomst van de zaak.
•BV v. bank – gesprek onder 4 ogen
•Partijgetuige onder oude recht niet toegelaten
•Directeur Dombo kon niet getuigen (want werd gezien als partij), medewerker bank wel
•Strijd met equality of arms?
31 The Court …. Is not called upon to rule in general whether it is permissible to exclude the
evidence of a person in civil proceedings to whichhe is a party … the Courts task is to
ascertainwhether the proceedings in their entirety, includingthe way in which evidence was
permitted, were‘fair’…
33 ‘Equality of arms’ implies that each party must be afforded a reasonably opportunity to
present his case – including his evidence – underconditions that do not place him at a
substantialdisadvantage vis-à-vis his opponent.
—> elke partij moet een eerlijke kans hebben om zijn zaak naar voren te brengen onder
voorwaarden die niet substantieel slechter zijn dan die van de andere partij. Blijkt uit het
proces als geheel strijd van recht op een eerlijk proces? In deze zaak strijd met art. 6.
1e aanpassing: art. 164 Rv
1) ook partijen kunnen als getuige optreden.
2) Indien een partij als getuige is gehoord, kan haar verklaring omtrent door haar te bewijzen
feiten geen bewijs in haar voordeel opleveren, tenzij de verklaring strekt ter aanvulling van
onvolledig bewijs.
3) Indien een partij niet verschijnt etc…. kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die
hij geraden acht.
Wet van 6 maart 2024: art 164 lid 2 Rv vervalt. Want rechter mag gewicht toekennen aan
bewijs.
Als jij iets moet bewijzen dan kan het niet voordeel opleveren.
Nationale beginselen van procesrecht
artt. 19-35 Rv – rolverdeling pp/rechter
•Volledigheids- en waarheidsplicht
- Plicht partijen o.a. art. 21 Rv
- Bevoegdheid rechter o.a. art. 22 Rv
•Zeggenschap in de procedure
4