100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting hoofdstuk 4 semantiek handboek Taalkunde €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting hoofdstuk 4 semantiek handboek Taalkunde

 0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Antwoorden op de zelftoetsvragen van hoofdstuk 4 semantiek uit het handboek Taalkunde.

Voorbeeld 1 van de 4  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 4
  • 23 mei 2024
  • 4
  • 2023/2024
  • Samenvatting
avatar-seller
Banga, A., Poelmans, P., Sweep, J., & Verhagen, V. (2022). Handboek taalkunde.

Hoofdstuk 4: Semantiek
4.4 Zelftoets (p162)

1. Leg met een voorbeeld uit dat je bij de betekenis van een inhoudswoord met een
taalvorm, een lexicale betekenis en een referent te maken heeft.
inhoudswoord = lexicaal woord (zelfst. nw, zelfst. ww, bijv. nw, bijwoord, telwoord)
lexicale betekenis = begrip of concept dat bij een woord hoort
referent = diegene of datgene waar je een woord daadwerkelijk voor kunt gebruiken

 appel: je denkt aan een appel en je kan het woord ook effectief gebruiken voor het
aanduiden van een appel

2. Wat betekent het dat woordbetekenis arbitrair-conventioneel is?
arbitrair = willekeurig en toevallig
conventioneel = volgens de gewoonte, door vaste patronen bepaald


3. Op wat voor manier verwijs je bij a) specifieke verwijzing, b) generieke
verwijzing, c) deiktische verwijzing en d) anaforische verwijzing?

a) specifieke verwijzing: een verwijzing naar een uniek identificeerbaar element,
bijvoorbeeld een naam, een beschrijving of een unieke eigenschap.

b) generieke verwijzing: een verwijzing die een soort of een categorie aanduidt.

c) deiktische verwijzing: een verwijzing die afhankelijk is van het hier-en-nu van de
spreker.

d) anaforische verwijzing: een verwijzing naar iets dat eerder is genoemd.

4. Hoe noem je een trefwoord in een woordenboek?
Een trefwoord in een woordenboek noemen we een lemma.

5. Hoe noem je een trefwoord plus alle betekenisinformatie in het woordenboek?
Een lemma en alles wat er bij een lemma staat noemen we een artikel.

6. Geef een voorbeeld van hyperoniem.
hyperoniem = een algemener woord
vb: vrucht  hyperoniem van appel en banaan

7. Geef een voorbeeld van een hyponiem.
hyponiem = een specifieker woord
vb: auto, fiets  hyponiem van voertuig

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ruthcrabbe. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 64419 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis

Laatst bekeken door jou


€5,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd