100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting alle hoorcolleges Relatievermogensrecht II €11,11
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting alle hoorcolleges Relatievermogensrecht II

2 beoordelingen
 88 keer bekeken  5 keer verkocht

Samenvatting van alle hoorcolleges Relatievermogensrecht II

Laatste update van het document: 5 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 56  pagina's

  • 16 mei 2019
  • 24 mei 2019
  • 56
  • 2018/2019
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: Milan1998 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: mijntjeremie • 3 jaar geleden

avatar-seller
angela1996
Hoorcolleges Relatievermogensrecht
HC1 Schuldeisers en huwelijksvermogensregime
Schuldeisers: belangrijke punten:
1. Aansprakelijkheid:
Reden waarom mensen huwelijkse voorwaarden maken, is vanwege SE’s. Vooral bij ondernemen
worden huw.vw. gemaakt. Men vergeet vaak dat huw.vw. ook werken bij scheiding; niet alleen SE’s
worden buiten de deur gehouden, maar ook de andere echtgenoot!
 Hoofdreden huwelijkse voorwaarden: SE’s buiten de deur houden (1). Maar het moet
eigenlijk gaan om met name scheiding! (2) en overlijden (3)! Bij scheiding weet je of de
voorwaarden warm/koud/lauw zijn. Vaak staat erin wat de echtgenoten tijdens de rit gaan
doen (kosten v/d huishouding etc.), maar niet wat er gebeurt bij scheiding! Men is vaak te
veel gefocust op SE’s.
2. Uitwinbaarheid: verhaalsmogelijkheden
3. Draagplicht

Ad. 1 Aansprakelijkheid
Basisstelsel sinds 1-1-2018: gvg is de beperkte gvg. Voor 2018 hadden we ook al een beperkte
gemeenschap, maar hij is nader beperkt. We hebben nooit een algehele gvg gehad, want we hadden
al privégoederen, zie 1:94 oud verknochte goederen of goederen gekregen met uitsluitingsclausule.
I/h oude systeem hadden we ook al 3 vermogens: huwelijksvermogensrechtelijk gemeenschappelijk
vermogen en 2 privévermogens. Op 1-1-2018 is de privépot potentieel groter geworden en de
gemeenschappelijk pot potentieel kleiner.

De oude gemeenschap blijft van belang, want het nieuwe regime geldt pas voor mensen die na 1-1-
2018 een huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap aangaan (ook voor mensen die in 1970 zijn
getrouwd en hun koude huw.vw. opheffen, dan geldt het nieuwe stelsel voor hen).

Op zich heeft nieuw huwelijksvermogensrecht onmiddellijke werking. Maar op een aantal punten is
sprake van eerbiediging v/h oude regime, art. 68a Ow  3 uitzonderingen op 3 niveaus:
1. De omvang v/d gemeenschap van goederen, art. 1:94.  Op oude gevallen blijft de oude gvg qua
omvang van toepassing. Op 3 manieren is de gemeenschap een beetje beperkt in 2012:
 In 2012 hebben we nieuw huwelijksvermogensrecht gekregen; geprobeerd om aangebracht
vermogen, geërfd vermogen en krachtens schenking verkregen vermogen buiten de
gemeenschap te houden, maar was niet gelukt.
Art. 1:94 2012 en art. 1:94 2011 verschil: gvg is wel een beetje verkleind, nl. 1:94 lid 6 (lid 4).
In 2012 is bepaald dat de vruchten privé zijn als de goederen privé zijn (bijv. door
uitsluitingsclausule). Voor 2012 vielen de vruchten van dat privégoed wel i/d gemeenschap!!
In overgangsrecht van 2012 staat dat die wijziging ook gold voor mensen die al i/e oude gvg
waren getrouwd! > Andere werking van overgangsrecht: geen onmiddellijk werking!
 In 2012 werd ook een klein beetje erfrecht uitgesloten: 1:94 lid 2 letter c vruchtgebruik uit
hoofde van andere wettelijke rechten vallen niet meer i/d gemeenschap (aanspraak uit
hoofde van andere wettelijke rechten vallen buiten de gemeenschap).
 In 2012 werd ook een nieuwe categorie privéschulden gecreëerd > 1:94 lid 7 letter c:
verplichtingen uit hoofde van quasi-legaten (=ovk’en met werking bij overlijden).
Het gekke is dat overgangsrecht nu de omvang v/d gemeenschap eerbiedigt, maar in 2012 werd
de omvang alleen eerbiedigt wat betreft de schulden. Die schulden werden privé gemaakt, maar
voor oude schulden bleven ze gemeenschappelijk. > was juridisch technisch gek overgangsrecht!
- Alimentatierecht gaat nu ook veranderen: de termijn gaat van 12 naar 5 jaar. Hoe ziet dat
overgangsrecht eruit? Het gaat ook gelden voor mensen die al voor de wetswijziging waren
getrouwd! Dat is raar, want sommigen zijn van 12 jaar uitgegaan, maar opeens is dat 5 jaar
(wijzigen v/d spelregels tijdens het spel).

1

,Dus altijd afvragen met welke gvg we te maken hebben: voor 1-1-2018 of erna of voor 1-1-2012. Die
van voor 2012 zijn dus niet volledig intact gelaten, maar zien er wel anders uit dan na 1-1-2012.

2. Art. 1:96 lid 3 geldt niet voor de oude gvg . Art. 96 is een externe bepaling; werkt alleen voor
mensen met het nieuwe stelsel. Mensen met oude gemeenschap mogen geen beroep doen op
lid 3 (geldt dat ook voor SE’s die ontstaan na inwerking treding v/d wet?). Intern is als het tussen
de echtgenoten werkt.
3. Art. 61 Fw: bepaalde goederen uit faillissement mag je terugnemen . In Ow is gezegd dat het
nieuwe art. 61 Fw geldt voor faillissementen na 1-1-2018. Dus het is een soort beperkte
onmiddellijke werking.

Kanttekening 1:85 en 1:102
A en B zijn getrouwd in gvg van 2018. A gaat verplichtingen aan jegens X en Y. Wie is aansprakelijk?
Gaat er ook om wanneer A die verplichting is aangegaan; tijdens huwelijk. Aansprakelijkheid =
degene bij wie je aanbelt en zegt je zou presteren. Volgens algemene regels is degene die
aansprakelijk is degene met wie je gecontracteerd hebt. Het maakt i.p. niet uit of dat voor of tijdens
het huwelijk is. A heeft het beloofd, dus bij A klop je aan. Uitzonderingen!  2 situaties:
- Je kan aansprakelijk zijn zonder dat je erbij betrokken was: aansprakelijkheid ex lege (niet
aansprakelijk o.g.v. contract) o.g.v. 1:102. 1:102 is alleen a/d orde bij ontbinding v/d
gemeenschap.
- Art. 1:85; je kan aansprakelijk zijn voor de gewone gang v/d huishouding aangegane
verbintenissen (dus niet voor alle kosten van de huishouding). Het verschilt per huishouden
wat de gewone gang is. Vroeger was 1:85 nog van groot belang, maar nu niet echt meer >
apart dus dat de crediteur er baat bij heeft dat de debiteur getrouwd is.
Zou de schuld een 1:85-schuld zijn, dan komt er een aansprakelijkheidslijntje naar B.
In principe is A aansprakelijk; dat is algemeen vermogensrecht.

Op welke goederen kunnen SE’s zich verhalen; waar kan beslag worden gelegd?  Uitwinning ofwel
verhaalsaansprakelijkheid (Ad. 2). A heeft 100k, gemeenschap heeft een huis en B een auto.
 A is aansprakelijk en met je hele vermogen moet je dan instaan, 3:276. Dus sowieso de 100k.
 Kunnen ze ook bij de gemeenschap terecht en het huis uitwinnen? Ja, o.g.v. 1:96 lid 1: of sprake
is v/e privéSE of gemeenschapSE maakt niet uit!! Ze kunnen zich allebei verhalen op dat huis. Dit
wordt genuanceerd door lid 3.
 Op het EV van B kan niet worden verhaald, want B is niet aansprakelijk!

Art. 1:96 lid 1 maakt dus geen onderscheid tussen privé en gemeenschapsschulden. Maar lid 3
externe aspecten: lid 3 ziet op privéschulden. (Zie ook boek). Dit geldt dus voor X in casu!
Wanneer is iets gemeenschapsschuld en wanneer privéschuld? Hoofdregel = gemeenschapsschuld.
Voor privéschuld moet sprake zijn van 1:94 lid 7-schulden, bijv. een aangebrachte schuld (tenzij de
schulden m.b.t. goederen die voor het huwelijk privé waren gemeenschapsschulden worden).
 Stel er is alleen een privéSE, dan kan hij het huis uitwinnen van 100k en 50k gaat naar de privéSE
i.b. en de andere 50 verdwijnt naar privévermogen van B: privévermogen na uitwinning
(categorie). > 1:96 lid 3 lijkt hierop, want het hele goed is uitwinbaar, maar per saldo verkrijgt de
SE de helft v/d executieopbrengst. Lid 3 is alleen voor privéSE’s en werkt niet voor oude gvg’s! Als
de gvg was aangegaan onder oud recht, had de privéSE die beperking niet en kon hij die 100 naar
zich toe trekken.
 SE’s zijn door lid 3 erop achteruitgegaan. De voorhuwelijkse auto van B ging vroeger de gvg in en
werd verhaalsobject, ook voor SE’s van A, maar nu niet meer!!
 I/d Libelle wordt gezegd dat je wel gvg kan doen, omdat SE’s zich maar op de helft kunnen
verhalen. Dit is onzin. Ze doelen op lid 3, maar die geldt alleen voor privéSE’s!! Een SE die opkomt
tijdens de rit, is een gemeenschapsSE i.b.!


2

, Een aangebrachte onderneming is privé bij A i/h nieuwe systeem. Stel A maakt brokken in zijn
eenmanszaak en wordt aansprakelijk gesteld. Privé of gemeenschapsschuld? De onderneming is
privé. Het is een gemeenschapsschuld, want ontstaan tijdens de rit en er staat nergens dat
schulden v/e privéonderneming ook privé zijn. Het kan wel zijn dat een schuld v/e privégoed,
bijv. v/e auto en daar koop je winterbanden voor, een privéschuld is. De schuld die ontstaat i/d
onderneming houdt niet verband met privégoederen!! Die schulden zijn dus niet privé!

Ad. 3 Draagplicht: gaat o/d interne verhoudingen (wie moest het voelen i/d portemonnee?), want de
SE’s zijn al vertrokken. Privéschulden worden gedragen door A privé en gemeenschappschulden d/d
gemeenschap. SE’s halen verhaal, leggen beslag en executeren.

Hoe zit het met een gokschuld?  Gemeenschapsschuld, want in art. 1:94 staat niet dat het een
privéschuld is. Sinds 1-1-2018 art. 100 lid 2: bij ontbinding v/d gemeenschap worden de schulden
gedragen door echtgenoten voor een gelijk deel, tenzij o.g.v. r&b een andere draagplicht voortvloeit
(SE’s hebben hier niks mee te maken, want die hadden al verhaal. Dit gaat o/d draagplicht!).
- Geldt dit ook voor oude gemeenschappen?  Ja, onmiddellijke werking!
- Maar overal speelt r&b toch, moet dat in elk wetsartikel staan? Hier wel, want normaal ligt de lat
hoger: naar maatstaven van r&b onaanvaardbaar.  De onaanvaardbaarheidseis wordt niet
gesteld in 1:100 lid 2. Dit werkt dus alleen intern!! We zullen sneller rechters zien ingrijpen hier.
- HR zei al in jurisprudentie dat in uitzonderlijke omstandigheden de draagplicht anders kon zijn
dan 50/50: voor gevallen van verzwegen voorhuwelijkse schulden en bij een kortdurend
huwelijk. Maar heb je hier niet meer voor nodig, want voorhuwelijkse schuld is een privéschuld?!
Ook is het onredelijk als getrouwden erop los leven terwijl ze niet meer samenwonen, maar nog
wel getrouwd zijn. Het is nu dus sneller mogelijk dat iets niet redelijk is. Maar dit is DUS INTERN!

Het is anders als de gemeenschap ontbonden wordt > De gemeenschap is vatbaar voor verdeling art.
1:99 lid 1  art. 1:102 wordt geactiveerd (niet alleen bij echtscheiding dus, maar ook bij wijziging
huw.vw. en bij dood). Art. 1:102 is alleen geschreven voor gemeenschapsschulden!
GemeenschapsSE’s krijgen een aansprakelijkheidslijntje bij B en mogen daar aanbellen. Met die lijn
kom je in art. 3:267; de auto wordt voor uitwinning vatbaar.

Art. 1:102 zegt niet alleen iets o/d aansprakelijkheid, maar ook o/d uitwinbaarheid! Maar beperking
op uitwinningsniveau  uitwinbaar is alleen het vermogen dat bij B terecht is gekomen door
verdeling d/d ontbinding v/d gemeenschap inclusief zaaksvervanging (zie parlementaire stukken)!
 We hebben dus de gemeenschapsSE die zich kan verhalen. Gemeenschap wordt ontbonden, dan
kan hij zich nog steeds verhalen op de gemeenschap en bij A!
 A maakt nieuwe schuld na ontbinding, wat dan? Die SE kan zich alleen verhalen op het aandeel
van A i/d ontbonden huwelijksgemeenschap en dus niet op het hele goed (huis), want de
gemeenschap is ontbonden en bevroren!! Terwijl de gemeenschapsSE zich nog steeds kan
verhalen bij voorrang op de gemeenschap! > Dat houdt i.b. op als de gemeenschap wordt
verdeeld en dan zou de gemeenschapsSE achter het net kunnen vissen als snel verdeeld werd
vroeger. Nu is dit geregeld: als het pand aan B wordt toebedeeld, blijft dat pand uitwinbaar. Dus
waar je verhaal tijdens huwelijk op had, blijf je na ontbinding ook verhaal op houden, alsmede na
verdeling  geldt alleen voor gemeenschapsSE!!
 Stel privéSE dreigt verhaal te gaan nemen. A en B zijn slim en zeggen we gaan uit liefde scheiden.
Ze delen het pand toe aan B. A krijgt een niet-opeisbare vordering ter grootte v/d helft v/d
waarde v/h pand terug die pas opeisbaar is over 25 jaar.
- PrivéSE had verhaal op het pand, maar nu is de gemeenschap ontbonden en zit het pand bij B. >
Denk aan SE’s boek 3: algemeen vermogensrecht > zou paulianeus kunnen zijn.  PrivéSE moet
met pauliana i/d hand ten strijde trekken, maar gemeenschapsSE dus niet. PrivéSE verhaalt op de
helft en gemeenschapsSE op het geheel!


3

, - Dit is apart m.b.t. de gemeenschapsSE en dat maakt een huwelijksvermogensrechtelijke
gemeenschap speciaal. Kunnen we beter in helften denken zegt Schols, jouw helft en mijn helft?
 Hoe gaat het bij samenwoners die een half huis hebben? A maakt brokken, wat is dan
uitwinbaar? Een half huis van A. Bij getrouwden win je dus een heel huis uit (bij privé en
gemeenschapsSE), maar hier een halve. In effect gaat 1:96 lid 3 lijken op het verhaal bij de
eenvoudige gemeenschap.

Dus wat is voor de handliggend waarom we huw.vw. maken? Om v/d huwelijksrechtelijke
gemeenschap af te komen!  Alleen SE’s profiteren v/d gvg en verder niemand!
 75% trouwt zonder huw.vw. Hoe hadden we een stelsel kunnen maken waar we niet hoeven te
zeggen, zou je wel trouwen? Hoe krijg je een SE’s neutraal stelsel? Van de 25% met huw.vw.
trouwt 34% koud: ze delen nagenoeg niets; deze club stijgt en willen de huw.vw. ijskoud hebben,
maar dat kan niet vanwege de alimentatie die niet voor het huwelijk uitgesloten kan worden!
De andere 66% trouwt warm. Hoe houd je SE’s buiten de deur? Verrekenbeding maken: indien
we van echt scheiden rekenen we intern af alsof we in gvg getrouwd waren.
 Wat had men i/d wet moeten zeggen, maar is niet gedaan? Gvg om zeep helpen. Alleen SE’s zijn
a/d gemeenschap gehecht? We hadden kunnen opnemen uitsluiting iedere gemeenschap en als
basisstelsel een verrekenstelsel waarin het vermogen dat tijdens de rit is vergaard,
rekentechnisch op een hoop wordt gegooid en waar ieder de helft van krijgt.

Bij SE’s en huw.vw. moet je ook kijken naar de Fw. Art. 63 Fw: als 1 v/d echtgenoten failliet is, valt de
gemeenschap volledig i/h faillissement. Faillissementscurator is ook gehouden a/d spelregels van art.
1:96-3 etc. De curator krijgt het beheer o/d gemeenschap > is vervelend voor de andere echtgenoot.

Casus: we hebben A en B. Gvg is 90k, privévermogen van A 60k. A heeft een privéSE X en die heeft
100 te vorderen. A heeft gemeenschapsSE Y die heeft 200 te vorderen.
 A is de aansprakelijke persoon. Hoe loopt dit af? Er zijn in ieder geval tekorten.
 Wie gaat voor? Is er een concurrent SE? De SE’s staan gelijk, maar ze hebben verhaal op
verschillende potjes.
o Potje 1 = 60 van A. Daar kunnen allebei de SE’s zich op verhalen, zowel de privéSE als de
gemeenschapsSE. Verhouding SE’s > 1/3 2/3 (naar evenredigheid). X krijgt 20 en Y 40.
o Potje 2 = 45; heeft te maken met 96 lid 3. (Voor oude systemen geldt dit niet). Allebei de
SE’s kunnen zich hierop verhalen. Verhouding SE’s > 1/3 2/3. X krijgt 15 en Y 30.
o Potje 3 = 45 v/d gemeenschap. Hier kan alleen de gemeenschapsSE zich op verhalen!

Belangrijk nog: o.g.v. art. 1:102 B wordt aansprakelijk! Is dat rampzalig? Nee, want goederen die B
privé had, blijven buiten schot!! Alleen de goederen die uit de gemeenschap aan B zijn toegedeeld
komen in beeld voor uitwinning, maar die waren eigenlijk ook al voor uitwinning vatbaar.
We hebben het fenomeen van afstand doen v/d huwelijksgemeenschap, art. 1:103. Waarom zou B
dit kunnen doen? Terwijl het niet nodig is, want SE’s kunnen niet op zijn privévermogen uitwinnen
(als de goederen van B sowieso niet voor uitwinning vatbaar zijn).

HC2 De beperkte gemeenschap van goederen: omvang,
zaaksvervanging, vergoedingsrechten-en plichten, de in-en
uitsluitingsclausule
Art. 1:94 nieuw:
 Hoofdregel: lid 2 wat i/d gvg valt.  A/d actiefkant v/d gvg: alles wat al gemeenschappelijk was
voordat ze gingen trouwen en alles wat ze tijdens het huwelijk verkrijgen waarbij het niet
interessant is of ze dat privé of gezamenlijk hebben gekregen! Daar kan je uit afleiden dat alles
wat iemand al had op eigen naam voordat iemand i/h huwelijk trad, buiten de gvg blijft.
 Uitzonderingen staan o.m. in lid 2:

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper angela1996. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,11. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€11,11  5x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd