Sociologie hoorcollege 1
Wat is een trend:
Hype (moment, 24 uur) - Kortdurende bevlieging
Rage (seizoensgebonden) - massale liefhebberij
trend (frequent fenomeen) - Maatschappelijke ontwikkeling (>1 jaar)
Sociale verandering (tijdsduur: decennia (10 jr.)- Onderliggende verklaring, duren langer
2 Sociologen:
Ulrich Beck (Duitsland)
Centrale term: Risicomaatschappij
Er heerst een permanent potentieel gevaar, overal en altijd (in alle levensgebieden) inclusief
opvoeding
Zygmunt Baumann (polen, Engeland)
Centrale term: Vloeibare samenleving
omstandigheden veranderen zo snel dat mensen ze niet meer kunnen bijhouden.
Beck (1986): ‘niet alles wat technisch mogelijk is, is ook moreel aanvaardbaar’
Veranderd in:
Beck (2016): ‘niet alles wat technisch mogelijk is, is ook menselijk gezien wenselijk
Theorie Beck: Risicomaatschappij
- Samenleving is niet langer maakbaar (sociaal vangnet is weg, steeds meer zelf
oplossen)
- Illusies: iedereen is gelijk, even slim, gelukkig, gezond etc.
- Risico’s nemen hoort bij het leven, zijn niet uit te sluiten.
- Nieuw is dat mensen zelf die (technologische) risico’s veroorzaken
- Gevolgen zijn niet te beheersen, boezemen angst in
- Mensen leven in een veiligheidsutopie (valse droom)
- Mensen missen zekerheden van vroeger (grote verhalen: religie, ideologie)
- Onzichtbare angsten en bedreigingen liggen op de loer (veiligheid is subjectief)
- Risico’s veroorzaken stress en sterk gevoel van onzekerheid
- Niemand neemt meer verantwoordelijkheid (afschuif-cultuur)
- Sociale stereotypering dreigt: de Zondebok-maatschappij: anderen de schuld geven
‘armoede is hiërarchisch, smog is democratisch’ : armoede heeft alleen een bepaalde groep last van,
maar van smog (luchtvervuiling) heeft iedereen last.
Oorzaken risicomaatschappij
2 fundamentele sociale veranderingen in 20 e eeuw: Engelse socioloog Giddens
1. Einde van tradities
- Individualisering (ik > familie, ego > groep): het Dikke Ik (opgeblazen ego)
- Grote verhalen failliet: religies, ideologie (-isme): kapitalisme als enige over
2. Einde van natuur:
- Aarde raakt uitgeput: natuurlijke hulpbronnen raken op, milieu vervuiling
- Mens speelt voor God: abortus, euthanasie, gen-selectie, Down-test bijv.
Theorie Baumann: Liquid Society
Vloeibare samenleving is gevolg van risico’s: “Een samenleving waarin de condities sneller
veranderen dan de tijd die nodig is om gedrag te verankeren in gewoontes en routines”
Ned. Socioloog Hans Boutellier: de Improvisatie-maatschappij (als metafoor)
Vgl. met een Jazz-orkest: klinkt nergens naar, toch een melodie, zonder dirigen
, 7 sociale veranderingen
1. Individualisering
Een proces van toenemende verzelfstandiging van afzonderlijke mensen
2. Democratisering
Beweging van hiërarchisch e macht richting meer gelijkwaardigheid
3. Solidarisering
Van naastenliefde, via verzorgingsstaat, naar participatiemaatschappij
4. Technologisering
Steeds snellere en verdergaande technologische ontwikkelingen (ICT, medische, robots, drones)
5. Globalisering
Wederzijdse beïnvloeding van samenlevingen en culturen wereldwijd
6. Multiculturalisering
De groei van etnische diversiteit qua aantal bevolkingsgroepen in een land
7. Intensivering
Maatschappelijke ontwikkeling tot meer materialisme en hedonisme (=levensgenot)
- Individualisering:
“Individualisering is een proces van toenemende verzelfstandiging van afzonderlijke mensen in de
samenleving” [Neutrale definitie, niet +/-]
SCP (sociaal en cultureel planbureau) Individualisering leidt tot emancipatie (positief gevolg)
a. Emancipatie Vrij kunnen kiezen, zelfbeschikking en zelfontplooiing
b. Gelijkheid in rechten (man-vrouw, homo-hetero, autochtoon-allochtoon)
c. Gelijkheid in kansen en mogelijkheden (onderwijs als ‘ticket to ride’)
Antwoorden of individualisering negatief of positief zijn, hangt af van het eigen referentiekader.
Mensen blijven kuddedieren, ook al hebben ze tegenwoordig meer zelf te kiezen
Miskennen hun eigen groepsgedrag en hun uniformiteit in opvattingen (eenheidsworst)
Papegaaien elkaar na op social media (Twitter als dorpsplein, Facebook als roddelrubriek)
Need to belong
The need to form and maintain strong, stable interpersonal relationships
Group identity
Peer group influence
Even in the most individualistic cultures, the need to belong is strong
Need of uniqueness
We want to be seen and recognized as individuals
We want to be unique in domains that we think are important for our self-concept
This helps us to give us the feeling that we add something, and that we are valued
Positief: Negatief:
- Bevrijd van inperkende normen, - Toename van Egoïsme, Verwachtingen
waarden, sociale controle, - meer onzekerheid meer eigen
Instituties (huwelijk, kerk) verantwoordelijkheid
- Ontplooiing - Afname van solidariteit (kloof, 2 deling)
- Creativiteit - Minder verantwoordelijkheidsbesef
- Vrijheid, autonomie - Echtscheiding
- Zelfbeschikking - Verwaarlozing
- Afname gemeenschaps zin en toenemend
egoïsme