Aardrijkskunde VWO Globalisering (CE 2024 en CE 2025)
1 De wereld: een mozaïek van regio’s
De wereld indelen
Globalisering en global village
De wereld is recent sterk veranderd door moderne informatie- en communicatietechnologie
(ICT), waardoor tijd en afstand nauwelijks nog een belemmering zijn voor communicatie. Dit
heeft geleid tot een situatie waarin mensen wereldwijd nauw met elkaar verbonden zijn,
ongeacht hun sociale en culturele achtergronden, en de wereld is een global village geworden
door talloze sociale netwerken.
Daarnaast bestaan er wereldwijd vele economische relaties tussen landen, zoals handel,
geldstromen en arbeidsmigratie. Ook zijn er politieke en culturele banden, waarbij regeringen
afspraken maken over samenwerking en internationaal overleg plegen. Deze toename in
sociale, economische, politieke en culturele relaties wordt globalisering genoemd
De wereld indelen
De mate van globalisering verschilt per land. Sommige landen, zoals Nederland, hebben veel
internationale banden, terwijl andere landen achterblijven. Deze verschillen zijn deels
historisch, maar er zijn ook voortdurende veranderingen. Geografie onderzoekt specifiek de
ontwikkelingen in cultuur, politiek, economie en demografie om de voortgang van
globalisering te begrijpen. Hierbij worden landen niet afzonderlijk bekeken, maar ingedeeld in
regio’s op basis van overeenkomsten tussen bewoners en gebieden.
Cultuurgebieden
De wereld kan worden ingedeeld in cultuurgebieden, regio's met een gemeenschappelijke
cultuur. Dit is complex door het grote aantal cultuurelementen zoals taal, religie, gewoonten,
waarden en normen, kunst en technologie. De grenzen tussen cultuurgebieden zijn niet scherp
en de overgang verloopt meestal geleidelijk. Op mondiaal niveau zijn er vier brede
overgangszones: tussen Noord-Amerika en Latijns-Amerika, Noord-Afrika en Sub-Sahara-
Afrika, Europa en de voormalige Sovjet-Unie, en Rusland, Oost-Azië en Zuid-Azië.
Binnen elk cultuurgebied is de bevolking niet volledig homogeen, maar deelt wel een lange
geschiedenis en een cultureel bepaalde lingua franca. Taal en religie spelen hierin een grote
rol. Taalverschillen kunnen zo groot zijn dat communicatie alleen via een derde taal, een
lingua franca, mogelijk is, zoals Maleis in Zuidoost-Azië en Swahili in oostelijk Afrika. In
andere gebieden is de taal van de vroegere koloniale overheerser de lingua franca. Religie,
een ander belangrijk cultuurelement, beïnvloedt sterk de normen en waarden van een
samenleving en heeft ook indirect invloed op de politiek, zelfs in landen waar religie en
politiek formeel gescheiden zijn.
, Politiek mozaïek
De wereld kan politiek worden ingedeeld op basis van de spreiding van politieke macht. Bijna
40% van de wereldbevolking leeft in landen met weinig zeggenschap over hun eigen leven,
terwijl in veel Europese landen de democratie diep geworteld is. Het democratische gehalte
wordt gemeten met de democratie-index, die varieert tussen 0 en 10 en factoren zoals vrije
verkiezingen, regeringsfunctioneren, participatie in besluitvorming, politieke cultuur en bbp
omvat. Niet alle landen respecteren deze fundamentele rechten, vooral dictaturen niet.
In 2015 stond Nederland in de top 10 van de democratie-index, samen met andere westerse
landen. Onderaan de lijst stonden Noord-Korea, Tsjaad, Turkmenistan, Oezbekistan en Saudi-
Arabië.
Rijke en arme regio’s
De welvaart verschilt sterk tussen en binnen cultuurgebieden, en wordt vaak gemeten met het
bruto binnenlands product per inwoner (bbp/inw). Dit bbp vertegenwoordigt de waarde van
alle goederen en diensten die in een land worden geproduceerd. Voor regionale gebieden
wordt het bruto regionaal product per inwoner (brp/inw) gebruikt. Noord-Amerika, Europa en
China hebben een groot aandeel in de wereldproductie.
Bij het meten van welvaart door het bbp te delen door het aantal inwoners, moeten enkele
overwegingen in acht worden genomen:
1. Betrouwbaarheid van cijfers: Vooral in minder ontwikkelde landen kunnen cijfers
onbetrouwbaar zijn door verschillende verzameling- en berekeningsmethoden en het
ontbreken van onafhankelijke statistische organisaties.
2. Informele sector en zelfvoorziening: In landen met lage inkomens wordt veel gewerkt in de
informele sector of zelfvoorziening, wat vaak niet in het bbp wordt opgenomen.
3. Prijsverschillen tussen landen: Verschillen in koopkracht worden vaak gecorrigeerd in de
cijfers, zodat inkomens vergelijkbaar zijn.
4. Regionale en sociale ongelijkheid: Grote welvaartsverschillen tussen regio’s of sociale
groepen binnen een land kunnen verborgen blijven achter een landelijk gemiddelde. Vooral in
arme landen is er vaak een kleine, rijke elite tegenover een grote, arme massa.
Beroepsbevolking
Het economische ontwikkelingspeil van gebieden kan worden afgeleid uit de samenstelling
van de beroepsbevolking, die verandert met toenemende ontwikkeling. Het aandeel van
mensen werkzaam in de landbouw is een goede indicator: hoe lager dit aandeel, hoe hoger het
ontwikkelingspeil. Het verband tussen de secundaire en tertiaire sector en economische
ontwikkeling is complexer. In westerse landen worden de hoogste lonen vaak betaald in de
zakelijke dienstverlening. In arme landen kan de tertiaire sector groot zijn door de omvang
van de informele sector.