2.17: stoornissen in groei en ontwikkeling: onderdeel E: keel-neus en oorafwijkingen
Vakgebied KNO
o Bezigheden:
Functie en afwijkingen zintuigen en orgaansystemen: gehoor en
evenwicht, reuk een smaak, neus en ademhaling, slikken en spreken,
mondholte, farynx, larynx, speekselklieren en hals.
o Raakvlakken met:
Tandheelkunde en kaakchirurgie: slikklachten,
mondholtepathologie en oncologie.
Gastro-enterologie: slikstoornissen
Neurologie: duizeligheid, slikstoornissen, spraak- en taalstoornissen
Longziekten: tracheapathologie
Plastische chirurgie: esthetische en reconstructieve chirurgie
1. de basale anatomie en fysiologie van de farynx.
Anatomie farynx en speekselklieren
o Farynx: naso-/epi-, oro- en hypofarynx.
Aan zijkant nasopharynx: uitmonding buis van Eustachius.
Ring van Waldeyer rond farynx, bestaande uit: neusamandel
(adenoïd), keelamandelen (tonsillae palatinae), tongamandel
(tonsilla lingualis), lymfefollikeels aan achtere- en zijkant oro- een
nasofarynx.
Hoeveelheid lymfatisch weefsel rond geboorte klein, toename 5-10 en daarna weer afname.
o Tijdens embryonale ontwikkeling: vorming van buis van Eustachius, schildklier en thymus. Bij overblijvende resten van
kieuwzakken- en spleten ontstaan cysten en fistels.
o Functie farynx: transportfunctie ingeademde lucht, voeding, speeksel.
Spraak: resonantieruimte door afsluiting van nasofarynx met palatum molle.
Smaak: via prikkeling van reukzintuig, smaakpapillen en tastzin.
2. De etiologie en symptomen van afwijkingen van de pharynx (infecties en maligne tumoren)
Infecties keel- en neusamandelen
o Tonsilitis (infectie keelamandelen) meestal door betahemolytische streptokokken.
Symptomen: pijnlijke keel, slikklachten, soms uitstralende pijn naar oren, koorts, foetor ex ore, vergrote lymfeklieren
in de hals, rode/gezwollen tonsillen met fibrineus beslag of witgele pus.
Behandeling: rust, pijnstilling, vochtinname. Antibiotica is overbodig (tenzij nier/hartklepaandoeningen bij kinderen).
Tonsilitis wordt heftiger door peritonsillair abces draineren/punctueren/tonsillectomie.
o Chronische tonsillitis
Symptomen: terugkerende klachten van keelepijn.
Fibrotische tonisillen met pus of besslag dat uit crypten van tonsil komt bij palpatie.
o Infecties van tonsilleen op kinderleeftijd zorgt voor immunologische weerstand.
Zeer frequent? vaak probleem met debris in crypten / immuundeficiëntie.
o Indicaties tonsillectomie kinderen
Bij 3/4x in een winterseizoen infectie of na 2 weeks antibiotica kuur een terugkerendee tonsillitis.
Obstructief slaapapneusyndroom.
o Indicaties tonsillectomie volwassenen
Recidiverende tonsillitis
Bovenste luchtweginfectie en chronische tonsillitis (met keelpijn en moeheid).
Erythema multiforme, nier- en gewrichtsontsteking
o Adenoitis (ontsteking neusamandel) en adenoïd hypertrofie
Kinderen tot 5
Na 12e levensjaar weinig adenoïd weefsel over.
Symptomen: lastige neusademhaling met open-mondademhaling een snurken, purulente rhinitis, otitis media met
effusie (OME), otitis media acute (OMA)
Behandeling: adenotomie.
Bij volwassenen biopt voor uitsluiting maligniteit.
Maligne tumoren
o Naso-, oro- en hypofarynxcarcinomen metastaseren vaak (50%) naar halsklieren.
o Vooral plaveiselcarcinomen (ook speekselkliercarcinoom, sarcoom, lymfoom).
Nasofarynxcarcinoom in China/Noord-Afrika.
Etiologie: eten rauwe vis, open vuur in woning en EBV.
Behandeling: radiotherapie, chemotherapie.
Alleen chirurgie bij halskliermetastasen.
o Orofarynx-, hypofarynxcarcinomen en mondholtecarcinomen
Door alcohol- en nicotinegebruik of HPV-16 bij jongere patiënten.
Symtpomen: brok in keel, foetor ex oree, slikklachten, keelpijn, uitstraling naar hals en oor.
Orofarynxcarcinoom deel mandibula of segmentale mandibula resectie vaak nodig. Soms met laser of
operatierobot tumor verwijderen.
Hypofarynxtumor vaak ook laryngectomie om slikproblemen te voorkomen.
o Tumoren tonsillen
Goed zichtbaar bij tongbasiscarcinoom door palpatie.
Behandeling kleine tumoren: radiotherapie, chirurgie.
, Behandeling grote tumoren: operatie en nabestraling i.c.m. chemo- en radiotherapie.
Tegenwoordig vaker monoklonaal antilichaam tegen EGFR-receptor (cetuximab) met radiotherapie.
o Indeling halsklieren
Level 1-6
Halsklierdissectie in vorm van verwijdering van allemaal (radicale
halsklierdissectie) of deel (selectieve halsklierdissectie).
1. de basale anatomie en fysiologie van de larynx, neus en neusbijholten, gehoor en evenwichtsorgaan.
Larynx = strottenhoofd, omgeven door kraakbenig skelet: cartilago cricoideus en thyroideus.
o Bovenkant verbinding met hyoïd
o Onderkant verbinding met trachea
o Aanwezigheeid stemplooien die hechten aan achterkant kraakbeen en met epiglottis
verbonden zijn.
Kruispunt van adem- en voedselweg.
o Functies: stemgeven, beschermen luchtweg bij slikken, afsluiten van luchtweg voor druk
bij hoesten.
Klachten bij larynxpathologie:
o Stem- en ademhaling (heesheid, hoesten, dyspnoe, stridor)
o Slikfunctie (aspiratie en dysfagie)
Congenitale afwijking larynx en trachea
o Keles en cysten
2. De etiologie en symptomen van afwijkingen van de larynx (infecties en maligne tumoren)
Stemstoornis:
o Stemplooien zorgen normaal ervoor dat de uitademingslucht in trilling wordt gebracht en trilling zorgt voor klanken in mond-
neus- en keelholte.
o Tumoren, poliepen, knobbeltjes, cysten, fissuren en papillomen zorgen voor heesheid.
Vooral stembandirritatie door verkeerd stemgebruik, kuchen, schrapen, hoesten, alcohol, chronische infectie
bovensteluchtweg.
Articulatiestoornissen en afwijkend mondgedrag:
o Voor spreken: larynx en aanzetstuk (mond-, neus- en keelholte nodig).
o Mondademhaling kan leiden tot chronische infecties van bovenste luchtwegen, smal en gotisch palatum en interdentaal
tonggedrag.
o Interdentaal/afwijkend tonggedrag kan leiden tot articulatiestoornissen zoals slissen.
Articulatiestoornissen meestal door verkeerd gebruik van articulatieorganen.
Bij volwassenen na chirurgische ingrepen in mond- of keelgebied articulatieproblemen.
Stotteren:
o Vooral mannen.
o In vele vormen: herhalingen, verlengingen, blokkades, veelvuldig gebruik van tussenwerpsels ene stopwoorden.
o Primair/fysiologisch: herstelt meestal spontaan.
o Secundair: persoon is zich re bewust van en laat gedrag door stotteren beïnvloeden en kans dat het verdwijnt is klein.
o Broddelen: te snel, slordig (inslikken van woorden en lettergrepen) en slechte grammaticale opbouw van zinnen.
Larynxinfecties
o Epiglottitis: zeldzaam, infectie strottenklep.
Etiologie: bacterie haemophilus influenzae.
Symptomen: bleek, ziek, ernstig bemoeilijkte ademhaling, rechtop zitten, kwijlen en niet kunnen slikken.
Behandeling: acute opname meet intubatie of tracheotomie en toediening van antibiotica.
Tegenwoordig vaccinatie tegen haemophilus influenzae type b.
o Acute laryngitis en laryngotracheobronchitis
Symptomen: minder ernstig want virale infectie een zwelling is minder prominent, minder koorts.
Vooral hoesten en stridor (gierend geluid bij ademen).
Behandeling: stomen, antibiotica of opname.
Stemplooiverlamming
o Innervatie stemnplooi door n. reccurrens (aftakking n. vagus0>
o Etiologie:
Mogelijk stoornis in verloop van n. vagus en recurrens.
Pathologie van schedelbasis, hals of bovenste mediastinum als oorzaak.
Iatrogeen door schildklier of thoraxchirurgie.
o Unilaterale verlamming: heesheid doordat stemspleet niet gesloten kan worden.
Geen herstel stemspleet operatief fixeren van verlamde stemplooi.
o Bilaterale verlamming: afonie wanneer stemplooien ver uit elkaar staan of stridor wanneer stemplooien in mediaanlijn
gefixeerd staan.
Bij stridor een tracheotomie om stridor en dyspneu te verminderen.
Sliktstoornissen (dysfagie)
o Slikken: larynxheffing, afsluiting palatum, farynx-tongbasis contact, faryngeale contractie en relaxatie bovenste
slokdarmsfincter.
o Etiologie
Slikstoornissen bij geriatrische patiënten door verminderde spierfunctie, reflexen en coördinatie risico op
pneumonie.
Anatomische afwijkingen kunnen leiden tot slikstoornissen.
Zenuwletsel van n. vagus door tumoren, operaties of radiotherapie.
o In zeldzame gevallen chirurgie als behandeling, meestal logopedie.
Wurgreflex (kokhalsreflex)