Samenvatting artikelen hoorcollege ‘De Republiek en Europa’ 2018-
2019 – periode 2
Universiteit Leiden, bachelor Geschiedenis
Week 8
J.L. Price, ‘De Republiek der Nederlanden als middelpunt van Europa. De onderhandelingen voor het
Bestand van 1609’, in: S.C. Derks ed., Nederland in de wereld (Den Haag en Amsterdam 2002) 175-
184.
De auteur heeft voor dit artikel onderzoek gedaan naar de resoluties van de Staten-Generaal, waarin
kort vastgelegd werd wat over een bepaald onderwerp besproken was.
In 1607 was er sprake van een militaire impasse in het conflict tussen Spanje en de Republiek. Ook
begonnen beide landen de financiële last van de oorlog steeds zwaarder te voelen. In 1609 werd
mede daarom een Bestand gesloten, waarbij Spanje officieus de onafhankelijkheid van de Republiek
erkende. Tijdens de onderhandelingen waren de ogen van heel Europa op de Republiek gericht,
omdat men wist dat de resultaten van de besprekingen ook gevolgen voor de rest van Europa
zouden hebben. Er waren dan ook ambassadeurs van Frankrijk, Engeland en Denemarken aanwezig
in Den Haag. Frankrijk en Engeland vervulden ook een bemiddelende rol tijdens de
onderhandelingen.
Uit de onderhandelingen werd het voor Europa ook duidelijk dat de Republiek een heel andere staat
dan de andere staten was, met een wankel intern politiek systeem. Ook bleek dat haar leiders de
economische belangen van de onderdanen als staatsbelang zagen. Dit kwam vooral naar voren
doordat de onderhandelaars van de Republiek benadrukten dat de handel op Indië van staatsbelang
was, en dus niet afgeblazen kon worden, wat Spanje eiste. Ze zagen welvaart als het doel van de
staat, terwijl dit voor andere Europese staten ‘slechts’ een middel was om de staat in stand te
houden. Daar beschouwde men dit beleid van de Republiek als het zelfzuchtig nastreven van private
belangen van de bestuurders, of van bepaalde bevoorrechte bevolkingsgroepen.
De Engelse koning Jacobus zag zichzelf als beschermer van de jonge Republiek, en in bredere zin als
de hoeder van de vrede in Europa.
Het Bestand baarde de Republiek echter ook zorgen. Nu was immers de unificerende factor, die de
verschillende provincies bij elkaar hield, namelijk oorlog, verdwenen. Hiermee zorgde het Bestand
voor latere interne crises, maar markeerde het ook de definitieve komst van de Republiek op het
internationale toneel als een serieuze macht.
1
, Week 9
S. Groenveld, ‘The Treaty of Münster as the Culmination of a Progressive Revolution’ in: K. Bussmann
and H. Schilling ed., 1648, War and Peace in Europe. Essay Volume I. Politics, Religion, Law and
Society (Munster 1998) 123-131.
Aan het begin van een grote tijd : De Republiek als opkomende mogendheid bij de vrede van
Munster
In de vrede van Münster erkende Filips IV de soevereiniteit van de noordelijke Nederlanden. Dit
zorgde ervoor dat de Republiek formeel op het Europese toneel kon functioneren. Welke
ontwikkeling maakte de Republiek echter door op diplomatiek en internationaal politiek terrein vóór
1648?
Voorgeschiedenis
De eerste contacten met het buitenland sprongen voort uit de zoektocht naar bondgenoten. Deze
buitenlandse contacten waren nog niet echt centraal geleid, maar vanuit de gewesten. Onder leiding
van Van Oldenbarnevelt werd het echter gebruikelijk dat de gewesten niet buiten de Generaliteit om
in internationaal verband optraden. Voor het buitenland gold in contacten met deze jonge staat
vooral het eigenbelang. De Franse koning hoopte bijvoorbeeld de Spaanse macht in de Zuidelijke
Nederlanden te kunnen verminderen via steun aan de Republiek.
Voor de vredehandel te Munster en Osnabrück
Rond 1645 hadden de Nederlanders hun grondgebied met buffers omgeven, en hadden dus een
sterke onderhandelingspositie. De uitnodiging voor de vredesbesprekingen, bedoeld om de oorlogen
in Europa te beëindigen, versterkte het zelfvertrouwen van de Republiek. De Staten-Generaal
benadrukte dat ze aangesproken wenste te worden met ‘Hoog-Mogenden’. En men wilde dat hun
representanten in het buitenland de hoogste rang zouden bekleden, nl. die van ‘ambassadeur’. Dit
werd in de aanloop naar de vredesbesprekingen toegestaan.
Het Munsterse vredesoverleg
De Staatse ambassadeurs werden volgens de protocollen ontvangen. Ze hadden alleen geen contact
met de pauselijke nuntius, omdat het beleid van de Kerk was geen contact te hebben met ketters.
Samen met de Venetianen vervulde hij de rol van bemiddelaar. Er vonden namelijk geen algemene
vergaderingen rond een ronde tafel plaats, maar uitsluitend bilaterale besprekingen. De
onderhandelingen tussen Nederland en Spanje verliepen relatief vlot, na drie rondes was men het
eens.
De Nederlanders als bemiddelaars
Ondanks de snelle overeenstemming liet ondertekening van het verdrag op zich wachten, dit kwam
door de houding van de Fransen. Frankrijk wilde namelijk een nog gunstiger vrede met Spanje, en
hieraan was de Spaans-Nederlandse vrede verbonden. Vanwege de moeizame Frans-Spaanse
besprekingen overwoog men Staatse ambassadeurs in te stellen als bemiddelaars (ook wel
interpositie genoemd), wat uiteindelijk ook gebeurde. Dit was curieus omdat Nederland ook een
vriendschapsverdrag met Frankrijk had, uit 1635.
2