Examenmatrijs kennisexamen Burgerlijk Procesrecht
1. De kandidaat beschrijft wat het burgerlijk procesrecht inhoudt en wanneer het van
toepassing is.
In het burgerlijk procesrecht, dat ook wel het formeel privaatrecht wordt genoemd, ligt de nadruk op
procedures en rechtszaken. Het procesrecht geeft de regels voor het geval een partij haar plichten uit
het BW niet nakomt. De wederpartij kan dan een rechtszaak beginnen. De regels van het procesrecht
beschrijven o.a. hoe een rechtszaak moet worden gestart, hoe deze verloopt, bij welke rechter de zaak
dient, welke uitspraken mogelijk zijn, welke rechtsmiddelen er tegen een rechterlijke uitspraak kunnen
worden ingesteld, en hoe de rechterlijke uitspraak ten uitvoer wordt gelegd.
Grondregels procesrecht: Specifieke kenmerken van het burgerlijk
- Hoor en wederhoor procesrecht:
- Openbaarheid - Lijdelijkheid
- Motivering - Verplichte procesvertegenwoordiging
- Hoger beroep en cassatie
- Onafhankelijke en onpartijdige
rechter
- Uitspraak binnen redelijke termijn
2. De kandidaat legt het verschil tussen een verzoekschriftprocedure en een
dagvaardingsprocedure uit.
Daarover vind je per procedure aanwijzingen in de wet. Art. 261 lid 2 Rv zegt: een procedure begint
met een verzoekschrift ‘als dit uit de wet voortvloeit’, dus als de wet het aangeeft.
Vaak staan de aanwijzingen over de procedure in het materiele recht (in het BW). Worden daar
woorden zoals ‘verzoek’, ‘verzoekschrift’ of ‘beschikking’ gebruikt, dan moet het geding worden
ingeleid met een verzoekschrift. Eist de wet een dagvaarding, dan staat er termen zoals ‘vordering’,
‘dagvaarden’ of vonnis.
Zo maakt art. 7:272 lid 2 duidelijk dat een verhuurder die de huurovereenkomst wil beëindigen, de
procedure daarvoor moet beginnen met een dagvaarding (‘op vordering van de verhuurder’).
De term ‘verzoek’ in art. 7:685 lid 1 BW wijst erop dat de werkgever of werknemer die wil dat de
rechter zijn arbeidscontract ontbindt, de verzoekschriftprocedure moet hanteren (‘met het verzoek de
arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen te ontbinden’).
Verzoekschriftprocedure: de procedure bij de rechtbank die leidt tot een rechterlijke beslissing over
het in het verzoekschrift omschreven verzoek. Vaak bij familierechtaangelegenheden, zoals
alimentatie en echtscheidingen, ontslag van werknemers.
Dagvaardingsprocedure: wordt gebruikt bij alle zaken waarin iets gevorderd wordt. Bijvoorbeeld het
opeisen van uitgeleend geld, vorderingen van gekochte goederen, huurkosten terugvorderen etc.
Het verschil tussen het verzoekschriftprocedure en de dagvaardingsprocedure is dat het
verzoekschriftprocedure geen rolrechter, rol, geen conclusiewisselingen en geen pleidooien kent.
Verschillen tussen dagvaarding en verzoekschriftprocedure
Dagvaardingsprocedure Verzoekschriftprocedure
Namen procespartijen Eiser/gedaagde Verzoeker/verweerder
Inleidend stuk Dagvaarding Verzoekschrift
Verschijning ter zitting: In persoon of bij gemachtigde In persoon of bij gemachtigde
kantonrechter
Rechtbank Bij advocaat In persoon of bij advocaat
Rechterlijke uitspraak heet Vonnis Beschikking
Hoofdregel relatieve Woonplaats gedaagde Woonplaats verzoeker
competentie
, 3. De kandidaat stelt voor een situatie vast of de procedure begint met een dagvaarding of een
verzoekschrift.
Zie hierboven
4. De kandidaat stelt voor een situatie vast wat de benaming is van de verschillende
betrokkenen bij een civiele procedure.
• Rechter: een rechter neemt beslissingen in zaken waarin een beslissing wordt gevraagd, bijv.
als ouders het samen niet eens kunnen worden over hoeveel kinderalimentatie er betaald moet
worden. De rechter onderzoekt wat er precies aan de hand is, hij kijkt naar alle informatie die
hij daarvoor krijgt en wat erover in de wet en andere rechtsbronnen staat. Op basis daarvan
doet hij een uitspraak. Iedereen moet zich aan die uitspraak houden.
• Advocaat: een advocaat bemiddelt, onderhandelt en procedeert over juridische zaken. Hij of
zij behartigt uw juridische belangen en zal in veel gevallen namens u contacten onderhouden
met de tegenpartij.
• Gemachtigde: is iemand die bevoegd is om iemand anders te vertegenwoordigen in een
juridische procedure (advocaat, familielid).
• Eiser: de initiatief nemende partij, op zijn verzoek wordt de dagvaarding uitgebracht.
Gedaagde is degene die door de wederpartij (de eiser) wordt opgeroepen voor de rechtszaak.
• Verzoeker: is de initiatiefnemer tot de verzoekschriftprocedure die het gerecht in zijn
verzoekschrift verzoekt een bepaalde voorziening te treffen. Verweerder is de wederpartij in
een verzoekschriftprocedure.
• Appellant: is de hoogste procespartij die het hoger beroep instelt. De geïntimeerde is de
wederpartij van de appellant in hoger beroep.
5. De kandidaat benoemt de ambtelijke taken van de gerechtsdeurwaarder in het civiel
procesrecht.
De ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder zijn:
- Betekenen van exploten: de gerechtsdeurwaarder geeft een afschrift van zijn exploot aan de
geadresseerde en van deze afgifte wordt een akte opgemaakt.
- Tenuitvoerleggen van rechterlijke uitspraken: de gerechtsdeurwaarder voert dan het vonnis
daadwerkelijk uit. Hij legt bijvoorbeeld beslag op bepaalde goederen, zaak uit een pand halen
en teruggeven aan de eigenaar, een pand ontruimen, etc.
- Conservatoir beslag leggen: richt zich op het bewaren van rechten waarvoor de beslaglegger
een executoriale titel tracht te verkrijgen.
o Executoriale beslagen: zijn gericht op de tenuitvoerlegging van het recht dat in de
executoriale titel staat beschreven.
6. De kandidaat stelt voor een situatie vast wat de schriftelijke stukken tijdens de civiele
procedure inhouden, van wie ze afkomstig zijn en in welke volgorde ze ingediend worden.
• Dagvaarding (incl. conclusie van eis): de dagvaarding is een oproep aan de gedaagde om ter
zitting te verschijnen, met daarin ook een omschrijving van de vordering die de eiser op de
gedaagde meent te hebben.
• Conclusie van antwoord: geeft de advocaat van de gedaagde een zo volledig mogelijke reactie
op de eis uit de dagvaarding. Hij legt uit waarom hij de vordering van de eiser afwijst, op
welke grondslagen hij deze baseert, en over welke bewijsmiddelen en getuigenverklaringen hij
beschikt (art. 128 Rv).
Het is de bedoeling dat beide procespartijen in deze eerste schriftelijke ronde al hun kaarten op
tafel leggen, zodat duidelijk is waar het geschil om draait en welke gronden en bewijsmiddelen
beide partijen voor hun zienswijze hebben.
➔ Kern van conclusie van antwoord is het verweer van de gedaagde. Onder verweer verstaan we
alle argumenten van de gedaagde tegen de vordering van de eiser.
• Conclusie van repliek: het processtuk waarmee de eiser reageert op de inhoud van de
conclusie van antwoord van de gedaagde.