100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
WG 8 EBR (Master) €2,99
In winkelwagen

College aantekeningen

WG 8 EBR (Master)

 40 keer bekeken  2 keer verkocht

Collegedictaat van 9 pagina's voor het vak Europees Belastingrecht aan de UL (WG 8 EBR (Master))

Voorbeeld 2 van de 9  pagina's

  • 22 mei 2019
  • 9
  • 2018/2019
  • College aantekeningen
  • Vleggeert
  • 8
Alle documenten voor dit vak (42)
avatar-seller
MRang
EBR – uitwerkingen week 8 – Staatssteun

Vraag 1
Lees: Bijlage III, Concernfinanciering door de jaren heen,
beschikbaar via:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2018/02/18/bijlag
e-iii-concernfinanciering Geef gemotiveerd aan of de rulingprakrijk
die in blz. 2/3 van dit stuk wordt beschreven, is aan te merken als
staatssteun. Betrek in ieder geval de hierboven genoemde
stukken over de United Kingdom CFC Group Financing Exemption
in uw beschouwing.

De vraag is hier of de ruling vastgelegd wat volgt uit art. 8b Vpb (het at
arm’s length beginsel) en waar het TP probleem zit in dit soort structuren.
Het verplaatsen van activiteiten naar het buitenland omdat het daar lager
wordt belast is niet perse hét issue. Het probleem heeft te maken met de
winsttoerekening, mag je alle winst die met de verplaatsing is gemoeid
ook aan het buitenland toerekenen? Dus mag je dan alle rente inkomsten
toerekenen aan het buitenland? Vloeien die rente inkomsten voort uit de
allocatie van het vermogen en dus moet het worden toegerekend aan het
buitenland of vloeien die rente inkomsten voort uit de managende
activiteiten van de mensen die in Nederland blijven en die de risico’s
analyseren. Is de winst een beloning voor de treasury functies die in
Nederland zitten?

Hoe rekenen we de winst toe?
In het verleden werd het geaccepteerd dat alle winst aan de
laagbelastende dochter werd toegerekend ook al zat daar weinig
substance. Er werd een nieuwe invulling gegeven aan deze regelgeving in
de Transfer Pricing Guidelines (TPGL), + art. 8b: een risicovrij rendement
toerekenen aan het buitenland en het restant (het merendeel) toerekenen
aan de ‘treasury mensen’, dus aan Nederland.

Wat moeten we hiermee vanuit staatssteun opzicht?
De rulingpraktijk bestaat al vanaf 2007/2008. Vanaf BEPS 2015 waarin de
TPGL zijn veranderd voeren we het at arm’s length beginsel door.
Hoe werd dan rond 2010 het at arm’s length beginsel ingevuld? Vonden
we in 2010 ook al dat die cashboxen alleen een risicovrij rendement
toegerekend mogen krijgen? Nee toen, in 2010, werd vrijwel al het
rendement aan die cashbox toegerekend maar daar waren wel twijfels
over. Ondanks die twijfels was het prima verdedigbaar om het at arm’s
length beginsel op deze manier in te vullen.

We moeten er achter komen hoe Nederland het at arm’s length beginsel
toepaste in 2010, dat was hoe de OESO het toen deed. Dus terug naar de
Parlementaire Geschiedenis en kijken naar OESO om te bezien hoe de
OESO de winsten toen toerekende aan dat soort substance-loze entiteiten.
En hoe zij er op gekomen zijn die regelgeving met betrekking tot dat punt
te wijzigen.



1

, Vanaf 2017 werd duidelijk dat de meeste winsten werden toegerekend aan
die ‘treasury mensen’ die in Nederland zaten en maar een klein deel aan
de buitenlandse cashboxen. En dan voorgaande methodiek en de
bijbehorende rulings niet meer kunnen.

Referentiestelsel is het OESO-conforme systeem, dus de winst toerekenen
voornamelijk aan Nederland. De ruling is dan een voordelige afwijking.

Bij CFC gebeurt feitelijk hetzelfde: substance-loze vennootschappen
oprichten in laag belastende landen en de treasury activiteiten blijven in
UK. De Commissie soort zich aan het feit waar de winsten neerslaan en
begint dan over staatssteun.


Het Verenigd-Koninkrijk kent een vrijstelling voor financieringsinkomsten
die in het VK worden ontvangen door een offshore medegerechtigde
uitgekeerd door van een buitenlande groepsvennootschap.

Om te beoordelen of de maatregel geldt als staatssteun is de commissie
van oordeel dat de algemene regel het CFC regime is. De doelstelling van
dit regime is om winst te belasten die kunstmatig is omgeleid. Er kan een
voordeel ontstaan als sommige kunstmatig omgeleide
financieringsinkomsten wel worden belast door het VK en andere in een
vergelijkbare situatie niet. De vrijstelling is van toepassing voor alle
ondernemingen die financieringsinkomsten ophalen vanuit een
buitenlandse groepsvennootschappen. Omdat een vrijstelling wordt
gegeven leidt dit tot het derven van inkomsten van de staat.

De maatregel heeft ook invloed op de handel en concurrentie omdat de
concurrentiepositie van de ondernemingen wordt versterkt die de
vrijstelling hebben ten opzichte van ondernemingen die deze vrijstelling
niet hebben. Daarnaast is er sprake van een onderneming die bevoordeeld
wordt namelijk de ondernemingen met bepaalde financieringsinkomsten
die worden vrijgesteld van heffing. Derhalve concludeert de commissie dat
er sprake is van staatssteun. Echter oordeelt de commissie dat indien de
vrijstelling betrekking heeft op inkomsten gegenereerd uit vermogen
verbonden met het V-K, de maatregel gerechtvaardigd is. Volgens de
commissie zou het te complex zijn en te veel lasten veroorzaken voor het
belastingsysteem en de belastingplichtige om uit te zoeken welk
percentage van de winst gefinancierd is met Engels vermogen. De
vrijstelling voor financieringsinkomsten die voortkomen uit activiteiten in
het V-K is niet gerechtvaardigd. Omdat het Verenigde Koninkrijk geen
argumenten aandraagt voor de verenigbaarheid van de maatregel met de
intern markt oordeelt de commissie dat deze niet verenigbaar is. Tenslotte
is de staatssteun onrechtmatig omdat deze niet is medegedeeld.

In de Nederlandse situatie heeft de Belastingdienst rulings afgegeven aan
internationale groepsmaatschappijen. Op basis van deze ruling bleven de
functies in Nederland maar werd het concernfinancieringsvermogen



2

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MRang. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53022 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd