Kennisvragen klimmen alo 1 blok 3.
Vragen betreft (klim-) en zekeringsmateriaal.
1. Welke 3 categorieën zekeringsapparaten ken je? Noem bij elk een voorbeeld.
- Tubers, reverso.
- Volautomaten.
- Semi-automatische zekerapparaten (auto-tuber), smart, smart 2.0, click up.
2. Benoem de drie belangrijke kenmerken waar je op moet letten bij de click-up.
1. Er moet altijd een click gehoord worden voordat er geklommen
wordt.
2. De click-up moet omhoog gehouden worden zodra er touw
vrijgegeven wordt.
3. Halfautomaat, auto-tuber.
4. Als hij verkeerd om wordt gebruikt werkt de rem volledig niet.
3. Wat zijn de 2 manieren van inbinden? Licht beide toe.
1. Direct inbinden, bij direct inbinden wordt het touw rechtstreeks aan de
klimgordel van de klimmer vastgemaakt doormiddel van de dubbele achtknoop.
Het vermindert het aantal componenten tussen de klimmer en de zekeraar, wat
het risico op fouten kan verminderen.
2. Indirect inbinden, bij indirect inbinden wordt het klimtouw door bijvoorbeeld de
belaymaster vastgemaakt aan de klimgordel. Het indirect inbinden creëert extra
veiligheid door het gewicht van de klimmer te verdelen over meerdere punten.
4. Wat zijn de kenmerken van de teruggestoken 8 knoop?
De teruggestoken 8 knoop is een sterke knoop die goed vasthoudt onder
belasting, de knoop is relatief eenvoudig te maken. Daarnaast is het makkelijk te
controleren of hij juist is, door te kijken of de knoop niet overlapt en volledig
terug gestoken is.
5. Welke 2 soorten klimgordels ken je?
6. Wat is een auto-tuber?
Een auto-tuber is een zekeringsapparaat dat wordt gebruikt bij het klimmen om
een klimmer te zekeren. Het is een automatisch zekeringsapparaat dat gemaakt
is om het touw automatisch te blokkeren in een val. Het touw wordt geblokkeerd
als er een snelle beweging wordt gedetecteerd.
7. Verklaar dat een (zekerings)acht bij brugklasleerlingen niet zo geliefd is.
Voor brugklasleerlingen kan de abseil 8 als ‘zwaar’ worden ervaren. Dit is
namelijk een zekeringsapparaat dat zwaarder zekert dan bijvoorbeeld één van de
andere auto-tubers. Daarnaast heeft de abseil acht geen automatische valbreek.
, Vragen betreft klimtechnieken.
1. Wat zijn de 3 basistechnieken?
1. Voetplaatsing, vinden van kleine grepen, gebruik maken van de randen van de
klimschoenen en het vertrouwen op het gewicht op de voeten te laten rusten.
2. Handtechniek, juiste volgorde van bewegingen om grip te behouden tijdens
het klimmen.
3. Lichaamspositie en balans, lichaam dicht bij de muur en heupen gebruiken om
het zwaartepunt te verplaatsen.
2. Wat is de beste manier van het plaatsen van je voeten? Licht toe waarom.
Zoeken naar geschikte voetgrepen zoals kleine grepen, randen of hoekjes.
Gebruik daarnaast je tenen om grip te krijgen op voetgrepen, zorg er altijd voor
dat je voeten stevig geplaatst worden. Gebruik als laatste de randen van je
klimschoenen.
3. Wat is er belangrijk bij de uitgangshouding, benoem 2 kenmerken.
1. Stabiele positie, gewicht gelijkmatig verdelen over je voeten.
2. Ontspannen, vermijd vasthouden van spanning in de spieren (armen,
schouders).
3. Focus op de route, route van te voren scannen.
4. Gebruik voeten, vanaf het begin meteen grip.
4. Wat is er belangrijk bij de driepuntstechniek?
Bij de driepuntstechniek heeft de klimmer ten alle tijden drie punten van contact.
Hierbij is stabiliteit, gebruik van voeten, verdeling van gewicht, ontspanning, plan
van aanpak en positie aanpassen belangrijk.
5. Leg de gradatie (niveaus) van klimroutes kort uit. Geef indien mogelijk een
korte toelichting.
4a – 4c, beginnersroutes. Nieuw in de sport en leren basisvaardigheden van
klimmen.
5a – 5c, gemiddelde routes. Klimmers met wat ervaring. Basisvaardigheden
onder de knie.
6a – 6c, gevorderde routes. Klimmers met technische vaardigheden. Complexere
bewegingen.
7a – 7c, ervaren klimmers met hoog niveau van vaardigheid. Kleine grepen en
moeilijke bewegingen.
(Verder nog 8a – 8c (expertklimmers) en 9a – hoger (absolute topklimmers). )
Vragen betreft inrichten veilige klimsituaties.
1. Benoem de kenmerken van de partnercheck.
Uitgangspositie, knopen, zekeringen controleren voordat er geklommen wordt.
- Klimgordel, geen vouwen, geen losse onderdelen of ontbrekende onderdelen.
- Zekeringsapparaat, werking door zachtjes even te trekken aan het touw.
- Commando’s, wat zeggen we en wat doen we dan.
- Belaymaster juist?
2. Wanneer kan gewichtsverschil een probleem zijn? Licht toe waarom.