- Placoïde schubben: bestaan uit dentine (tandbeen) en zijn bedekt met email (glazuur).
- Gepaarde borst- of pectoraalvinnen: aan de ventrale zijde
o Voornamelijk om mee te sturen
- Meer naar caudaal liggen de gepaarde abdominale vinnen
o Bij haaien en roggen kun je aan deze vinnen makkelijk zien of het een mannetje of
een vrouwtje is: bij mannelijke dieren claspers aanwezig: een opgerold gedeelte van
de abdominale vin waardoor er een gootje ontstaat.
- Tussen de abdominale vinnen ligt de cloaca: de gemeenschappelijke uitgang van de darm en
het urogenitaal stelsel.
- Volledig caudaal ligt de zijdelings afgeplatte staartvin: zorgt d.m.v. zijdelingse bewegingen
voor voortbeweging.
o Bij haaien is de dorsale helft groter dan de ventrale helft.
o Bij beenvissen even grote helften.
- Aan de dorsale zijde zitten twee ongepaarde vinnen: de dorsale- of rugvinnen.
- De anus bevindt zich op de overgang van de romp naar de staart. Alles wat dus caudaal van
de cloaca ligt, bevindt zich in de staart.
- Door de sterke torpedovorm van een haai is de overgang van romp naar kop niet goed te
onderscheiden.
- De kieuwspleten zijn de openingen tussen de opeenvolgende kieuwbogen en zorgen voor de
afvoer van het water dat langs de kieuwen wordt vervoerd. Ze zijn van buitenaf goed
herkenbaar.
o De achterste kieuwboog is het meest caudale gedeelte van de kop. Deze kieuwboog
ligt net iets caudaal van de achterste kieuwspleet.
o Bij de hondshaai zijn er vijf gepaarde kieuwspleten
- Spiraculum: in feite nog een kieuwopening: ligt net achter het oog.
o Bij haaien kan deze worden gebruikt als instroomopening: er kan water langs de
kieuwen stromen zonder de mond te openen.
o Ligt rostraal (craniaal) van de eerste kieuwboog.
- Bij haaien staat de neusholte niet in verbinding met de keelholte maar loopt dood.
- De neusopeningen zijn in tweeën gesplitst door een huidplooi waardoor er een soort in-en
uitstroomopening wordt gecreëerd. Hierdoor kan water efficiënt langs het ruikepitheel
circuleren.
- De ogen kunnen worden bewogen door spieren in de oogkas: goed ontwikkeld.
- De oogleden zijn onbeweeglijke huidplooien.
- Ampullen van Lorenzini: aan de dorsale zijde van de kop: ze registreren zeer kleine
elektrische potentialen. Dit wordt gebruikt tijdens de detectie van hun prooi.
- Zijlijn-orgaan: lateraal op het lichaam: drukgevoelig systeem. Bestaat uit een lange buis met
daarin drukreceptoren, die met de buitenwereld verbonden zijn door een groot aantal
poriën in de huid. Belangrijk voor de detectie van hun prooi en het bepalen van de positie
van de haai ten opzichte van de omgeving.
- Verschillen tussen haaien en beenvissen:
o Bij de beenvis zichtbare schubben
o Bij de beenvis is er slechts één uitstroomopening voor water uit de pharynx, die
bedekt is met het operculum (kieuwdeksel).
~1~
, o De beenvis heeft ook nog een paar anale vinnen.
Mond- en keelholte
- De mondholte wordt rostraal (craniaal bij mensen) begrensd door meerdere rijen tanden.
- De mondbodem wordt gevormd door een primitieve tong.
- De overgang naar de pharnyx (keelholte) is onduidelijk.
o In deze regio zijn de inwendige kieuwspleten aanwezig.
- Er zijn vier septa tussen de kieuwspleten. Dit septum wordt door de kieuwboog
ondersteund: dit is een kraakbenige structuur.
- Caudaal gaat de pharynx over in de oesophagus (slokdarm).
Lichaamsholten
- De lichaamsholte is verdeeld in een craniale pericardiale holte en een caudaal gelegen
pleuroperitoneale holte.
o Ze worden van elkaar gescheiden door het septum transversum. Dit ligt dichtbij de
basis van de pectoraalvinnen.
o In de pericardiale holte ligt het hart
o In de pleuroperitoneale holte liggen de organen van het digestiestelsel en het
urogenitaal stelsel.
~2~
, o Verschil met de mens: bij de mens diafragma (=verder doorontwikkeld septum
transversum) voor scheiding borst-en buikholte.
Digestiestelsel
- Algemeen bouwplan: mondholte – pharynx – oesophagus – maag – darm (intestinum) –
anus.
- Het buikvlies bekleedt de wand (pariëtaal) en de organen (visceraal) in de pleuroperitoneale
holte.
- Veel buikorganen zijn met ophangbanden (mesenteria) opgehangen in de buikholte.
o Het mesenterium is een dun vlies, dat de dorsale buikwand verbindt met de
organen.
o Omentum majus: dorsaal mesenterium: verbindt de maag met de dorsale
lichaamswand.
o Het duodenum (twaalfvingerige darm) en het intestinum zijn opgehangen aan een
eigen mesenterium. De rectaalklier en het laatste deel van de darm zijn ook aan een
eigen mesenterium opgehangen.
o Omentum minus: overblijfselen van het ventraal mesenterium: verbindt de maag
met de lever en het ligamentum falciforme.
Ligamentum falciforme: verbindt de lever met de ventrale buikwand en
breidt zich uit tot aan de dooierzaksteel.
- De lever bestaat uit drie lobben.
- De galblaas is een groen orgaantje en bevindt zich rechts van de mediane lob. De afvoergang
van de galblaas komt uit op het duodenum.
- De maag zit aan de linkerzijde en sluit aan op de oesophagus.
o De overgang is alleen aan de binnenkant te herkennen: de oesophagus is bezet met
papillen terwijl de maag uit longitudinale plooien bestaat.
o De maag heeft een J-vorm, de binnenbocht heet de curvatura minor en de
buitenbocht de curvatura major.
- Het duodenum is het eerste deel van de darm.
o De afvoergangen van de galblaas en de pancreas (alvleesklier) monden hierop uit.
- De pancreas bestaat uit twee delen die met elkaar verbonden zijn via een smalle verbinding.
De pancreas ligt bij de maag in de buurt.
- De darm verbreedt al snel tot het intestinum.
- Vervolgens versmalt het intestinum weer tot het colon (dikke darm) en rectum (einddarm),
welke aansluit op de cloaca.
- De milt: behoort niet tot het digestiestelsel: herkenbaar aan de driehoekige vorm en de
donkerrode kleur.
o Hij ligt net caudaal van de curvatura major en ligt in het omentum majus en is via
deze ophangband ook aan de maag verbonden.
Bloedvaten buikholte
- De eerste aftakking van de dorsale aorta is de gepaarde a. subclavia (voorziet de
pectoraalvinnen van bloed). In de pleuroperitoneale holte is de eerste aftakking direct
caudaal van het septum transversum: de enkelvoudige a. coelica (geeft takken aan de lever
en maag af). Later takken de gepaarde a. testicularis/ovarica af van de dorsale aorta. De a.
iliaca spiltst af richting de abdominale vin. De dorsale aorta gaat verder als de a. caudalis
door de staart. A. renales naar de nieren.
~3~
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nika29. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.