Zingeving in zorg en welzijn
Rene van Leeuwen, Carlo Leger en Marjoleine Vosselman
Hoofdstuk 1 Zingeving
1.1 Zingeving en het diamantmodel
Zingeving is voor mensen wat water voor vissen is: je zit er middenin en bent er de hele dag in opgenomen,
zonder dat je het doorhebt. Zo moeilijk als het voor een vis is om uit te leggen wat water is, zo moeilijk vinden
mensen het doorgaans om duidelijk te maken wat zingeving is. En toch kunnen we zonder niet leven.
Hoe belangrijk water voor een vis is, merkt hij pas als hij op het droge ligt. Bij mensen is het precies zo. Pas
wanneer we uit ons gewone doen en laten geworpen worden, beginnen we naar zingeving te snakken zoals een
vis die op het droge ligt. Vragen die bij ons opkomen zijn vaak existentiële vragen.
Existentiële vragen: (bestaansvragen, spirituele vragen): Ze zijn zo groot dat ze ons hele bestaan raken.
🔎 ‘Wat is de zin van deze ellende?’ Of: ‘Waarom moet uitgerekend mij dit overkomen?’.
🔎 ‘Waardoor wordt mijn leven weer mijn leven?’
Spiritualiteit is verbonden met het woord inspiratie.
Inspiratie: Datgene wat mensen in beweging brengt en betekenisvol is.
Zingevingsvragen zijn niet los verkrijgbaar. Ze zijn verweven met ons doen en laten, met wie we zijn en wat we
verwachten en hopen van het leven. Ook dat maakt het lastig om er grip op te krijgen. Toch zijn er handvatten
voor.
1
,Het diamantmodel
Het diamantmodel heeft de vorm van een diamant en de eigenschappen van een diamant. Het kan helpen om
nieuw licht op een situatie te werpen. Daardoor kun je duidelijker zien hoe je iemand kunt ondersteunen in de
zingeving.
Innerlijke ruimte
De kern wordt gevormd door het begrip innerlijke ruimte. Dat vormt de basis. Zonder innerlijke ruimte heeft het
weinig zin om met zinvragen bezig te zijn. Innerlijke ruimte is een beeldspraak. Het gaat om een innerlijke
houding die we allemaal kennen als we goed uitgerust en ontspannen zijn. Je staat dat open om nieuwe dingen
te leren kennen, bent geduldig en wordt niet meegesleept door stemmingen of emoties.
Wij denken soms snel te weten hoe iets in elkaar zit, of worden gestuurd door onze vroegere ervaringen. Ervoor
open staan dat een situatie anders kan zijn dan we dachten, of minder zwart-wit, vraagt om een vorm van rust
en geduld. Dat wordt bedoeld met innerlijke ruimte. Hoe meer innerlijke ruimte wij in onszelf hebben, hoe beter
we kunnen luisteren. Hoe meer innerlijke ruimte onze cliënten hebben, hoe beter ze tot nieuwe inzichten emoties
kunnen komen. En het mooie is dat je innerlijke ruimte van andere mensen kunt voelen van elkaar. Om die
manier kun je veiligheid en rust uitstralen in een gesprek.
De tijd facetten
De vijf facetten zijn verbonden met vijf centrale thema’s in ieder mensenleven, en ze zijn herkenbaar voor
iedereen. Het bijzondere bij het model is echter dat het bij ieder facet om een spanning gaat tussen twee
begrippen. Beide trekken ons, als twee polen, en de waarheid ligt meestal in het midden.💡 Hoe meer iemand
naar een kant wordt getrokken, hoe minder innerlijke ruimte iemand zal ervaren.
2
,Autonomie: ik en de ander
Autonomie (zelfbeschikking): De drang om in vrijheid het eigen leven te kunnen bepalen.
‣ Een van de krachtigste motieven in het mensenleven.
‣ Zelf → we zijn voor een belangrijk deel, het product van onze omgeving. De identiteit van mensen is niet los
verkrijgbaar. Het is onderdeel van een groot levend netwerk van anderen.
‣ Identiteit is diep verweven met ‘de ander’ en ‘jezelf en je eigen wensen’.
Handelen: doen en laten
Mensen reageren op hun omgeving door te handelen. 🔎 Ondernemers zijn doeners, die een innerlijke drang
hebben om de wereld te veranderen en zo een bestaan op te bouwen. Mensen in de zorg zijn ook doeners, die
anderen willen helpen. Andere mensen zijn passief aangelegd.
Ook het doen en laten vormt een spanningsveld waarin mensen hun weg moeten zoeken. 🔎 Als zorgverlener
moet je soms op je handen leren zitten zodat een cliënt zelf in beweging komt.
Relaties: vasthouden en loslaten
Het levende netwerk van relaties, waarin we als mens opgenomen zijn, is een voortdurend proces van
vasthouden en loslaten. We worden geboren en stevig vastgehouden, maar we willen op eigen benen staan en
laten onze ouders los. We zoeken houvast bij vrienden of zoeken een partner.
Iedere levensfase vraagt weer om een nieuwe balans tussen vertrouwd en nieuw, tussen vasthouden en
loslaten.
Balans: vergeven en vergeten
Het opmaken van de balans is een belangrijk element in het afronden van het leven. Het spanningsveld ligt
tussen herinneren en vergeten. 🔎 Herinneringen kunnen een bron van levensvreugde zijn maar ook een bron
van verdriet.
Waar mensen elkaar kunnen vergeven is sprake van herinneren en vergeten tegelijk: wat gebeurt is, wordt niet
ontkend of vergeten, maar onder ogen gezien. Het wordt echter niet langer in het heden meegesleept als een
onverteerbare brok, maar teruggelegd waar het thuishoort: in het verleden. De liefde kan weer gaan stromen.
Hoop: geloven en weten
Zo lang er leven is, is er hoop.
‣ Dat kan de hoop dat het leven verder gaat in een hemel of een andere dimensie. Maar het kan ook de hoop
zijn op: 🔎 Nieuwe partner, kinderen komen goed terecht.
‣ Hoop kan voortkomen uit nuchtere en realistische kennis over een situatie (de ene vorm van houvast), of uit
bijzondere ervaringen die mensen gehad hebben. 🔎 Mensen met een bijna-doodervaring hebben niet
langer angst om te sterven.
In gesprek gaan over waar hoop ligt, kan belangrijke openingen bieden om te ontdekken waar kracht en steun
vandaan gehaald wordt. Wanneer iemand hierin gehoord wordt, zullen innerlijke ruimte en draagkracht
toenemen.
Werken met het diamantmodel
Het diamantmodel is ontworpen als een houvast om met zinvragen om te gaan.
Om ermee te kunnen werken, is het goed eerst eens zelf in de spiegel van dit model te kijken.
In ieder moment van ons leven vormen de vijf facetten van het model een soort grondplan van ons bestaan.
Wanneer we in de spiegel kijken van het diamantmodel, kunnen we soms nieuwe dingen ontdekken over
3
, onszelf. Dat inzicht helpt ons om beter te begrijpen waarom we met de ene cliënt meer verbondenheid voelen
dan met andere, of waarom de ene mens meer ergernis oproept dan de andere.
Innerlijke ruimte vormt dus de basis omdat het de grondhouding is om goed met het diamantmodel te kunnen
werken.
De vijf facetten kunnen de wirwar van zinvragen ordenen door een soort plattegrond te leveren waardoor we
sneller doordringen tot wat er op het spel staat. Want dat zal steeds weer anders zijn, omdat mensen en
situaties weer uniek zijn.
1.3 Aandacht voor zingeving in het integrale methodische zorgproces
Integrale zorg en een multidimensionale visie op gezondheid
Aandacht voor zingeving is een onderdeel van het integrale interdisciplinaire zorgproces.
Integrale zorg: Er is aandacht voor de hele mens met het doel de mens tot zijn recht te laten komen.
Gezondheid: het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van
fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
Dimensies gezondheid
๏ Lichaamsfuncties: medische feiten en waarnemingen, fysiek functioneren, klachten en pijn, energie;
๏ Mentale functies en beleving: cognitie, emoties, eigenwaarde/zelfrespect, gevoel van controle,
zelfmanagement en eigen regie, veerkracht;
๏ spiritueel/existentiële dimensie: zingeving, doelen/idealen nastreven, toekomstperspectief, acceptatie;
๏ Kwaliteit van leven: kwaliteit van leven/welbevinden, geluk, genieten, levenslust, balans;
๏ Sociaal-maatschappelijke participatie: sociale en communicatieve vaardigheden, betekenisvolle relaties,
sociale contacten, geaccepteerd worden, maatschappelijke betrokkenheid, betekenisvol werk;
๏ Dagelijks functioneren: Algemene dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), werkvermogen.
Zingeving maakt expliciet onderdeel uit van deze definitie in de vorm van de spiritueel/existentiële dimensie.
Maar ook in andere dimensies komen aspecten van zingeving naar voren.
Zingeving is onlosmakelijk verbonden met het ervaren van gezondheid.
Het integrale karakter van deze definitie maakt duidelijk dat gezondheid niet een specifiek medisch (of
verpleegkundig) concept is, maar relevant is voor alle professionele en informele zorgverleners. Een belangrijk
aanknopingspunt voor aandacht voor de niet-medische (o.a. sociale) domeinen in de definitie, is om gezondheid
niet te beschouwen als een doel op zich, maar als een middel waardoor mensen ‘hun ding’ kunnen doen:dat
wat hun leven zin geeft. Leidend is het ‘wat kan je wel’-principe en ‘wat heeft voor jou betekenis, wat wil je?’
Verschillende dimensies spelen een rol in hun situatie.
4