100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting bedrijfseconomie €7,16
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting bedrijfseconomie

 0 keer verkocht

In deze samenvatting is Bedrijfseconomie voor het HBO samengevat. Alle informatie die mogelijk op een tentamen wordt behandeld is hier kort maar duidelijk omschreven. Zo is het makkelijk leren, zonder al te veel moeite, zodat je je tentamen kan halen!

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • Ja
  • 27 mei 2024
  • 17
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
mgrootveld2005
1.1 Inleiding
Organisatie streeft altijd doel na, doelen verschillen per organisatie.
Economisch zelfstandig  organisatie heeft voldoende opbrengsten om kosten te dekken.
Mensen en middelen doelgericht en doelmatig inzetten.
Economisch handelen  resultaat bereiken met zo klein mogelijke opoffering natuur, arbeid,
kapitaalgoederen. Of productiefactoren gegeven, zo hoog mogelijke opbrengst behalen.

Productie goederen/diensten en kostendekkend  bedrijf. Streeft naar winst?  onderneming.

1.2 Missie en visie
Missie  bestaansrecht. Visie  doel dat wordt nagestreefd.

Vijf soorten doelstellingen van ondernemingen:
- Boekhoudkundige (winst en bedrijfsresultaat)
- Waardegeoriënteerde (toegevoegde waarde en cashflow)
- Groeigerelateerde (marktaandeel)
- Niet-financiële (werkgelegenheid en klanttevredenheid)
- Maatschappelijke (duurzaamheid)

1.3 Duurzame ontwikkeling
Triple P  planet, people, profit, duurzaam ondernemen.

1.4 Participanten
Doel behalen:
Wat moeten we bereiken?
Wanneer moet het klaar zijn?
Hoe moeten we het doel bereiken?
Met wie moeten we samenwerken?
Wie zijn onze concurrenten?
Wat zijn de middelen die we ter beschikking hebben?

Groepen participanten
- Werknemers
- Leidinggevenden
- Vakbonden
- Uitzendbureau’s
Groepen stakeholders
- Investeerders
- Banken en beleggers
- Overheid
- Leveranciers
- Afnemers
Corporate governance  goed ondernemingsbestuur.

Balanced scorecard categorieën:
- Financieel
- Klanten
- Leren en groeien
- Interne processen
Gericht op belangrijke zaken om prestaties te bereiken.
Opsplitsen maatregelen lager niveau zodat iedereen gestelde doelen weet te bereiken.
Benchmarking  vergelijking prestaties andere ondernemingen.

,PDCA-cyclus  plan, do, check, act. Bepaal doel, voer uit, vergelijk met plan, bijsturen?

1.5 Bedrijfskolom
Primaire sector  bedrijven die product winnen in de natuur, veeteelt, mijnbouw.
Secundaire sector  producten vormen en samenstellen, industriële bedrijven.
Tertiaire sector  commerciële dienstensector, handel, transport, verzekering, financiering.
Quartiaire sector  streven niet naar winst.

Collecterende handel  koopt op, sorteert, slaat op en vervoert naar bepaalde plaats.
Distribuerende handel  koopt groot in en verkoopt in kleinere hoeveelheden.

Bedrijfskolom  (oer)producent tot aan consument.
Bedrijfstak  bedrijven die eenzelfde functie vervullen in een bedrijfskolom.
Integratie  bedrijf gaat samen met bedrijf uit vorige of volgende bedrijfstak in kolom.
Differentiatie  opsplitsing in twee fasen van onderdeel bedrijfskolom

1.6 Markten
Positie op de markt hangt af van:
- Aantal aanbieders op de markt
- Het soort goed
- De toetreding
- De doorzichtigheid
Homogeen  afnemers letten alleen op prijs niet op verschillen.
Heterogeen  afnemer ziet wél verschil en is bereid verschillende prijzen voor verschillende
kwaliteiten te betalen.

Volledig vrije Monopolie Monopolistische Oligopolie
mededinging (wettelijk, feitelijk, concurrentie
(volkomen natuurlijk)
concurrentie)
- Veel - 1 aanbieder - Veel - Weinig
aanbieders - Homogene aanbieders aanbieders
- Homogene goederen - Heterogene - Homogeen of
goederen - Toetreding goederen heterogeen
- Vrije onmogelijk/moeilij - Vrije - Beperkte
toetreding k toetreding toetreding
- Grote - Beperkte - Beperkte - Beperkte
doorzichtighei doorzichtigheid doorzichtighei doorzichtighei
d d d

1.8 Circulaire economie
Circulaire economie  economie van gesloten kringlopen waar grondstoffen, onderdelen,
producten hun waarde zo min mogelijk verliezen.
Gesloten kringloop  afval bestaat niet.
Eco-efficiënt  zo min mogelijk belastend voor natuur en milieu.
Eco-effectief  bepaalde producten weigeren.

Circulaire economie nodig omdat: gebruik grondstoffen moet afnemen, Nederland moet minder
afhankelijk, invloed economie op milieu moet verminderen.

Activa  middelen die nodig zijn om de boel draaiende te houden.

, Passiva  financiering van het bedrijf
Vaste activa  staat langer dan een jaar.
Vlottende activa  korter dan een jaar.
Boek lezen voor balans, winst-verlies rekening.

Natuurlijk persoon  aansprakelijk op privévermogen
Rechtspersoon  niet/zeer moeilijk aansprakelijk op privévermogen

Eenmanszaak  in handen één persoon, nettowinst valt onder inkomensbelasting, natuurlijk
VOF  meerdere vennoten, natuurlijk
Commanditaire vennootschap  ‘stille’ vennoot, een geldinschieter
BV  rechtspersoon, vennootschapsbelasting
CV naar BV, eigen vermogen wordt aandelenkapitaal

4.1 Inleiding
Kosten  voorzienbaar en onvermijdbare productiefactoren, maak je sowieso, bijv. energie.
Uitgaven  wat je direct uit portemonnee oid meteen betaald, waar jij opdracht toe uitzet.
Constante kosten  reageren niet op verandering productieomvang.
Variabele kosten  reageren wel op verandering productieomvang.
Gemengde kosten  combinatie constant en variabel.
Directe kosten  direct aan product toe te rekenen.
Indirecte kosten  niet direct aan product toe te rekenen.
Categorale indeling  indeling naar productiefactoren die kosten veroorzaken
- Kosten van grond
- Kosten van grond- en hulpstoffen
- Kosten van arbeid
- Kosten van duurzame productiemiddelen
- Kosten van diensten van derden
- Kosten met betrekking tot belastingen.

Differentiële kosten  extra kosten gemaakt voor extra productie.
Opportunity costs  wat je mist aan het een als je het ander doet. (als je verhuurt kan je zelf geen
winst maken op ding zelf, maar je verdient wel de huur).

4.2 Variabele kosten
Je hebt drie soorten variabele kosten: proportioneel, progressief en degressief.
Proportioneel variabele kosten  variabele kosten per eenheid blijft hetzelfde.
Progressief variabele kosten  als productie stijgt nemen variabele kosten per eenheid toe.
Degressief variabele kosten  als productie stijgt nemen variabele kosten per eenheid af.

4.3 Constante kosten
Constante kosten kunnen veranderen als er verandering in de productiecapaciteit plaatsvindt (bijv.
nieuwe machine erbij) omdat dan de afschrijvingen veranderen.

4.4 De normale productie
Rationele capaciteit  capaciteit die je moet aanschaffen.
Mate waarin je maximale capaciteit gebruikt is bezettingsgraad.

4.5 De kostprijsformule
Integrale standaardkostprijs  omvat alle kosten per product.
Kostprijs = constante kosten / normale productie + variabele kosten / verwachte werkelijke productie
Bij proportioneel variabele kosten is kostprijs bij elke productie gelijk.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mgrootveld2005. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€7,16
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd