OWG8.10
Elke maand weer afwachten
Globale leerdoelen:
• De VIO beschrij; het basisprincipe van subfer?liteit en onderscheidt hierin de invloed van
leefs?jl, erfelijkheid en omgeving en beschrij; de integrale zorgverlening binnen de
reproduc?eve gezondheidszorg (zowel na?onaal als interna?onaal).
Leerdoelen vanuit de onderwijsgroep:
1. Wat is het rijtje van joke bij subfer?liteit? (risicofactoren syndroom van Asherman en Sheehan)
(leefs?jl globaal)
2. Wat zijn de verschillende behandelop?es bij subfer?liteit en infer?liteit? (ethisch aspect na?onaal
en interna?onaal, psychosociale aspect) (preconcep?oneel, wat gebeurd er de rest van de
zwangerschap?) (toepassen op ivf, icsy, iui, spermadona?e, eiceldona?e en draagmoederschap)
1. Subfer*liteit
Subfer?liteit wordt omschreven als: het gedurende meer dan 12 maanden uitblijven van een
zwangerschap ondanks onbeschermde coïtus.
Inciden'e
Ongeveer één op de zes paren krijgt volgens deze defini?e met subfer?liteit te maken. Per jaar
bezoeken ca. 50.000 paren hiervoor hun huisarts en doen ca. 30.000 paren een beroep op
specialis?sche zorg
Oorzaken
De meest frequente oorzaken van verminderde vruchtbaarheid zijn:
• Problemen met de eisprong (20-30% van de gevallen), bijv. veroorzaakt door cysten op de
eierstokken (polycysteus-ovariumsyndroom (PCOS)), een tekort aan hormonen, te veel
prolac?nehormoon.
• Problemen met de eileiders (10-15% van de gevallen), die kunnen voorkomen ?jdens of na
een infec?e, of na een buitenbaarmoederlijke zwangerschap
• Endometriose (10-20% van de gevallen), een aandoening waarbij cellen van het
baarmoederslijmvlies aanwezig zijn op plaatsen buiten de baarmoeder en er haardjes met
baarmoederweefsel vormen.
• Syndroom van Asherman
• Syndroom van Sheehan
• Sperma van slechte kwaliteit (20-40% van de gevallen), bijv. veroorzaakt door niet-ingedaalde
tes?kels of spataders ter hoogte van de teelbal.
• Algemene aandoeningen, bijv. diabetes, epilepsie, darmziekten, coeliakie (glutenintoleran?e),
overgewicht en ondergewicht.
• Seksuele problemen, zoals dyspareunie, geen erec?e of ejacula?e krijgen, minder dan 1 keer
per week vrijen.
• Lee;ijd van de vrouw
• Werkomgeving
Blootstelling op het werk aan oplosmiddelen, bestrijdingsmiddelen/pes?ciden, metalen en
lasdampen kunnen de vruchtbaarheid verminderen. Veelgenoemde chemische stoffen zijn:
dibroomchloorpropaan (DBCP), ethyleendibromide (EDB), sommige ethyleenglycolethers,
koolstofdisulfide (CS2 ), stoffen die vrijkomen bij laswerkzaamheden, lood, kwik en chroom. Verwijs
naar de bedrijfsarts indien er mogelijk sprake is van blootstelling aan schadelijke stoffen. Deze kan
, beoordelen of er werkelijk sprake is van reprotoxische, mutagene of carcinogene stoffen. De
werkgever is we^elijk verplicht de risico’s van schadelijke stoffen op de vruchtbaarheid in kaart te
brengen en eventueel preven?eve maatregelen te nemen.
• Geneesmiddelengebruik
• Chronische stress
Roken en alcohol drinken spelen een rol bij zowel de mannelijke als de vrouwelijke vruchtbaarheid.
• Overma?g roken schaadt de werking van de eierstokken en vermindert de kwaliteit van het
sperma.
• Dagelijks overma?g alcoholgebruik kan de vrouwelijke vruchtbaarheid verminderen en de
produc?e van het sperma verstoren.
Organisa'e van zorg
Een subfer?el paar kan in het zorgproces met vele hulpverleners in contact komen:
In het algemeen meldt een subfer?el paar zich eerst bij de huisarts. Deze beoordeelt of er
daadwerkelijk sprake is van subfer?liteit en start zo nodig met een deel van het oriënterend
fer?liteitsonderzoek. De huisarts informeert daartoe naar: de duur van de kinderwens, het aantal
maanden van onbeschermde coïtus, de coïtusfrequen?e en of deze plaatsvindt in de vruchtbare
periode. Daarnaast moet er in de anamnese gevraagd worden naar voorgeschiedenis, denk aan
geneesmiddelengebruik, werkomgeving, leefs?jl, opera?es etc.