Kennistoets psychologie K6 orthopedie
Inhoudsopgave
Kennistoets psychologie K6 orthopedie............................................................................................. 1
College psychologie fysiotherapie bij patiënten met psychische problemen...................................1
College psychologie graded activity and graded exposure.............................................................3
College psychologie interculturele hulpverlening............................................................................ 8
College psychologie pijn psychologie aspecten............................................................................ 12
College psychologie psychische problemen bij patiënten.............................................................17
College psychologie rationeel emotionele therapie.......................................................................19
College psychologie fysiotherapie bij patiënten met psychische
problemen
De student weet wat psychotherapie is en welke doelstelling deze therapie heeft;
De student kent gedragstherapieën en de principes daarvan;
De student kent inzichtgevende therapieën en de principes daarvan
De student kent de cognitieve gedragstherapie;
De student kent deze (RET, ademhalings- en ontspanningstherapie, graded activity, gradual
exposure etc.) en andere therapeutische middelen die door de fysiotherapeut gebruikt (kunnen)
worden bij de behandeling van dit type patiënten;
, De student kent een aantal verbijzonderingen vanuit de fysiotherapie die dit soort patiënten
behandelen met beperkt/niet wetenschappelijk onderbouwde therapieën (haptonomie e.d.)
Wat is psychotherapie?
Elke op psychologie gebaseerde therapie, inclusief gedrags- en inzichtgevende therapie
Doel: veranderen van verstorende gedachten, gevoelens en gedrag m.b.v. psychische technieken
Niet medisch-biologisch (beïnvloeden hersenfunctie door medicijnen als antidepressiva,
tranquilizers)
Behandelaars
Professionele titel Specialisme/werkomgeving
Counselor Leren omgaan met relatief normale problemen (relaties, werk,
opvoeding, school)
Klinisch psycholoog Voor patiënten met ernstige problemen (privé-praktijk, RIAGG,
psychische ziekenhuis
Psychiater Medische specialisme, met name medicijnen
3 typen therapieën
1. Inzichtgevende therapieën: hoe kijk je tegen probleem aan? ‘binnenkant’ van bijv.
gedachten en emoties
Kern: praten en interpreteren
Psychodynamische benaderingen: psychische probleem symptoom van onopgeloste jeugdtrauma’s
en interne conflicten bijv. psycho-analyse
Humanistische therapie: gericht op zelfactualisatie en groei: benadrukken zelfbeeld; behoeften en
waarden cliënt. CARL ROGERS
Groepstherapie: zelfhulpgroepen, relatie- of gezinstherapie. Met name voor problemen met sociaal
gedrag en relaties. Voordelen: elkaar steunen, bevestiging ‘niet de enige’, gelegenheid tot
observeren van nieuwe gedragsvormen
Cognitieve therapie: gericht op cognities als gedachten, opvattingen, emoties en attitudes.
Inzichtgevende therapie, rationeel (waarbij je je verstand gebruikt) denken gaat omhoog.
2. Gedragstherapie: problematisch gedrag is aangeleerde gewoonte, geen symptoom
onderliggende ziekte; ‘te herstellen’ buitenkant; omstandigheden en gedrag. Geschikt voor
problemen met eten, bedplassen, verlegenheid, anti-sociaal gedrag. Ook voor angsten,
depressies, verslavingen, agressie, crimineel gedrag. Gebaseerd op sociaal-leren theorie en
principes van conditionering en bekrachtiging. Effectiever dan inzichtgevende therapie.
3. Cognitieve gedragstherapie: recente vorm, combinatie cognitieve en gedragstherapie
Gedragstherapie Inzichtgevende therapie Cognitieve
gedragstherapie
Specifieke fobieën Depressie Boulimia
Gegeneraliseerde Boulimia Depressie
angststoornis
Verslaving aan alcohol/drugs Paniekstoornis Relatieproblemen
Enuresis (bedplassen) Angststoornis
Autisme Chronische pijn
Erectiestoornis bij de man Agorafobie
Orgasmestoornis bij de vrouw Sociale fobie
Paniekstoornis Relatieproblemen
Obsessieve-compulsieve
stoornis
Posttraumatische
stressstoornis
Biomedische invalshoek
Doel: structuur of functie van hersenen veranderen m.b.v. medicijnen, operaties of
elektromagnetische stimulatie
Opkomst psycho-actieve/psychofarmaca in jaren 50
Onhandelbare, agressieve patiënten veranderen in rustige, sociale persoonlijkheden
Enorme toename gebruik antipsychotica, antidepressiva en stimulerende middelen
Kritiek: medicijnen maskeren problemen, beter is oplossing voor probleem zoeken
Medicijnen geïndiceerd bij psychose, extreme depressie, manie (stemmingsstoornis) etc. of
andere aandoeningen met mogelijk biologische oorzaak
Gedragstherapie: is gericht op veranderingen buiten de persoon: belonen, straffen en cues in de
omgeving. Als die veranderen, zal het externe gedrag ook veranderen