OPDRACHTEN WEEK 12
Aan het einde van dit thema kunt u:
1. de kenmerken van verrekenbedingen opsommen, herkennen, toelichten en hanteren
aan de hand van concrete voorbeelden;
2. de opbouw en indeling Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek voor het betreffende thema
aan de hand van concrete voorbeelden herkennen, toelichten en hanteren.
3. de begrippen: inkomsten, vermogen, verteren, huishoudkosten, Nieuw Amsterdams
verrekenbeding, periodiek verrekenbeding, finaal verrekenbeding, geldlening, gift,
verkrijging krachtens erfopvolging, making, vervalbeding, bewijsvermoeden,
ondernemingswinst, DGA, peildatum en de verbanden die tussen die begrippen
kunnen worden gelegd, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete
voorbeelden.
Extra informatie:
Kraan 1:141 lid 3: vermogen = goederen en dus wordt er geen rekening gehouden met de
schulden. Hoofdregel van het Hof is van mening vermogen -/- schulden
Blz 263: 31 mei 1996 NJ 96-686/ Arrest Haighton/ Stolk: De Hoge Raad is van mening dat
pensioenpremie verteerd inkomen is net als rente en dus komt het niet in aanmerking
voor verrekening.
OPDRACHT 1
Petra en José zijn gehuwd zonder huwelijksvoorwaarden overeen te komen.
Petra heeft van haar vader 100% van de aandelen in Advies B.V. geërfd onder een
uitsluitingsclausule. De uitsluitingsclausule omvat niet de vruchten. Omdat het
economisch onzekere tijden zijn, willen Petra en José voorkomen dat de zakelijke
schuldeisers van Petra ooit verhaal kunnen nemen op het huis dat José heeft geërfd zonder
uitsluitingsclausule. Tevens willen zij dat alle opbrengsten uit Advies B.V alsmede het
salaris dat José als secretaresse verdient, in gelijke mate aan beide partners ten goede
komen.
Geef aan welk stelsel de notaris zal adviseren. Motiveer uw keuze, waarbij u ook ingaat op
het feit dat Petra’s B.V: in de toekomst zowel goede als slechte jaren zal kennen.
Huwelijksvoorwaarde met een periodieke verrekenbeding gecombineerd met finaal
verrekenbeding. De huwelijksvoorwaarde zorgt voor een gescheiden vermogen, waardoor
verhaal op de gemeenschap in de zin van artikel 1:96 lid 1 niet mogelijk is. Het periodieke
verrekenbeding gecombineerd met het finaal verrekenbeding zorgt ervoor dat het inkomen dat
nog verrekend moet aan het einde van het jaar of bij scheiding nog verrekend kan worden. Als
er aanspraak wordt gemaakt op het finaal verrekenbeding, dan kan er geen aanspraak meer
worden gemaakt op het periodieke verrekenbeding (geen samenloop mogelijk).
Wat verrekend moet worden:
Onverteerde inkomen = inkomen -/- kosten van de huishouding
Stel dat Petra en Jose voor 2018 zijn gehuwd, dan valt onder het inkomen :
- De woning van Jose, omdat deze zonder uitsluitingsclausule is verkregen
- Het salaris van Jose en Petra (DGA)
, - Dividend, omdat de vruchten niet zijn uitgesloten (de aandelen verkregen onder een
uitsluitingsclausule vallen niet in de gemeenschap)
Stel dat ze zijn gehuwd na 2018, dan valt onder het inkomen:
- Het salaris van Jose en Petra (DGA)
- De woning heeft Jose geërfd en dus valt het in zijn privé
- De aandelen heeft Petra geërfd onder een uitsluitingsclausule, dus valt het ook in haar
privé
- Dividend blijft ook privé o.g.v artikel 1:94 lid 4 (N). Het gaat namelijk om de
vruchten van een geërfd goed.
Conclusie: de notaris zal een huwelijksvoorwaarde, gescheiden vermogen met een periodieke
verrekenbeding gecombineerd met een finaal verrekenbeding adviseren.
NB : Naast het inkomen van de DGA kunnen ook de ondernemingswinsten in de
verrekening worden betrokken, als het in de huwelijksvoorwaarde is bepaald. In de
casus is het niet duidelijk.
NB: er zou eventueel rekening gehouden kunnen worden met artikel 1:95a : de
onderneming zal dan vergoeden ten bate van de gemeenschap, indien de onderneming
buiten de gemeenschap valt.
OPDRACHT 2
Recep en Busra zijn naar Nederlands recht gehuwd buiten iedere gemeenschap van
goederen met een periodiek verrekenbeding van onverteerde inkomsten. Ze hebben nooit
verrekend. Busra heeft op 2 maart 2012 een woning in eigendom verkregen. De koopsom
bedroeg 300.000. De aankoop heeft ze gefinancierd met 50.000 uit een erfenis van Recep.
Recep vond het huis prachtig, het leek hem daarom een goede aankoop (Toestemming +
vergoedingsrecht).
De rest van de koopsom heeft Busra geleend bij de bank. Tot terugbetaling van de
hypothecaire lening heeft Busra een kapitaalverzekering afgesloten in het kader van een
zogenaamde spaarhypotheek. Ze heeft op
2 maart 2012 daartoe een eenmalige premiestorting gedaan van 30.000. Deze betaling vond
plaats uit haar onverteerde inkomsten.(verrekening)
Op 4 mei 2012 lost Busra een deel van de schuld af met 10.000 dat Recep van zijn
vakantiegeld heeft overgehouden. (Het gaat om salaris, dat tot het inkomen behoort)
Op 1 december 2012 dient Recep een verzoek tot echtscheiding in. Genoemde woning is dan
waard 270.000. De contante waarde van de verzekeringspolis bedraagt op die datum 32.000.
Tot 1 december 2012 heeft Busra 8.500 aan rente betaald.
Waarop kunnen Recep en Busra aanspraak maken met betrekking tot de woning op 1
december 2012?
Feiten:
2 maart 2012 : woning 300.000, waarvan 50.000 Recep (erfenis) + hypothecaire
lening