OPDRACHTEN WEEK 13 Ongehuwd samenwonen/ Samenlevingscontract
Aan het einde van dit thema kunt u:
1. de kenmerken van samenlevingsovereenkomsten, opsommen, herkennen, toelichten en
hanteren van diverse bepalingen in samenlevingsovereenkomsten aan de hand van
concrete voorbeelden;
Een samenlevingscontract wordt opgenomen in een notariële akte. Het geldt voor
ongehuwden, die samenwonen.
2. de opbouw en indeling Boek 1 en Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek voor het
betreffende thema aan de hand van concrete voorbeelden herkennen, toelichten en
hanteren.
Gaat men een samenlevingscontract aan met een verblijvingsbeding over een
gemeenschappelijk goed, dan gaat het om een eenvoudige gemeenschap van boek 3
(3.7.1)
3. de begrippen: redelijkheid en billijkheid, aansprakelijkheid, draagplicht, verhaal,
gebonden gemeenschap, vrije gemeenschap, beheer, bestuur, staat van aanbrengsten,
bewijs, verblijvingsbeding, ruilovereenkomst, overnemingsbeding, toedelingsbeding,
partnerpensioen en de verbanden die tussen die begrippen kunnen worden gelegd,
herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden.
Verblijvingsbeding: voorwaardelijke verdeling en volgens Luijten ook een verdeling
onder een tijdsbepaling. De voorwaarde is het overlijden van de een en tegelijk
overleven van de ander. Aangezien het ongehuwden zijn moet er rekening worden
gehouden met de erfgenamen, die een leveringsverplichting ontvangen. Het is
mogelijk dat zo een erfgenaam vanwege de SAISINE aansprakelijk blijft voor een
hypothecaire schuld ondanks de vrouw de schuld draagt.
Ruilovereenkomst: het gemeenschappelijk maken van andere goederen, zodat die ook
in het verblijvingsbeding vallen. Er kan een staat van aanbrengst gemaakt worden,
die in 2018 ALLEEN tussen partijen geldt en GEEN dwingende bewijskracht heeft
jegens de curator.
Toegift: Als er wordt geruild en bij betaald.
Overnamebeding: Dit heeft te maken met het recht van overname van privégoederen
(voorrecht). Echter moet er rekening worden gehouden met de waarde, anders komt
de fiscus bij kijken.
Toedelingsbeding: Het gaat om een aanbod om te verdelen. Er moet in dit geval nog
aanvaard worden.
, OPDRACHT 1
a. Is het mogelijk om in een samenlevingscontract overeen te komen dat er
pensioenverevening plaats vindt overeenkomstig de WVPS?
Optie 1: periode 1 vanaf 1995
Voor ongehuwden is het niet van zelfsprekend dat de echtgenoot n.p krijgt en dus
kan het opgenomen worden in een samenlevingscontract + het pensioenfonds
moet er bekend mee zijn (partnerschapspensioen). Een partnerpensioen kan van
toepassing zijn in de zin van de WVPS, namelijk een aanspraak op het
pensioenfonds van ½ o.p, die is opgebouwd in het huwelijks periode en de
voorwaarde moet zijn ingetreden.
Optie 2: periode 2 < 1995
Een ander mogelijkheid is het opnemen van het verdelen van de CW/verrekenen in
de zin van Boon/Van Loon. In dat arrest is de Hoge Raad van mening dat sprake is
van een lichte vorm van verknochtheid en valt de o.p en n.p in de gemeenschap.
Echter moet:
1. Er verdeeld worden zoals oorspronkelijk is bedoeld
2. Geen verwaarloosde band met de andere echtgenoot (gemeenschappelijke
inspanning en ze zouden er beide van genieten)
3. Het moet gaan om een gemeenschap die de pensioenrechten KAN omvatten
4. Het vóór huwelijkse periode en ná huwelijkse periode wordt erin betrokken.
Het nadeel hiervan is dat er een aanspraak is op de man en dus kan er weigerachtig
gedrag ontstaan.
Conclusie: Ongehuwden kunnen in een samenlevingscontract bepalen dat de
echtgenoot recht heeft op een partnerpensioen in de zin van de WVPS.
b. Om welke andere reden zou het op het terrein van pensioenrechten relevant zijn om
een samenlevingscontract te maken
Een samenlevingscontract voor ongehuwden, gemaakt bij een notaris kan van belang zijn
voor een partnerpensioen. Echter is het niet van zelf sprekend dat een de echtgenoot zal
genieten van een partnerpensioen in de zin van de WVPS en dus
1. Moet het opgenomen worden in het samenlevingscontract
2. Er moet melding van gemaakt worden bij het pensioenfonds.
De nadeel van een partnerpensioen is het opknippen.
OPDRACHT 2
Vera (25 jaar) en Max (26 jaar) wonen al een jaar samen in het huis van Max, en het eerste kind is
onderweg. Omdat zij niet willen trouwen, willen zij graag een samenlevingscontract maken waarbij
o.a. rekening wordt gehouden met het feit dat Vera na de geboorte van de kleine niet vijf dagen gaat
werken zoals zij nu doet, maar slechts twee.
Momenteel verdienen Vera en Max ongeveer even veel. Max is van plan om binnen niet al te lange
tijd een adviespraktijk te openen op juridisch terrein waarmee hij veel geld hoopt te verdienen. Vera
ondersteunt hem daarin van harte, maar zij is ook bang voor eventuele claims, mocht een cliënt niet
tevreden zijn met de adviezen van Max.