Handboek Klinische Ouderenpsychologie
ROOD = aantekeningen opmerkingen docenten; BLAUW = begrippen
Hoorcollege 1 – Ouder worden, ouderenzorg en sociale netwerken 3
Inleidend Hoofdstuk deel 1-5 8
WOZO – programma wonen, ondersteuning en zorg voor ouderen 9
A Conceptual Analysis of Ageism 10
Hoorcollege 2 - Beeldvorming 11
Hoofdstuk 1 – Algemene Ouderenpsychologie 15
Hoorcollege 3 – Seksualiteit 18
Hoofdstuk 2 – Partnerrelatie en seksualiteit 24
Hoofdstuk 9 – Genderidentiteit en geaardheid 25
Care Staff’s Sense-making of Intimate and Sexual Expressions of People with Dementia in Dutch Nursing Homes 26
Hoorcollege 4 – Psychologie in het verpleeghuis 27
Inleidend Hoofdstuk deel 6-8 29
Hoofdstuk 4 – Het gesprekscontact 30
Hoofdstuk 8 – Psychotherapie 32
Hoofdstuk 10 – Samenwerken met andere disciplines 33
Hoorcollege 5 – Leven met dementie 34
Hoofdstuk 6 – De begeleiding van de oudere met cognitieve problemen en zijn familie 38
Knowing the person of the resident – a theoretical framework for Person-centered Practice in Long-term Care (PeoPLe) 40
What matters most: Exploring the everyday lives of people with dementia 41
Hoorcollege 6 – Zingeving, kwaliteit van leven, wilsbekwaamheid & levenseinde 42
Hoofdstuk 9 – Specifieke uitdagingen 47
Changes in Activity and Interest in the Third and Fourth Age 51
Quality of life is substantially worse for community-dwelling older people living with frailty 52
The impact of resilience among older adults 53
Still ready to give up on life? A study into wishes to die among older adults 54
Hoorcollege 7 – Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen bij ouderen 55
Hoofdstuk 3 – Psychische problemen en (neuro)psychiatrische stoornissen bij ouderen 64
Hoofdstuk 28 – Licht verstandelijke beperking 65
Clinical Presentation, Diagnosis and Treatment of Attention-Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) in Older Adults 66
Characteristics of Older Autistic Adults 67
,Hoorcollege 8/9 – Psychologische interventies bij ouderen 68
Hoofdstuk 8 –Psychotherapie 75
Hoofdstuk 16 – Cognitieve Gedragstherapie 79
Hoofdstuk 17 – Mediatieve Cognitieve Gedragstherapie 82
Hoofdstuk 21 – EMDR 84
Hoofdstuk 22 – Systeemtherapie 85
EMDR as a Treatment Approach of PTSD Complicated by Comorbid Psychiatric, Somatic, and Cognitive Disorders 87
Hoorcollege 10/11 – Cognitie, emotie, stemming, gedrag, psychose & persoonlijkheidsstoornissen 90
DSM-5-classificatie van Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen 104
Assessment of Personality Disorders in Older Adults 105
Hoofdstuk 3 – Psychologische problemen en (neuro)psychiatrische stoornissen bij ouderen 107
,Hoorcollege 1 – Ouder worden, ouderenzorg en sociale netwerken
Begrippen
• Gerontologie: studie van het ouder worden en de ouderdom: lichamelijk, psychologisch, sociaal &
existentieel
• Ouderenpsychologie: studie van de psychologische fenomenen bij het ouder worden en de
ouderdom: gedrag, emoties, cognitie, competenties.
• Klinische ouderenpsychologie: past psychodiagnostiek en psychotherapeutische behandelingen van
ouderen met psychische klachten en stoornissen
Subjectief – “men is zo oud als men zich voelt”
Variatie in:
• Biologische leeftijd
• Lichamelijke en mentale gezondheid
• Temperament en persoonlijkheid
• Levensgeschiedenissen
• Cohortverschillen (omstandigheden van opgroeien)
• Actief en sociale integratie
• Familiale toestand
• Culturele en religieuze achtergronden
• Etc.
NB: Ouderen in plaats van bejaarden, dit is een stigmatiserende term.
Vier levensfasen
1. Van baby tot adolescent
2. Volwassen (werk en kinderen krijgen)
3. Gepensioneerd (stoppen met werken, betekend niet dat je niets meer kan: vrijwilligerswerk,
mantelzorg, oppassen)
4. Beperkingen (afhankelijk van zorg)
Positieve gezondheid
• Gezondheid ¹ afwezigheid van ziekte of beperkingen
• Brede kijk op gezondheid
• Het vermogen om te gaan met lichamelijke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven
Oud worden vs. Oud zijn
• Iedereen hoopt oud te worden, maar niemand heeft zin in oud zijn. We associëren dit met
beperkingen en afhankelijkheid.
• Voor de samenleving als geheel is ouder worden wel een probleem.
Demografie.
Grote pieken tot 75 jaar, het is geen mooie
piramide meer.
Er zijn meer oude vrouwen dan mannen.
Vrouwen leven langer, maar in slechtere
gezondheid omdat zij eerder beperkingen
ontwikkelen.
Demografische ontwikkelingen
• Ontgroening: aandeel jongeren wordt kleiner
• Vergrijzing: aandeel ouderen wordt groter
• Dubbele vergrijzing: groter aandeel hoog ouderen
• Grijze druk: verhouding tussen 65+ en beroepsbevolking ongunstiger, minder mensen moeten voor
meer mensen zorgen.
• Oldest Old Support Ratio: hoeveel mensen potentieel in staat zijn om mantelzorg te verlenen:
85+/50-75
, Wereldwijd demografie
• Verdubbeling % 60+ tussen 2015 & 2050
• 2020: meer 60+ dan kinderen jonger dan 5 jaar
• Vergrijzing gaat sneller dan in het verleden
• Alle landen staan voor de uitdaging om hun zorg- en sociale systeem klaar te maken voor deze
demografische verandering
Hoeveelheid mensen die in de zorg moeten werken.
Potentieel van mantelzorgers wordt veel minder.
Nu vs. 2040
• 1 op de 21 mensen 80+, dan 1 op de 12 mensen 80+
• 1 van de 6 werknemers werkt in de zorg, 1 op de 4 werknemers werkt in de zorg
• 13% nationale inkomen gaat naar zorg, 19-21% nationale inkomen gaat naar zorg
• 2040:
o Toename aantal zorgvragen
o Toename complexiteit zorgvragen
o Transitie wordt noodzakelijk
Nederlandse ouderenzorg
• Hoge kwaliteit!
• Onhoudbaar vanwege demografie en economie
• Transitie is noodzakelijk