Hoorcolleges Onderwerp
HC 0 (noodzakelijke kennisclip) Overzicht van de diagnostische cyclus
HC 1 Nut en noodzaak van de theorie voor de
behandeling van psychopathologie
Stoornis-speci ek versus transdiagnostisch werken
HC 2 Achtergrond literatuur opdracht: suïcide preventie
HC 3 De behandeling van psychopathologie in een
historische context
HC 4 Evidence-based werken
HC 5 Klinische behandelmythes
HC 6 Slaapstoornissen
HC 7 Positieve psychologie in de behandeling
Kennisclip Diagnostische Cyclus (hypothesen
toetsend model)
We doen kennis op uit ervaring en deze gaan we toetsen
door onderzoek. Het is een regulatieve cyclus, op elk
moment kunnen we terug in de cyclus. Dit proces zorgt
voor transparantie en vermindering van tunnel visie
(omdat je stapsgewijs werkt).
1. Aanmelding: bij de psycholoog.
2. Klacht analyse (KA): zo volledig mogelijk de klachten
in kaart brengen (intake gesprek). Het antwoord is een
verhelderend diagnose. We creëren een overzicht van
de klachten waar de client zich in kan vinden. Als
afsluiting ga je een hulpvraag formuleren (wat wil de client van jou) en de vraagstellingen voor
het onderzoek.
3. Probleem analyse (PA): We gaan het probleemgedrag uit de KA ordenen in categorieën
(wetenschappelijke kennis). Waarbij we de ernst van de problemen bepalen en waar we
eventueel aan onderkennend onderzoek doen; kijken hoe ernstig de problemen zijn er of er
eventueel sprake is van een DSM-classi catie (doen we niet altijd). We stellen een
onderkennende hypothese op. Dus een hypothese die kijkt wat er mogelijk aan de hand is met
de client.
4. Verklaring analyse (VA): hier richten we ons op het onderzoeken van de aanwezigheid van
oorzakelijke en in stand houdende factoren. We gaan nog gerichter te werk (met
wetenschappelijke kennis). We zoeken naar condities die de problemen veroorzaken of in
stand houden. We kiezen de geschikte onderzoeksinstrumenten. We formuleren
toetsingscriteria en gaan de hypothesen toetsen.
5. Indicatie analyse (IA): hier formuleren we behandel/begeleiding adviezen, obv. evidence
based behandelingen. Het is belangrijk om te kijken wat past bij de client en de slagingskans.
6. Advies: de resultaat van de analyse door aan client en kijken of client zich hierin kan vinden.
Hoorcollege 1A: Nut en noodzaak van theorie bij psychopathologie
Waarom een theorie?
- We beginnen met een theorie en die stuurt de behandeling, maar toch zien we zo veel
verschillende perspectieven (welke is juist?). Met een theorie willen we de waarheid
achterhalen. We zien dan ook dat een perfecte theorie de waarheid is, maar een slechte theorie
overlapt niet met de waarheid. Dit kunnen we gaan bevestigen door te observeren. Dan kan je
bepalen of je je theorie kan toetsen en of we deze verwerpen of aannemen.
fi fi
, - Wees bewust van verschillende biases in de interpretatie van waarnemingen (availabity bias;
dingen die makkelijk beschikbaar zijn of conformation bias; dingen geloven die passen bij
wat je gelooft). Ze kunnen je sturen in bepaalde richtingen/behandelingen.
- Maar wanneer hebben we genoeg waarnemingen om een theorie te bevestigen (veri ëren)?
Popper kwam met falsi ceren: kijken wanneer iets niet waar is. Wanneer je waarneming ver
weg ligt, klopt de theorie dus niet.
- Voor het kiezen van een behandel-vorm vormen we een theorie en gaan we die toetsen bij de
client. De theorie bepaalt de behandeling, maar we kijken wel of die bij past bij de client.
Causaal model (kijk boek). Een onderliggend oorzakelijke mechanisme verklaart gedrag:
- Neuro-biologie: verklaren obv. fysiologische mechanismen (depressie = serotonine tekort)
gevolgen voor therapie; medicatie of shock therapie (het zijn fysieke oplossingen).
- Leertheorie: verklaren obv. leergeschiedenis: wat je bent tegengekomen in je leven daar krijg je
klachten door (angst= vermijding voorkomt ontkrachting van angst) gevolgen voor de
behandeling: ophe ng van vermijding, dus exposure. Het aanleren van nieuw gedrag.
- Cognitie: verklaren obv. selectie en verwerking van informatie (depressie= disfunctionele
gedachten). Gevolgen voor de behandeling: correctie van foutieve gedachten. Dus dat mensen
minder vastzitten in bepaalde patronen.
Benaderingen:
- Onderbewuste (impliciete processen); interpretatie van niet grijpbare processen. Denk hierbij
aan psychoanalyse. Dus driften zijn bepalend voor wat er gebeurd.
- Vrije wil: zelfactualisatie ipv. correctie van ongezond gedrag, denk hierbij aan humanisme.
- Context: mensen bevinden zich in een context (maatschappij, cultuur, vrienden, werk, gezin).
Denk hierbij aan gezinstherapie. Mensen leven namelijk niet alleen. Denk aan bepaalde dingen
zien, die in sommige culturen heel normaal zijn.
Theorie in de praktijk
- In de praktijk kijken we naar e ect studies, ze zijn echter lastig uit te voeren. We zien vaak
kortdurende behandelingen, geen/korte follow up & weinig valide groepen (geen zuivere
groepen; we eindigen vaak met ongecompliceerde groepen, dus alleen depressief). De meeste
behandelingen zijn veel langer, waardoor mensen lang volgen bijna niet mogelijk is.
- Maar zonder theorie zijn observaties zinloos en we hebben theorie nodig om beslissingen te
nemen. Als we beginnen met behandelen moeten we blijven toetsen of het voor de client werkt.
Zo niet stellen we dit tijdens de behandeling bij.
- Note: de DSM is beschrijvend (categorieën) en niet theorie-gebaseerd.
Na de diagnostische cyclus starten we met behandeling
- Soms heb je te maken dat de patiënt niet verbeterd; de behandeling wordt dan ook niet goed
uitgevoerd. We zien dan vaak dat de theorie niet klopt: we gaan dan terug naar de theorie
(diagnostische cyclus). We kijken dan naar nieuw behandeladvies.
Conclusie: behandelen betekent een theorie vormen en deze continu BIJSTELLEN.
Hoorcollege 1B: Transdiagnostiek vs stoornisspeci ek werken
DSM-5 kritiek (de laatste 10 jaar):
- Leiden tot over-classi catie (geen diagnose: geen etiologie, beloop, prognose)
- Objectivering van stoornissen (objectief vaststellen van een stoornis)
- Symptomen vaststellen en groeperen → leidt tot veel comorbiditeit (dus een algemeen patroon)
- Categorisch (niet dimensioneel)
- Wildgroei aan emotionele stoornissen → Toename prevalentie
De voordelen van de DSM en evidence-based behandelen:
Het zorgt voor eenduidigheid over de benaming/kenmerken van emotionele stoornissen. Dit zorgt
voor gericht onderzoek en het stimuleert samenwerking en communicatie. DSM speelde een
belangrijke rol bij de ontwikkeling van evidence-based behandelingen.
Behandel e ectiviteit vergroten:
- Beter implementatie en acceptatie van (stoornis-speci eke) evidence-based behandelingen,
toch heeft ongeveer de helft van de mensen geen baat bij huidig therapie. We zouden ook
ff ffi fi fi ff fifi fi
, anders naar stoornissen kunnen gaan kijken: transdiagnostische visie = richten op aspecten
van de problematiek/behandeling die speci eke stoornissen/behandelingen gemeenschappelijk
hebben. Dus we kijken naar losse symptomen in plaats van clusters.
Transdiagnostiek: 3 therapeutische niveau’s:
- Therapeutisch aangrijpingspunt (wat moet veranderen?) bv dysfunctioneel gedrag, cognitive,
emotie
- Therapeutische context (hoe wordt die verandering het beste gefaciliteerd?) bv motivatie,
rationale, structuur, therapeutische relatie.
- Therapeutisch systeem (andere personen betrekken om de verandering te bestendigen?) bv
partner, huisarts, bedrijfsarts. We kijken naar de thuissituatie.
We kijken dan naar de leergeschiedenis; het artikel van Puck Duits over angst-gerelateerde
stoornissen. Hier hebben we te maken met acquisitie (aanleren angst) en extinctie (a eren angst).
Exposure is transdiagnostische aanpak voor angst (a eren van dreiging). De studie keek naar
allemaal verschillende angst problemen en hier zijn verschillen hoe mensen iets aan/af leren (dus
in de behandeling en aanleer fase). Ze hebben angst en US (schok) verwachting gemeten. De
resultaten:
- Angst CS+ (schok); we zagen 3 trajecten: (1) normale acquisitie en extinctie (zij leerden) (2) lage
angst tijdens alle fases (3) normale acquisitie, maar geen reductie van angst in extinctie fase (ze
leerden de angst niet meer af).
- Angst CS- (volgt geen schok): (1) lage angst tijdens alle fases (2) hoge angst tijdens alle fases.
- US verwachting: Geen andere trajecten voor patiënten en controles.
- Startle: Geen verschillende trajecten.
Studie 2: angst-ratings (moeilijk leerde) niet gerelateerd aan therapie succes. Hogere US
verwachting voor CS- (niet CS+) gerelateerd aan slechter therapieresultaat.
Conclusie:
- Geen reductie van angst en slechter veiligheidsleren (angst) bij patiënten. Slechter
veiligheidsleren (US verwachting) voorspelt therapieresultaat.
- Transdiagnostische mechanisme
Transdiagnostiek, waarom? We zien heel veel comorbiditeit tussen stoornissen (praktisch). We
zien ook een onderliggende basis, denk aan neuroticisme, vermijding etc. (theoretisch)
Ontwikkeling van alternatieve classi catie-systemen op basis van factor analyse: RDoC en HiTOP.
Kijk dia 30 en 31. We hebben ook een nieuw stuk; we focussen op overeenkomsten ipv
verschillen: nieuwe behandelingen. Doel: transdiagnostische processen veranderen om
veranderingen te faciliteren in meerdere stoornissen. Voordelen:
- Kortere behandelingen.
- Verspreiding van evidence-based treatments faciliteren (het kan namelijk e ciënter).
- Raamwerk voor therapeuten om hun visie te verbreden (te veel richten op details).
We hebben 2 vormen van transdiagnostiek: (1) One size ts all: Uni ed treatment: Samenvoegen
van protocollen op basis van onderliggend overlappend construct (bv uni ed protocol) (2) My size
ts me: gepersonaliseerde behandeling samenstellen op basis van losse behandel-pakketten, of
modules toevoegen aan stoornis-speci eke behandeling.
Uni ed Protocol (algemene behandeling); Toegepast bij angst, depressie, dissociatie, somatisatie.
- Veel parallelle en sequentiële comorbiditeit angst/depressive
- Overeenkomsten tussen stoornisspeci eke behandelprotocollen
- Behandeling van 1 stoornis heeft e ect op niet-behandelde stoornis
- Zelfde onderliggend construct (negatief a ect)
Rationale: Mechanisme van een aantal stoornissen = Negatief a ect en vermijding ervan Doel:
- Awareness (bewustzijn) van emoties vergroten
- Vergroten van cognitieve exibiliteit (gedachten)
- Verminderen van emotionele vermijding
We hebben ook nog andere uni ed behandelingen: transdiagnostische CBT voor eetstoornissen,
groepstherapie voor angst en uni ed internet interventies (deze zijn een beetje auw). Er word ook
gezegd dat CGT e ectief is, maar veel mensen verbeteren niet en we weten weinig van terugval.
fi fi
ff fl fi fi fffi fifi ff fi fl fi ff fi fiffi fl fl