H6 De tijd van Regenten en Vorsten
1588: de Nederlandse gewesten hadden zich onafhankelijk verklaard van Spanje.
Eerste ontdekkingstochten naar Indië: 1595-1596
Gouden Eeuw: 1600-1700
VOC: 1602
Opstand: 1568-1648
1568: Slag bij Heiligerlee. Hiermee begon de opstand.
1572: de Geuzen nemen Den Briel in. Hierna sluiten steeds meer steden zich bij de opstand
aan.
1576: De Spaanse soldaten trekken weg uit Holland, omdat ze geen loon meer krijgen.
Vervolgens keerden alle gewesten zich tegen Spanje Pacificatie van Gent.
1579: De katholieken stappen uit de Pacificatie van Gent, en sluiten zich aan bij de
Spanjaarden, omdat ze bang zijn dat ze anders hun geloof kwijtraken. Ze vormen de Unie
van Atrecht.
De overige gewesten vormen de Unie van Utrecht.
1581: Acte van Verlating: Filips II wordt afgezet.
1588: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt opgericht.
1609 – 1621: Twaalfjarig bestand: tijdelijke vrede.
1648: Vrede van Münster: Nederland wordt eindelijk als onafhankelijk gezien.
Prins Maurits, de stadhouder en Johan van Oldenbarnevelt, de raadspensionaris waren
rivalen. De functie van raadpensionaris of landsadvocaat werd steeds belangrijker, waardoor
Oldenbarnevelt de belangrijkste regent was.
De protestanten waren verdeeld in twee groepen:
Maurits wilde de oorlog tegen de Spanjaarden voortzetten.
Contraremonstranten/preciezen. God heeft bepaald hoe jouw leven eruit ziet, daar is
niets meer aan te doen. Man van het volk, het volk moet inbreng hebben.
Van Oldenbarneveld was tegen een uitputtende en geldverslindende oorlog, en
stuurde aan op vredesbesprekingen. Remonstranten/rekkelijken. Gods liefde staat
centraal.
In de steden kwamen de contraremonstranten in opstand om de remonstrantse regenten uit
het stadsbestuur te zetten. Dit was een volksopstand tegen de zittende regenten. Van
Oldenbarnevelt probeerde het openbare gezag te handhaven. Uiteindelijk kwam er een
proces tegen Oldenbarevelt, waarin hij onterecht van hoogverraad werd beschuldigd.
Sententie des doods: Van Oldenbarnevelt werd geëxecuteerd. Dit had hij kunnen
voorkomen door gratie te vragen, maar dat weigerde hij hardnekkig.
Tijdens de opstand ging de handel gewoon door. In 1602 werd de VOC opgericht. Het doel
was om de handel winstgevender te maken. De handel draaide vooral om specerijen. Deze
specerijen werden gebruikt als medicijnen.
,In de Gouden Eeuw bestond de bevolking uit verschillende groepen:
De regenten
o Eerste stand: adel. Je werd als edele geboren, je kunt het niet worden.
o Tweede stand: eigenaren van bedrijven, rijke boeren en rijke stedelijke
burgers.
De burgers; het gewone volk.
In de Republiek was alle macht nu in handen gekomen van prins Maurits. Na afloop van het
Twaalfjarig Bestand ging de oorlog tussen de Lage landen en Spanje gewoon weer verder.
Frederik Hendrik volgde Maurits op. Hij begon zich steeds meer als een vorst te gedragen.
De VOC bracht veel geld naar Nederland. Ook tulpen leverden veel geld op. Door de welvaart
kwam ook de (schilder)kunst tot grote bloei. Vooral de rijke burgers waren erg
geïnteresseerd in schilderkunst.
Amsterdam was het centrum van alle handelsactiviteiten. Er ontwikkelde zich een
stapelmarkt, waar echt alles te krijgen was.
1621: WIC werd opgericht. Deze compagnie werkte op de manier van het
handelskapitalisme: het was niet nodig om het gebied te veroveren en de eigen bevolking er
te vestigen.
Driehoekshandel:
Na de vrede van Münster in 1648 was de machtsstrijd tussen de nieuwe stadhouder, Willem
II, en de regenten nog steeds in volle gang. Na Willems onverwachte dood in 1650 grepen de
regenten hun kans, want er was geen opvolger vanuit het Huis van Oranje.
1650-1672: stadhouderloze tijdperk. Johan de Witt was de machtigste man.
De Engelsen probeerden de economische macht van de Republiek te breken tijdens twee
zeeoorlogen.
,1667: De tocht naar Chatham: Nederlandse mariniers voeren met hun schepen, waarvan de
boeg verstevigd was met ijzeren platen, dwars door de kettingen die de havens van de
Engelsen moesten beschermen. Dit was een idee van de gebroeders De Witt.
1672: het Rampjaar. Frankrijk, Engeland en de bisschoppen van Münster en Keulen vielen de
Republiek aan.
Na de moord op de broeders De Witt kwam stadhouder Willem III aan de macht, die
vervolgens vrede sloot met de Engelsen en de Fransen.
1688: Glorious Revolution: Willem III werd koning van Engeland, omdat hij getrouwd was
met Mary Stuart. Door zijn nieuwe dubbelrol raakte hij verstrikt in het Europese machtsspel.
Frankrijk had de oorlog aan Duitsland, Spanje en de Republiek verklaard, waardoor Engeland
weer de oorlog aan Frankrijk verklaarde.
Lodewijk XIV: de zonnekoning. Versailles. Absolute macht.
“L’Etat, c’est moi.” (De staat, dat ben ik.)
In de tijd van regenten en vorsten vond er ook een wetenschappelijke revolutie plaats. Er
ontstond een nieuwe manier van denken. Geleerden gingen op zoek naar algemene regels
en wetten om de wereld te kunnen begrijpen. Dit leidde tot veel uitvindingen.
H7 De tijd van Pruiken en Revoluties
In de 18e eeuw ging het minder goed met de Republiek. De handel bleef wel vooruitgaan,
maar met de handel van Engeland en Frankrijk ging het beter. Frankrijk, Engeland en Pruisen
zaten de Republiek economisch dwars.
Er was grote werkeloosheid. De situatie van het gewone volk stond in schril contrast met die
van de regenten en de rijke burgers.
De tweede helft van de 18e eeuw wordt de pruikentijd genoemd. De man was kostwinner,
de vrouw huisvrouw.
Na de dood van Willem III in 1702 raakte de Republiek in een oorlog verwikkeld met
Frankrijk (Lodewijk XIV).
Rond 1740 raakte de Republiek weer betrokken bij een Europese oorlog. Frankrijk liep een
deel van de Republiek onder de voet. De Staten-Generaal benoemden Willem IV van Oranje
tot stadhouder. Alle hoop was op Willem IV gevestigd, maar hij deed niets aan de
misstanden in de Republiek.
Hij handhaafde een belasting op levensmiddelen, waardoor de armen het nog moeilijker
hadden.
De regenten hadden het bestuur in handen en vormden een oligarchie. De burgers vroegen
Willem IV om hier iets aan te doen, maar daar kwam niets van terecht.
Verlicht despoot: alles voor, maar niets door het volk. De vorst bepaalt wat er gebeurt, maar
wil wel het beste voor de burgers.
, In 1775 kwamen 13 koloniën in Noord-Amerika in opstand tegen het moederland Engeland.
Ze hadden de sympathie van Frankrijk en van de Republiek, omdat Nederlandse kooplieden
in Noord-Amerika winstgevende handeldreven. Dit was de aanleiding van de Vierde Engelse
Oorlog. De Nederlandse vloot werd hierbij moeiteloos verslagen.
De regenten en de stadhouder gaven elkaar de schuld van dit verlies. Er ontstonden twee
kampen:
De patriotten: ‘de ware vaderlanders’; een verbond van de democraten met
vooruitstrevende regenten.
De prinsgezinden: aanhangers van de stadhouder uit het huis van Oranje.
De patriot Joan Derk van de Capellen schreef in een pamflet dat de burgers hun vrijheid
gewapenderhand moesten verdedigen. Er ontstond een opstand. Willem V vertrok met zijn
vrouw, prinses Wilhelmina, naar het buitenland. Wilhelmina zocht steun bij haar broer, de
koning van Pruisen. Hij versloeg de patriotten, en daarmee hadden de prinsgezinden
gewonnen.
1789: Bestorming van de Bastille. (staatsgevangenis)
Frankrijk had in 1793 de oorlog verklaard aan de stadhouder van de Republiek, omdat een
oorlog volgens de Fransen de beste manier was om een revolutie te verspreiden. Vooral de
patriotten waren blij met de komst van de Fransen.
In 1794 veroverden de Fransen de Republiek, en de Bataafse Republiek was een feit. De
patriotten zagen de Fransen als bevrijders. Door de samenwerking met de Fransen raakte de
Bataafse Republiek in oorlog en raakte zijn koloniën kwijt. De Republiek moet gebied afstaan
en tientallen miljoenen guldens uittrekken om de Franse legers te onderhouden.
Napoleon was niet tevreden over de patriotten en benoemde zijn broer, Lodewijk Napoleon,
tot koning van het Koninkrijk Holland. Napoleon Lodewijk probeerde op te komen voor de
Nederlandse belangen, en probeerde zelfs Nederlands te leren. Napoleon vond dat hij te
veel opkwam voor de Nederlandse belangen, en riep hem terug naar Parijs.
Nederland werd ingelijfd bij Frankrijk.
Het Continale Stelsel: Napoleon probeerde Engeland economisch te boycotten. Dit was heel
nadelig voor de Nederlands economie.
Verlichting: een manier van denken waarbij het verstand doorslaggevend was. De mens was
een redelijk wezen, dat verstandige besluiten kon nemen en zich niet langer liet leiden door
onwetendheid en bijgeloof.
Montesqieu: Trias politica: de overheidsmacht werd over 3 terreinen verdeeld: de
wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtelijke macht.
Er ontstond ook een andere kijk op kinderen. In plaats van als minimensen, werden ze nu
speelser afgebeeld. Ook ontstond de legpuzzel, en er kwam meer belangstelling voor
opvoeding en onderwijs.