Samenvatting arbeid en geschilbeslechting 2024
Hoorcollege 2: Procederen in het Arbeidsrecht
Voordat je aan een zaak begint, stel de volgende vragen:
01. Heb ik een reële vordering?
02. Tegen wie? Het is soms lastig te bepalen wie de werkgever is. Kijk naar KvK of een
een loonstrook.
03. Waar zit die persoon?
04. Valt er iets te verhalen?
05. Zijn er juridische alternatieven? Bijvoorbeeld art. 61 WW als de werkgever richting faillissement gaat, en
in een positie van blijvende betalingsonmacht komt kan je als werkgever
voor achterstallige loonbetaling naar het UWV toegaan. Het UWV
betaalt dan het achterstallige loon uit.
06. 1001 mogelijke problemen Goede relatie willen behouden, onduidelijke afspraak, ingewikkeld
bewijs, onduidelijke regels, te onzekere vordering etc.
07. Snelheid Korte art. 7:686a-termijnen
Verschillende procedures:
● Dagvaarding Aanbrengen, gedaagde kan zich stellen, uitwisseling stukken, evt. comparitie of pleidooi,
leidt tot vonnis, contentieus
● Verzoekschrift Verzoekschrift aan rechtbank, rechtbank roept op, verweerschrift, mondelinge behandeling,
leidt tot beschikking
→ KEI procedure (deels gedigitaliseerd), soort verzoekschriftprocedure met het idee dat alleen nog maar 1 procedure
bestaat. Helaas vertraagde invoering.
Kernelementen overheidsrechten:
● Onafhankelijk
● Openbaar → controle door de samenleving, niet snel met gesloten deuren
● Redelijke termijnen
● Hoor/wederhoor tot in extremo
Er bestaat sinds enige tijd ook een wijkrechter. Het gaat hierbij vaak om buurt- of huurgeschillen. De wijkrechter komt
naar de wijk van de partij in plaats van dat partijen naar de rechtbank gaan. De wijkrechter kan partijen niet dwingen om
mee te doen aan de procedure.
Een voorvraag voor het starten van een procedure is of je cliënt gerechtigd is om te procederen (procesbevoegdheid)?
Denk aan faillissement, surseance, schuldsanering, onderbewindstelling, curatele of minderjarigheid.
Verloop dagvaardingsprocedure
Alle overige zaken vallen onder dagvaardingsprocedures. Denk aan van het ontslag losstaand geschil over loonbetaling,
uitbetaling van vakantiedagen, wijzigen arbeidsvoorwaarden, gewone loonvordering, concurrentiebedingen en nakoming
cao.
[ACHTERGROND] Deze procedure moet worden beschouwd als de behandeling van een geschil waarbij partijen
tegenover elkaar staan. Het accent ligt op de schriftelijke stukken.
Ten eerste moet vastgesteld worden wie jij bent als partij, en wie de wederpartij is. Een werkgever heeft op grond van art.
7:655 BW een informatieplicht. Hieronder valt dat de werkgever kenbaar moet maken wie de officiële werkgever is.
In het Handelsregister van de Kamer van Koophandel kan je vinden waar de werkgever formeel is gevestigd. De
werkgever kan zelf niet het adres van de werknemer controleren in de Basisregistratie Personen, maar bij een
dagvaardingsprocedure doet de deurwaarder dit. In een verzoekschriftprocedure is het het beste als werkgever het
adres te gebruiken die de werknemer heeft aangevoerd.
Bij het bepalen van de werkgever is het belangrijk om niet alleen te vertrouwen op wat er op het briefpapier of de
loonstrook staat vermeld. Hoewel de initiële werkgever meestal wordt vermeld in de arbeidsovereenkomst, kunnen er in
de loop van de tijd veranderingen optreden, zoals bijvoorbeeld bij een overgang van onderneming (zoals beschreven in
artikel 7:662 BW). In dergelijke gevallen treden werknemers automatisch in dienst bij de nieuwe eigenaar. De HR oordeelt
16
, Samenvatting arbeid en geschilbeslechting 2024
in JAR 2009/183 dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap de werknemer wel van de contractswisseling op de
hoogte moet stellen.
De bevoegdheid van de rechter wordt bepaald door de woon- of vestigingsplaats van de tegenpartij of de plaats waar de
arbeid gewoonlijk wordt verricht (artt. 93 t/m 100 Rv). Voor het achterhalen van deze informatie kan men de KvK
raadplegen. De deurwaarder kan daarentegen het Bevolkingsregister (BRP) raadplegen om deze gegevens te verifiëren.
➔ Bij het indienen van een verzoekschrift wordt in principe gekeken naar de plaats waar de verzoeker woont of
gevestigd is. Uitzondering hierop is te vinden in art. 7:686a BW.
Absolute competentie ziet op het type zaken waarvoor een specifieke rechterlijke instantie
bevoegd is te beslissen. De kantonrechter is absoluut bevoegd voor bepaalde arbeids- en
huurvorderingen, zoals aardvordering. Daarnaast is ook sprake van een financiële grens. De
hoofdregel is dat vorderingen tot € 25.000 tot de bevoegdheid van de kantonrechter behoren
en vorderingen van meer dan € 25.000 behoren tot de bevoegdheid van de sector civiel.
Relatieve competentie ziet op welke rechtbank bevoegd is.
➔ Hoofdregel [art. 99 Rv]: de rechter is bevoegd in het rechtsgebied van de woon- of
vestigingsplaats van de gedaagde
➔ Art. 100 Rv Plek waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht
De kantonrechter wordt gekenmerkt door zijn laagdrempeligheid, lage kosten en uitgebreide
expertise als gevolg van de Wwz.
In gevallen waarin een zaak zowel betrekking heeft op een aardvordering als op andere aspecten, zal de aard van de
vordering doorgaans prevaleren. Dit betekent dat de zaak waarschijnlijk zal worden behandeld door de rechterlijke
instantie met absolute competentie voor aardvorderingen, zoals de kantonrechter.
De kantonrechter behandelt zaken van relatief kleinere omvang en eenvoudigere aard. Het procederen voor de
kantonrechter is laagdrempelig. Partijen kunnen zelf procederen zonder advocaat. Daarnaast is er geen griffierecht
verschuldigd voor de gedaagde partij. De kantonrechter zit doorgaans alleen, maar er kunnen situaties zijn waarin
meerdere kantonrechters samen zitten om bepaalde zaken te behandelen, zoals complexe of omvangrijke zaken. Sinds
2002 maakt de kantonrechter deel uit van de rechtbank.
De vraag wordt opgegooid of de rechter meer een geschilbeslechter is, of meer een probleemoplosser. Van een
geschilbeslechter wordt meer een lijdelijke positie verwacht, waarbij de rechter zich houdt aan de aan hem getoonde
feiten en omstandigheden. De rechter hakt dan enkel de knoop door. Een probleemoplosser wordt meer geassocieerd
met een actieve houding, en zoekt meer naar de achterliggende belangen van partijen.
De ontwikkeling in het civiele recht sinds 1988, met name met de invoering van het nieuwe bewijsrecht, heeft geleid tot
een minder passieve houding van rechters. Voorheen namen rechters een afwachtende houding aan, waarbij zij
achterover leunden, naar partijen luisterden en vervolgens een beslissing namen.
Dit veranderde met de invoering van artikel 22 Rv, dat rechters een actievere rol gaf tijdens de zittingen. Artikel 22 Rv
stelt dat de rechter tijdens de zitting tegen partijen kan zeggen dat hij niet beschikt over bepaalde informatie die wel
beschikbaar is en dat hij verwacht dat partijen deze informatie zelf aanleveren, zoals bijvoorbeeld
functioneringsgesprekken.
Verloop:
01. Dagvaarding inclusief conclusie van eis Art. 111 Rv: inhoud dagvaarding
a. Dagvaarding → door een deurwaarder uitgebrachte oproep, in naam van de eiser, gericht aan de
gedaagde, om voor de rechter te verschijnen
b. De eiser stelt de rechter op de hoogte van de oproep door de zaak op de rol te plaatsen.
c. Vanaf het moment dat de zaak op de rol staat, zijn griffierechten verschuldigd.
02. Conclusie van antwoord Verweer van gedaagde
a. Verstek [art. 139 Rv] Gedaagde verschijnt niet in de procedure, geeft geen verweer.
De zaak wordt dan twee weken op de rol gezet. In de tussentijd
kan de gedaagde de zaak zuiveren [art. 142 Rv]. Indien de
gedaagde niks laat weten wordt verstek verleent. De vordering
wordt getoetst op kennelijke ongegrondheid.
b. Verzet [art. 143/335 Rv] Bezwaar tegen een verstek uitspraak door gedaagde. Termijn
van vier weken. De gedaagde wordt nu de opposant en de
17