Milieu en Gezondheid
HC 1 05/02/2019: Introductie
Aflatoxine en plectine zijn natuurlijke stoffen die toch schadelijk zijn. 23% van de doden is
gerelateerd aan het milieu. China is de grootste producent van chemische stoffen, Europa
komt op de tweede plek > wel neemt het aandeel van Europa af, maar totale productie zal
stijgen. De productie van toxisch chemische stoffen blijft ongeveer gelijk.
Ftalaten, bisphenol A, PAK’s en lood kunnen als chemische stoffen worden aangetoond in
het bloed. De trend in de tijd hiervan is aan het dalen > gaat wel heel langzaam, kost veel
tijd om deze stoffen af te breken. De aanwezigheid van de chemische stoffen hoeft niet per
se schadelijk te zijn. Van metalen is bekend dat ze schadelijk zijn, maar sommige chemische
stoffen zijn weer goed voor de gezondheid.
Verschillende stoffen > verschillende gevolgen: daling IQ, stijging BMI. Associatie tussen
blootstelling en gezondheid is niet noodzakelijk een causaal verband. Een klein effect kan op
populatieniveau een groot effect hebben.
HC 2 05/02/2019: Dose response and risk assessment
De grondlegger van de toxicologie: Paracelsus > alles is giftig, maar de dosis bepaald of iets
giftig is.
- Dioxines zijn bijproducten van verbranding van organische producten (soort olie) >
kankerverwekkend.
- Parabenen/musken, langer houdbaar maken en lekker laten ruiken, in zonnebrand.
- Plastic babyflesjes > bisfenol A (nu niet meer).
- Rubberen speeltjes > weekmakers (ftalaten).
- Hexaan > verminderde reproductie/afsterven zenuwuiteinden hoort bij de Iphone dia.
- Fluorverbindingen/perfluor stoffen> water/vuilafstotend > deze stoffen worden
geloosd in het water > breken slecht af en zijn schadelijk voor de lever
- Pesticiden > NL is heel dichtbevolkt en mensen wonen te dichtbij dit soort
landbouwpraktijken/industriegebieden.
- Bij de brand in Moerdijk > enorme wolk met gif en roetdeeltjes zoals PAK’s.
- 4-FA > partydrug (XTC afgeleide) > dosering is heel lastig en hoge neurologische
schade. Wanneer heel veel patiënten worden opgenomen > signaal > wordt hierdoor
verboden.
- Rubber granulaten > in speeltegels/kunstgrasvelden > kankerverwekkend > kinderen
zijn gevoeliger voor de PAK’s die hierin zitten
- Hormoonverstorende stoffen > 80 ziektes geassocieerd met hormoonverstoorders,
maar het merendeel wordt niet getest in huidige wet- en regelgeving.
- E-waste > elektronisch afval dat gedumpt wordt in arme landen > wordt verbrand,
zodat het ijzer en metalen kunnen hergebruikt worden. Kinderen die hier werken
komen in grote getalen in aanraking met deze stoffen.
- Chroom-6 > verf voor vliegtuigen en helikopters > kankerverwekkende stof.
Ook gezonde (mits de juiste dosering wordt gehandhaafd) supplementen/medicijnen mits,
kunnen schadelijk zijn bij overdosering.
,Deze stoffen accumuleren in de voedselketen. Daardoor zullen deze stoffen ophopen in het
organisme dat bovenaan in de voedselketen staat en kent dit organisme de hoogste
concentratie aan stoffen waar hij aan wordt blootgesteld. Vis neemt bijv. de chemicaliën op >
wordt gegeten door een ander dier en deze wordt weer gegeten door de mens etc.
Je denkt vaak aan rampen/grote gebeurtenissen met schadelijke stoffen bijv. luchtvervuiling,
maar ze zijn ook in je kleine omgeving > speeltjes. Chemische stoffen (hebben we ook
gewoon nodig in ons leven en hebben een toepassing), biociden, pesticiden in
huishoudartikelen, cosmetica en voeding etc. moeten een risicoanalyse ondergaan. Hierbij
kun je verschillende doelen hebben: risico-baten afweging (geneesmiddelen > voordeel
weegt op tegen het nadeel), risico waarden vaststellen (hoeveel bisfenol A mag erin),
prioritisering (handhavers kunnen niet overal op letten), risico monitoring (klopt de
blootstelling wel).
Je hebt verschillende aspecten waar je naar kan kijken: risicobeoordeling
(wetenschappelijke basis, karakteriseren van hazard blootstelling en risico > op basis van de
gegevens die je verzamelt ga je een inschatting van het risico maken), risicomanagement
(beleidsmatige afweging en deze selecteren en implementeren van beperkende
maatregelen om te zorgen dat we niet aan teveel worden blootgesteld) en de
risicocommunicatie (interactieve uitwisseling van informatie en meningen over risico > van
de politiek naar de maatschappij en terug en van de wetenschap naar de politiek).
Toxicology > oer toxicology was kan ik dit eten of niet? In China, Egypte en Grieken &
Romeinen waren hier al heel ver mee > geneeskrachtige werking/poison murders. Moderne
toxicologie is een multidisciplinary science. Definitie van de toxicologie: bestudeert
schadelijke effecten van een biologische, fysische of chemische agentia op een organisme.
We willen ook begrijpen waarom en hoe agentia toxisch kunnen zijn > als je het
mechanisme begrijpt, kan je ook begrijpen waarom een andere stof/combinatie van stoffen
giftig zijn (mechanistisch onderbouwen van toxische effecten wordt gebruikt bij de moderne
toxicologie). Bij farmacologie kijken we juist naar de gunstige effecten van agentia op
levende organismen > vaak een ander type effect en een lagere hoeveelheid. Tussen
toxicologie en farmacologie is de dosis verschillend > risicobeoordeling is hierbij dus
belangrijk voor het vaststellen van de goede dosis! Je wil kwantitatief (getalsmatig) een
grens kunnen stellen > als je hieronder blijft is het veilig.
Verschillende disciplines binnen de toxicologie:
- Mechanistic toxicology > wetenschap
- Descriptive toxicology > beleid > tikboxtesten waar de stof aan moet voldoen
- Regulatory toxicology > waar zetten we die levels en wat is veilig
En deze overlappen in het risk assessment. Het is heel belangrijk om de afweging te maken
om iets te verbieden > economische en politieke belangen spelen hierbij een grote rol en dat
vereist ethische standaarden.
Bij deze toxicologische risicobeoordeling:
- vaststellen van de blootstelling
- identificatie van intrinsieke gevaarlijke eigenschap
- karakterisering eigenschap
, - vaststellen van het risico
hazard x blootstelling = risico > een haai is gevaarlijk, maar wanneer je gaat zwemmen met
de haai, heb je het risico om opgegeten te worden. Hazard is de intrinsieke eigenschap van
de stof en risk is de waarschijnlijkheid dat de hazard tot uiting komt. Arsenicum in een potje
is hazard, maar zolang je er niet mee in aanraking komt/hele lage dosering > ga je hier niet
dood aan.
Eerste factor voor risicobeoordeling: Hoe kan blootstelling plaatsvinden?
- Ingestie > gastrointestinal tract > komt het meest voor > wel zijn er barrières zoals
zure omgeving in maag. Veel metabolisme > stof in systeem is lager dan wanneer je
het binnenkrijgt
- Inhalatie > longen (directe opname in het bloed)
- Huid > dermal, topical (vaak is deze opname langzaam) > deze stoffen kunnen op de
huid optreden of de huidbarrière afbreken
- Experimenteel > intravenous (ader), intraperitoneal (buik), subcutaan (nekplooi bij
ratten).
De route van blootstelling is het eerste punt waar je naar kijkt voor de risicobeoordeling,
omdat dat uitmaakt voor hoeveel je van buiten uiteindelijk binnenkrijgt en dat beïnvloedt je
risicobeoordeling. Bij inhalatie krijg je het heel snel binnen in je bloed, terwijl bij je huid dit
relatief veel langzamer gaat en misschien een minder toxisch effect heeft.
Een andere factor voor de risicobeoordeling: duur en frequentie van blootstelling. A in de
grafiek is persistent (slecht afgebroken) > acute blootstelling (eenmalig). Bij herhaaldelijk
(chronisch) > hier bij een persistente stof, kan deze ophopen in het lichaam. De relatie
tussen hoe vaak en hoe lang je wordt blootgesteld en de respons van je bloedwaarden is
hierbij belangrijk.
Derde factor voor risicobeoordeling: Wat is giftig? Botulisme is de giftigste stof die gemaakt
wordt door bacteriën > heel weinig doden. Op basis van de intrinsieke eigenschap kan je
nog niets zeggen over het risicoprofiel daar heb je dus ook een blootstelling voor nodig en
langetermijneffecten > acute toxiciteit (acuut dood neervallen) is niet altijd een goede
parameter voor bijvoorbeeld chronische blootstelling aan een lage concentratie en daarnaast
bestaan er diersoort verschillen.
We hebben het dus gehad over blootstelling, kinetiek (metabolisme > wat doet het lichaam
met de stof) en deze bepalen het effect (dynamiek > wat doet de stof met het lichaam).
- Kinetiek: blootstelling: external/internal (je wil hierbij weten hoeveel van die toxische
stof komt erin de lever terecht), dosis: intake/uptake, biokinetiek (processen die
beïnvloeden hoeveel er op je targetside terechtkomt, in dit geval de lever)
KINETIEK: Bij de biotransformatie (metabolisme) onderscheiden we drie fases:
- Toevoegen polaire groepen > reactieve groepen, waardoor fase 2 hier een aantal
grote moleculen aan kan hangen, zodat de stoffen beter wateroplosbaar worden.
- Stoffen beter wateroplosbaar maken zodat ze makkelijker kunnen worden
uitgescheiden
- Uitscheiden van de stof > vaak drug transporters die op de celmembranen zitten.
Vaak is de balans verstoort tussen fase 1 en 2. Enzymen die betrokken zijn, zijn heel veel