Palliatieve zorg: liever te vroeg, dan te laat
─
, Palliatieve zorg: liever te vroeg, dan te laat
Auteur
Naam XXX
Studentnummer XXX
Klas XXX
E-mailadres XXX
Onderwijsinstelling
School Christelijke Hogeschool Ede
Opleiding Hbo verpleegkunde duaal
Vak Module 8.3: innoveren en onderbouwen
Werkgever
Instelling XXX
Afdeling XXX
Praktijkbegeleiders XXX
Praktijkopleider XXX
Begeleiding
Begeleidend docent XXX
Feedbackgever XXX
Onafhankelijk beoordelaar XXX
Trajectbegeleider XXX
Inleverdatum 29 februari 2024
Aantal woorden XXX
2
,Inhoudsopgave
........................................................................................................................................... 1
1. Inleiding.............................................................................................................................. 4
1.1 Aanleiding.................................................................................................................... 4
1.2 Probleemstelling.......................................................................................................... 6
1.3 Vraagstelling................................................................................................................ 6
1.4 Doelstelling..................................................................................................................6
2. Methode............................................................................................................................. 7
2.1 Soort onderzoek........................................................................................................... 7
2.2 Onderzoekspopulatie en werving.................................................................................7
2.3 Dataverzameling..........................................................................................................7
2.4 Data-analyse................................................................................................................ 8
2.5 Validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid...............................................................9
2.6 Ethische aspecten........................................................................................................9
3. Resultaten........................................................................................................................ 10
Deelvraag 1..................................................................................................................... 10
Deelvraag 2..................................................................................................................... 12
Deelvraag 3..................................................................................................................... 14
4. Conclusie.......................................................................................................................... 16
5. Discussie.......................................................................................................................... 17
5.1 Methode..................................................................................................................... 17
5.2 Literatuurstudie in vergelijking met praktijkonderzoek................................................17
5.3 Validiteit en betrouwbaarheid.....................................................................................17
5.4 Bruikbaarheid............................................................................................................. 18
5.5 Resultaten.................................................................................................................. 18
5.6 Sterke en zwakke punten van het onderzoek.............................................................18
5.7 Aanbevelingen vervolgonderzoek..............................................................................19
6. Aanbevelingen.................................................................................................................. 20
Aanbeveling 1: Scholing...................................................................................................20
Aanbeveling 2: Implementeren poster..............................................................................20
Aanbeveling 3: Casuïstiekbespreking..............................................................................20
Aanbeveling 4: Informatie in inwerkwijzer........................................................................21
Aanbeveling 5: Verwerken in elektronisch patiëntendossier............................................21
7. Implementatieplan............................................................................................................ 22
7.1 Presentatie................................................................................................................. 22
7.2 Stakeholderanalyse...................................................................................................23
7.3 Implementatieplan......................................................................................................23
8. Literatuurlijst..................................................................................................................... 25
9. Bijlagen............................................................................................................................. 30
Bijlage A: Logboek........................................................................................................... 30
Bijlage B. Big6-methode literatuuronderzoek...................................................................32
Bijlage C: Topiclijst........................................................................................................... 36
Bijlage D: Getranscribeerd interview................................................................................37
Bijlage E: Codeboom.......................................................................................................41
Bijlage F: Stakeholderanalyse..........................................................................................44
Bijlage G: Implementatieplan...........................................................................................45
Bijlage H: Geïmplementeerde poster en inwerkwijzer......................................................47
3
, Bijlage I: Praktijkbeoordeling............................................................................................48
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
Volgens cijfers van de World Health Organization (WHO, 2021) hebben ruim 56,8 miljoen mensen in
de wereld palliatieve zorg nodig. De meta-analyse van Jordan et al. (2020) stelt dat wereldwijd een
gebrek aan palliatieve zorg is vastgesteld. Tegen 2060 zal de last van ernstig gezondheidsgerelateerd
lijden naar verwachting bijna verdubbelen. Dit gebeurt het snelst in de lage-inkomenslanden (Jordan
et al., 2020). De lage- en middeninkomenslanden herkennen palliatieve zorg de meeste keren te laat
(Etafa et al., 2020). Dit wordt voornamelijk in Afrika gezien. Hierdoor is er nog steeds een grote
onvervulde behoefte aan palliatieve zorg in deze landen. De mondiale behoefte aan palliatieve zorg
ontstaat door de toename van chronische niet-overdraagbare ziekten en toenemende vergrijzing van
de bevolking (Etafa et al., 2020).
In Nederland zijn er volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS, 2023) in 2022
ruim 170.000 mensen overleden. Uit huidige schattingen blijkt dat ongeveer 75% van de mensen die
het levenseinde naderen, baat kunnen hebben bij palliatieve zorg (Etkind et al., 2017). Als de recente
sterftetrend zich voortzet, zullen steeds meer mensen palliatieve zorg nodig hebben in de toekomst
(Etkind et al., 2017).
De palliatieve fase start op het moment dat genezing van een levensbedreigende aandoening niet
meer mogelijk is (Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie [NVKG], 2022). Iemand kan ook
als palliatief gemarkeerd worden bij ernstige kwetsbaarheid door onder andere comorbiditeit en hoge
leeftijd. Het is afhankelijk van onderliggend lijden wanneer de palliatieve fase start (NVKG, 2022).
Om palliatieve zorg te begrijpen is het belangrijk om te weten wat het inhoudt. Het Integraal
Kankercentrum Nederland [IKNL] en Palliactief hebben de volgende definitie van palliatieve zorg
beschreven in het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland (2020):
“Palliatieve zorg is zorg die de kwaliteit van leven verbetert van patiënten en hun naasten die te
maken hebben met een levensbedreigende aandoening of kwetsbaarheid, door het voorkomen
en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en
behandeling van problemen van fysieke, psychische, sociale en spirituele aard. Gedurende het
beloop van de ziekte of kwetsbaarheid heeft palliatieve zorg oog voor het behoud van
autonomie, toegang tot informatie en keuzemogelijkheden (Boddaert et al., 2020).”
Palliatieve zorg bestaat uit vier fasen (Wanrooij & Distelmans, 2017). De ziektegerichte palliatie is de
eerste fase. Hierbij wordt de ziekte behandeld zonder dat genezing mogelijk is. De tweede fase is de
symptoomgerichte fase, wat zich focust op het verlichten en onder controle houden van symptomen.
De derde fase is de stervensfase, die vaak een paar dagen voor het overlijden start. De laatste fase is
de nazorgfase, waarbij ondersteuning voor nabestaanden is (Wanrooij & Distelmans, 2017).
Proactieve zorgplanning is een belangrijk onderdeel van palliatieve zorg en het is een proces van
vooruitdenken, plannen en organiseren (Boddaert et al., 2020). Het verhoogt de kwaliteit van zorg en
het heeft een positief effect op het welbevinden van de patiënt en hun naasten. De autonomie van de
patiënt wordt versterkt in het kader van gezamenlijke besluitvorming (Boddaert et al., 2020). Dit sluit
aan bij de beroepscode van verpleegkundigen, waarin staat dat de verpleegkundige samenwerkt met
de zorgvrager en hun naasten (CGMV et al., 2015).
Naast winst die tijdige palliatieve zorg geeft, geeft het ook winst op een maatschappelijk niveau
(Integraal Kankercentrum Nederland [IKNL], 2014). Uit het onderzoeksrapport blijkt dat jaarlijks 25
miljoen euro bespaard kan worden op ziekenhuiskosten als bij elke patiënt, die zich bevindt in de
palliatieve fase, gespecialiseerde palliatieve zorg wordt ingezet. De winst zit in de vermindering van
4