Sociale psychologie voor maatschappijwetenschappen, jaar 1 blok 3
Samenvatting boek: https://www.studeersnel.nl/nl/document/tilburg-university/sociale-psychologie/
sociale-psychologie-samenvatting/6588107
Hoofdstuk 1
Psychologie: de wetenschappelijke studie naar het gedrag en het innerlijke leven (gedachten &
gevoelens) van mensen
Sociale psychologie: de wetenschappelijke studie naar de manier waarop de gedachten, gevoelens en
het gedrag van mensen worden beïnvloed door de aanwezigheid van anderen
Construct: de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren
Drie perspectieven:
1) evolutionaire perspectief: sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken hoe genetische factoren
over de eeuwen heen zijn aangepast om de overlevings- en voortplantingskansen te vergroten ->
natuurlijke selectie a.d.h.v. guppy-experiment
- mensen hebben veel gemeen met andere dieren, en sommige menselijke gewoonten zijn universeel
(bv afkeer tegen incest)
2) socio-cultureel perspectief: sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken naar de invloed van
grotere sociale groepen
- sommige gewoonten, tradities en gedragingen zijn verschillend, afhankelijk van de culturele context
- cross-cultureel onderzoek: met leden van verschillende culturen -> overeenkomsten/verschillen?
3) sociaal leren perspectief: sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken hoe leerervaringen in het
verleden toekomstig gedrag voorspellen
- mensen zijn geneigd om gedrag te imiteren van rolmodellen
-> het ene perspectief is niet beter dan de andere; ze vullen elkaar aan.
Kurt Lewin: grondlegger sociale psychologie
- formule B = f(P x E) -> gedrag van persoon ligt nooit alleen aan de persoon, maar ook aan de
omgeving waar de persoon zich in bevindt.
Gestalt psychologie: bestudeert de subjectieve manier waarop een object in de geest van mensen
verschijnt
Naïef realisme: de neiging van mensen om te geloven dat hun waarnemingen van de wereld objectief
en accuraat zijn
Zelf-verbeteringsmotief: mensen willen een goed gevoel hebben over zichzelf
Accuraatheidsmotief: mensen willen een correct beeld hebben over zichzelf
Die twee worden in overeenstemming gebracht a.d.h.v. illusies:
- beter-dan-gemiddeld effect: we overschatten onze eigen kwaliteiten
- onrealistisch optimisme: we onderschatten de kans dat slechte dingen gaan gebeuren en
overschatten de kans dat goede dingen gaan gebeuren
-> kleinere kans om depressief te raken (mensen met depressie zijn realistisch -> depressief-realisme)
- vals consensus effect: van je slechte eigenschappen denken dat ze universeel zijn (bv vaak laat zijn)
- vals uniciteitseffect: van je goede eigenschappen denken dat jij de enige bent die het zo goed kan
-> helpen je een goed gevoel te hebben over jezelf en de wereld op een positieve manier te ervaren
, Hoofdstuk 2
De problemen van sociaal psychologen:
- imago: sociale psychologie is gezond verstand -> hindsight bias: logische informatie binnenkrijgen
en vervolgens denken dat je het zelf ook wel had kunnen bedenken
- onethisch onderzoek: proefpersonen is schade aangedaan, nu -> informed consent (informatie,
toestemming, handtekening), misleiding proefpersonen voorkomen, bescherming, vertrouwelijkheid,
debriefing (terugkoppeling naar proefpersoon), Institutional Review Board (ethische commissie)
- slechte onderzoekspraktijken: slechte ervaringen door fraudeplegers zoals Diederik Stapel ->
hierdoor kritischere blik op onderzoekspraktijken. Replicatiecrisis: bij het opnieuw uitvoeren van al
bestaand onderzoek andere resultaten ontdekken -> problematisch. Nu: replicaties (herhaling), meta-
analyses (gemiddelde) en open Science (registreren, open data en open materiaal)
Correlationele onderzoeksmethode: onderzoekt de natuurlijke samenhang tussen variabelen, zonder
een van die variabelen te beïnvloeden
Experimentele onderzoeksmethode: onderzoeksopzet waarbij deelnemers willekeurig toegewezen
worden aan condities. Een variabele wordt beïnvloed, de ander wordt gemeten
Voordeel experimenteel onderzoek vergeleken met correlationeel onderzoek: je kan uitspraak doen
over causaliteit (oorzaak en gevolg), je maakt een onderscheid tussen de OV (gemanipuleerd) en de
AV (geobserveerd)
Controle-conditie: ongemanipuleerde variabele om effect experiment duidelijker in beeld te brengen
Hoofdstuk 3
Sociale cognitie: de manier waarop mensen over zichzelf en over de sociale wereld denken, en hoe
mensen sociale informatie selecteren, interpreteren, onthouden en gebruiken om oordelen en sociale
beslissingen te maken.
Schema: een overkoepelende bundel informatie in ons brein over een bepaald onderwerp
Schema’s activeren:
- chronische toegankelijkheid: altijd beschikbaar -> belangrijke dingen (familie/vrienden),
gedachteonderdrukking (je wilt ergens niet aan denken maar doet het constant) -> white bear effect.
- priming: tijdelijk geactiveerd (door ervaring of relevantie) -> product placement
Perseveratie-effect: fenomeen waarbij mensen hun opvattingen over zichzelf en de sociale wereld
blijven vasthouden, zelfs wanneer er bewijs is dat het tegendeel waar is
Confirmation bias: de neiging om meer aandacht en waarde te hechten aan informatie die de eigen
ideeën of hypotheses bevestigt, en minder aan informatie die deze tegenspreekt
Self-fulfilling prophecy: de verwachting die je hebt zet gedrag in gang dat die verwachting bevestigt,
het klopt misschien niet maar doordat je het uitlokt vertoont het zich alsnog
Twee systemen om informatie te verwerken:
1) gecontroleerd denken: langzaam, zorgvuldig, bewust -> kost moeite
- illusoire correlatie: we denken dat er een verband is terwijl dat er helemaal niet is (bv als ik naar
buiten ga, begint het altijd met regenen)
- illusie van controle: verlangen naar controle heeft invloed op gedrag (bv harder dobbelsteen gooien
in de hoop hogere cijfers te krijgen)
- contrafeitelijk denken: je hebt gedachtes aan wat ook kan kunnen gebeuren
- planningsfout: te optimistisch zijn over de snelheid waarmee je denkt een bepaald traject af te lopen
2) automatisch denken: snel, intuïtief, onbewust -> kost geen moeite
- je maakt gebruik van beoordelingsheuristieken: mentale ‘shortcuts’ die ons in staat stellen om snel
en efficiënt beslissingen te nemen
- beschikbaarheidsheuristiek: beoordeling wordt gemaakt op basis van de beschikbaarheid van de
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merelpln. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.