Chapter 8: Locomo/on on legs
8.1 Descrbing locomo/on on legs
8.1.1 introduc/e
Locomo%e is een eigenschap van dieren, als ze dat niet doen dan zijn ze vegetariër.
Locomo/on: Ac%ef veranderen van loca%e. Een gecontroleerde handeling, waarbij het lichaam
verplaatst van ene plaats naar de andere als geheel.
Locomo%e wordt begeleid door de betrokken individu, en niet aangedreven door dier. Downhill
powerd bij zwaartekracht.
Wanner de voortbeweging zelfrijdend is, drie componenten van controle spelen een rol:
1. Controle van ledematen en lichaamsbewegingen die voortstuwende krachten genereren
(bij mensen is dat beenbewegingen).
2. Controle over waar je heen gaat (sturing, snelheid, rich%ng.).
3. Controle van houding/ posture en oriënta/e, anders effec%eve voortstuwing niet mogelijk.
à In dit hoofdstuk de eerste bespreken.
8.1.2 locomo/on involves repeated cycles of movement.
Locomo%e omvat herhaalde bewegingscycli.
Natuurlijke vorm van voortbewegingen van de benen omvat al%jd herhaaldelijk uitvoeren van
bepaalde bewegingen van de benen. Voor elke been kunnen deze bewegingen in twee fasen worden
verdeeld:
1. Een voortstuwende fase, waarin kracht wordt ontwikkeld die de persoon of het dier in een
bepaalde rich%ng (meestal vooruit) voortstuwt: deze fase wordt ook wel de power stroke
genoemd, vooral als mensen zwemmen
2. Fase waarin de ledemaat teruggaat naar de begin posi%e om andere power stroke, return
stroke.
Stance fase: Wanner een persoon loopt of
loot hard, elke been herhaalt locomo%e van
bewegingcycli waar de power stroke de
stance fase is. Bewegingcycli waarbij een deel
van het voet contact heeO met de grond,
begin met contact en eindigt met geen
contact.
Begin van stance ondersteunt het lichaam en
het gewicht, ook wel support fase genoemd.
Er wordt weinig of geen voortstuwende kracht
gegenereerd.
Swing fase: is de return stroke. Bewegingcycli
waarbij geen deel van de voet in contact is
met de grond. Begint met geen contact en eindigt met contact. Hier transfert de voet van ene punt
naar andere punt waar stance begint, daarom ook wel return of transfer fase genoemd.
1
,Stride: een bewegingcycli van een been, omvat een stance en een swing fases.
Heel strike = contact.
Toe off = geen contact
Stride paJern diagram (gain paJern diagram)
De %jden weergeven gedurende welke
twee benen of meer zich in het stance en
swing fases loopt/ bevinden.
Step: half stride, bijvoorbeeld van right
heel strike tot leO heel strike. Een stride
net de right leg is dus twee steppen.
Figuur 8.2 symmetrische bewegungcycli:
de bewegingen van benen bijna hetzelfde.
Asymmetrisch als gevolg van blessures of
neurologische problemen.
- Zelfde bewegingscycli wanner
right leg in stance de leO leg is in
swing = an/fase. Stance fase blijM langer dan swing (ook volgens figuur te zien). Er is een
kortere periode waarin beide benen in stance zijn (beide op de grond) = double support.
8.1.3 Walking and running are examples of different gaits.
Walk (bipedal): Benen bewegen in an/fase, ene voet
al%jd in contact met de grond en beide voeten
tegelijker%jd gedurende een kortere periode op de
grond staan (double support).
Gaits: verschillende manieren om ledematen %jden het
voortbewegen te bewegen.
Flight period: Beide benen nooit op grond, en een
periode waarin ze beide op zelfde %jds%p off van de
grond zijn.
Running (bipedal): een gait waarin beide benen in
an%fase bewegen. Ze zijn nooit beide op de grond op
dezelfde %jd, maar er is een periode waarin ze beide off
van de grond zijn.
Plan/grade: Walking en jogging. Verplaatsing van de hele voetzool.
Digi/grade: Spin%ng. Verplaatsing van alleen de digits (toes) op de grond.
8.1.4 Walking and running are not the only type of gait.
Andere gaits: skipping gait bij kinderen, hopping of jumping bij kangaroo. Hopping verschilt van
andere gait omdat bewegen de legs in in phase. Figuur 8.4
Quadrupedal gait zijn complexer dan bipedale, omdat er nog twee benen bij betrokken zijn.
Pagina 444: misschien geen vragen over de gaits van animals.
2
, 8.1.5 How do the legs move during walking and running.
Wanner een person loopt, de gewrichten in de bennen en voeten flexen en extenderen in een
ritmische patroon.
Figuur: 8.7 twee strides
S%ck leg hier is right leg.
Blue = stance.
Pin = swing.
S%ck leg beweegt van leO to right (step).
De horizontale lijnen zijn de patroon die deze
nemen: de heup, knee, enkel en de tenen.
- Heup, knie en tenen niet veel op en neer
bewegen.
- In tegenstelling, is enkel aanzienlijk vroeg
in de swing fase omhoog gebracht wordt, en dit helpt om de voet vrij van de grond te
houden.
- Aan de rechterkant van het figuur is de flexie-extensie gewrichtshoeken te zien. De hoeken
helpen bij het verkrijgen van informa%e over loopbewegingspatroon, en wordt gebruikt in
revalida%e.
Boven: Stride pa\ern diagram
Onder: S%ck leg diagram.
- De knie buigt iets vroeg in de stance fase,
omdat het been het gewicht van het
lichaam draagt.
- An/phase patroon van
gewichtsbeweging. Wanner ene been
buigt, andere been strekt.
Flexie-extensie beweging patroon van de
kniegewrichten bij walking and running zij iden%ek.
Panel (A): knie flexeert meer bij hardlopen dan bij lopen.
Panel (B): enkel gewrichtshoeken corresponderen voor knie
gewrichtshoeken.
Intralimb coordina/on: bewegingen van verschillende gewrichten
van 1 been.
Interlimb coordina/on: bewegingen van verschillende gewrichten
van verschillende benen, zodat limbs in an%phase bewegen
bijvoorbeeld.
8.1.6 What other joint mo/ons are involved in human locomo/on.
Naast flexie-extensie van beengewrichten zijn er ook andere bewegingen bij betrokken zoals
zwaaiende bewegingen van de armen.
Het is possible om te lopen zonder swinging van de arm (zwaaiende bewegingen van de armen),
maar rennen is oncomfortabel zonder zwaaiende bewegingen van de armen). Mensen kunnen
significant sneller rennen met arm zwaaibewegingen dan zonder.
Bewegingen van de bekken (Pelvis)
Wanner persoon loopt draait en kantelt het bekken op een karakteris%eke manier.
3