Samenlevingsleer: kennis over de samenleving en de invloed daarvan op jou als persoon en Social Worker.
Leerstof Sociologie: hoofdstuk 1,2,3,5,7,8,11,13,15,17 en 18
Hoofdstuk 1
Sociologie: Het systematisch onderzoek van de menselijke samenleving
1.1.Het sociologisch perspectief
Inhoud van het sociologisch perspectief:
- Het algemene in het bijzondere zien: algemene patronen ontdekken in het gedrag van mensen.
- Het ongewone in het bekende zien: loslaten van het bekende idee dat we zelf bepalen hoe ons leven
eruitziet – voor de vreemde gedachte dat de samenleving onze beslissingen en ervaringen beïnvloed.
- De samenleving beïnvloedt jouw keuzes: sociale structuren bepalen vaak wat je doet en welke keuzes je
maakt.
Bijv. zelfdoding; is een keuze die beïnvloed worden door sociale factoren. Zelfdoding komt bij sommige categorieën
mensen meer voor; heeft te maken met sociale integratie: mensen met sterke sociale banden plegen minder snel
zelfmoord dan individualistische mensen.
Kijken als een socioloog
Leren kijken door het sociologisch perspectief door:
- Marginaliteit: het bestaan in de marges van de samenleving
Bijv. je bent allochtoon bent en maakt geen deel uit van de dominante groep. Je weet welke invloed je etnische
afkomst heeft op het leven en bent je meer bewust van bepaalde sociale patronen.
- Sociale crisis: persoonlijke problemen worden maatschappelijke vraagstukken
Bijv. als het goed gaat en je bent werkeloos, wordt het gezien alsof het je eigen schuld is – als er crisis is en heel veel
mensen zijn werkloos, ziet men dat het komt door sociale factoren.
1.2.Het belang van een mondiale visie
Mondiaal/globaal perspectief: het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats die onze samenleving daarin
inneemt.
Sociologisch perspectief -> Globaal perspectief (is verlengstuk van sociale perspectief)
Samenleving Wereld
Er zijn in de 196 landen verschillende categorieën in economische ontwikkeling:
- Hoge-inkomenslanden: landen met hoogste levensstandaard
- Middeninkomenslanden: landen met een gemiddelde levensstandaard
- Lage-inkomenslanden: landen met een lage levensstandaard, inwoners zijn arm
De situatie in rijke westerse landen wordt vergeleken met de andere landen om verschillende redenen:
1. Het leven dat we leiden wordt gevormd door het land waarin we leven
Bijv. in Nederland scheiding tussen kerk en staat
2. De contacten tussen samenlevingen zijn zeer sterk toegenomen.
Bijv. internet -> aliexpress
3. Veel sociale problemen waarmee de westerse wereld geconfronteerd wordt, zijn elders veel ernstiger
Bijv. armoede of ongelijkheid tussen mannen en vrouwen
4. Globaal denken helpt ons om meer inzicht in onszelf te krijgen
Bijv. als we anderen begrijpen, begrijpen we onszelf ook beter
,1.3.Het sociologisch perspectief in de praktijk
Sociologie en overheidsbeleid
Sociologie speel een belangrijke rol in het tot stand komen van wetten en maatregelen die ons leven beïnvloeden.
Bijv. welke groep zorgt voor de meeste overlast in de wijk.
Sociologie en persoonlijke groei
Sociologisch perspectief bevordert onze persoonlijke groei en bewustwording zoals:
- We kunnen nagaan wat er wel en niet klopt aan het alledaagse denken
- Het geeft ons een beter inzicht in de mogelijkheden en de hindernissen die we in het dagelijks leven
tegenkomen
- Het geeft ons de mogelijkheid om een actieve rol te spelen in de samenleving waar we deel van uitmaken
- Het helpt ons om in een wereld te leven die gekenmerkt wordt door diversiteit
Sociologie als voorbereiding op de arbeidsmarkt
Met een studie sociologie kun op veel plaatsen terecht op de arbeidsmarkt.
1.4.Het ontstaan van de sociologie
Sociale veranderingen en de sociologie
De ontwikkeling van de sociologie is versneld door 3 belangrijke veranderingen die in de 18 e en 19e eeuw in Europa
plaatsvonden en een transformatie van de samenleving teweegbrachten:
- De industrialisering: komst van grote machines en fabrieken -> werk en privé werd gescheiden, oude
tradities kwamen in het gedrang en men moest de vertrouwde omgeving verlaten
- De explosieve groei van steden: mensen trokken naar steden om werk te zoeken -> veel sociale problemen
- Nieuwe opvattingen over democratie en politieke rechten: er kwamen filosofen die ‘vrijheid’ en ‘rechten
van het individu’ onder de aandacht brachten. Het eigen belang kwam centraal te staan en het verstand
werd de nieuwe maatstaf.
Wetenschap en sociologie
Auguste Comte introduceerde de term ‘sociologie’ om het denken over de samenleving te kunne beschrijven. Zijn
benadering is het positivisme: inzicht verwerven op basis van wetenschappelijk onderzoek – wetenschappelijke
waarneming is de enige bron van geldige kennis over de werkelijkheid.
Het ontstaan van ‘sociologie’ is volgens Comte gebeurd in drie ontwikkelingsfasen:
- Theologische fase: de samenleving bracht Gods wil tot uitdrukking (tot eind Middeleeuwen)
- Metafysische fase: de samenleving reflecteert het menselijk tekort (15e eeuw)
- Wetenschappelijke fase: wetenschappelijke benadering (vanaf rond 1600)
1.5.Sociologie en de moderne samenleving
Moderniteit
Moderniteit = sociale patronen die het resultaat zijn van de industrialisering
Modernisering: het sociale veranderingsproces dat in gang is gezet door de industrialisering
Er zijn 4 belangrijke kenmerken van modernisering:
- Het verdwijnen van kleine, traditionele gemeenschappen
- Het uitbreiden van persoonlijke keuzemogelijkheden (individualisering)
- Grotere sociale diversiteit
- Oriëntatie op de toekomst en een groeiend tijdsbewustzijn (tijd = geld)
,Ferdinand Tönnies: de teloorgang van de gemeenschap
De maatschappij is veranderd van Gemeinschaft naar Gesellschaft (de sociale cohesie is verminderd)
Gemeinschaft: gemeenschap; kleine, hechte groep (gemeenschapszin)
Gesellschaft: gezelschap; zakelijke benadering (mobiele en anonieme samenleving)
Emile Durkheim: arbeidsverdeling
Overgang van een samenleving gebaseerd op overeenkomsten, naar een maatschappij gebaseerd op wederzijdse
economische afhankelijkheid -> een toenemende arbeidsverdeling/ een gespecialiseerde economische activiteit.
Durkheim was bang voor anomie: een situatie waarin een samenleving het individu weinig morel richtlijnen geeft.
Mechanische solidariteit -> organische solidariteit
Mensen zijn gelijk, zelfde werk, communicatie gespecialiseerde arbeid, minder gevoel van ergens bij horen
Max Weber: rationalisering
De moderne samenleving is onttoverd, het rationele denken heeft mensen aan het twijfelen gebracht over
vaststaande waarheden. De moderne samenleving keert zich af van de goden, bang voor afstand van fundamentele
levensvragen.
Karl Marx: kapitalisme
De industriële revolutie is een kapitalistische revolutie. De kleinere rol van de gemeenschappen, de arbeidsverdeling
en het rationeel wereldbeeld, maken het kapitalisme mogelijk.
Karl Marx = communistisch, hij wil gelijkheid
1.6.Bloei en groei van de sociologie
De sociologie werd in eerste instantie bedreven door juristen, economen en geografen, in Nederland eerste
hoogleraar in 1922. Na de WO I meer academische aandacht voor de sociologie. Vanaf de WO II werd de sociologie
een meer gevestigde wetenschap.
Drie grondleggers sociologie: Marx, Durkheim en Weber onderzochten alle drie de samenleving en sociale
verandering
- Durkheim: sociale veranderingen resulteren in verschillende onderliggende bindingen tussen mensen
(samenleven en solidariteit)
- Weber: sociale veranderingen door proces van rationalisering (manier van denken)
- Marx: sociale veranderingen door economische conflicten die ongelijkheden produceren
, Hoofdstuk 2 Sociologische theorieën en methoden
Sociologische theorie: een theorie verklaart hoe verschijnselen met elkaar samenhangen en op basis hiervan kun je
ook voorspellingen doen.
2.1. Sociologische theorie
Sociologie is een wetenschap die het gedrag van mensen bestudeert en probeert te verklaren. Om observaties te
vertalen in inzichten is een theorie belangrijk. Een theorie = een stelsel uitspraken die met elkaar samenhangen.
Theoretische benadering: een fundamenteel beeld van de samenleving dat als richtsnoer dient voor theorie en
onderzoek.
Er zijn verschillende sociologische benaderingen te onderscheiden:
Het structureel functionalisme (macroniveau)
Het structureel functionalisme: samenleving wordt gezien als een complex systeem, er is onderlinge samenwerking;
er is aandacht voor de sociale functies van een structuur (gevolgen van een sociaal patroon), die ervoor zorgen dat
de samenleving blijft functioneren
Volgens Robert K. Merton heeft elke sociale structuur verschillende functies, o.a.:
- Manifeste functies: bewuste functies; de onderkende en beoogde gevolgen van een sociaal patroon
- Latente functies: onbewuste functies; de niet-onderkende en niet-bedoelde gevolgen van een sociaal
patroon
- Sociale disfunctie: slechte functies; een sociaal patroon dat het functioneren van de samenleving kan
verstoren
De conflictsociologie (macroniveau)
De conflictsociologie: samenleving wordt opgevat als ongelijk, die conflicten en verandering veroorzaakt; richt zich
op de manier waarop een sociaal patroon positieve/negatieve gevolgen heeft.
De conflictsociologie wordt gebruikt om meer inzicht te krijgen in conflicten tussen verschillende groepen zoals; arm
en rijk.
Dominante positie: privileges behouden – achtergesteld: positie verbeteren.
- Sekseconflictbenadering: richt zich op de ongelijkheid en de conflicten tussen mannen en vrouwen
(feminisme)
- Rassenconflictbenadering: richt zich op de ongelijkheid tussen mensen met een verschillende
raciale/etnische achtergrond
De symbolisch-interactionismebenadering (microniveau)
De symbolisch-interactionismebenadering: de samenleving wordt opgevat als resultaat van de sociale interacties
tussen individuen
Een continu proces van communicatie door middel van symbolen (aan symbolen geven we een betekenis). Ontstaan
door Max Weber – inzicht krijgen in situaties door ze vanuit het standpunt van de mensen in die situatie te bekijken.
De rationelekeuzebenadering (microniveau)
De rationelekeuzebenadering: alle sociale handelingen wordt verklaard uit de kosten-batenanalyse van het individu
De samenleving als resultaat van individuele gedragingen, gericht op nutsmaximalisatie (je zoekt het nut van een
persoon). Oorsprong in de economie. Je hebt bepaalde verwachten en daarom maak je een keuze.
2.2. Sociologische methoden – sociologen gaan op 3 verschillende manieren te werk
Naast een bepaalde theoretische benadering, verkiezen sociologen ook een bepaalde methode van onderzoek.